‘Consumenten moeten zich niet laten verleiden tot het all you can eat principe’

09.01.2025 Sjoerd Rispens

‘Consumenten moeten zich niet laten verleiden tot het all you can eat principe’
©Dennis van der Meij

De oostelijke, westelijke en noordelijke daken van Nederlandse huizen zouden veel meer moeten worden benut om zonnepanelen te plaatsen. Dat stelt energieadviseur Dennis van der Meij, om op die manier het hebben van zonnepanelen rendabeler te maken voor huishoudens.

“Bij dit vraagstuk hebben we te maken met bestaande installaties, die al op de daken liggen en nog aan te leggen installaties”, zegt Van Der Meij.  “Want grof gezegd is al het laaghangende fruit de afgelopen jaren al geplukt. Dat wil zeggen dat alle makkelijke daken, die op het zuiden liggen, vol gelegd zijn met zonnepanelen.”

“Ik heb zoveel mensen in mijn omgeving in het verleden horen zeggen: ik kan geen zonnepanelen nemen want ik heb geen dak op het zuiden. Met de huidige energieprijzen denk ik nu vaak: wees maar blij want dan heb je een mooi dak op het oosten en westen.”

Nederland telt acht miljoen huizen. Drie miljoen daarvan zijn ondertussen gebruikt om zonnepanelen neer te leggen. “De daken die nu nog kunnen worden gebruikt behoren over het algemeen tot de moeilijke categorie. Het zijn daken van Verenigingen van Eigenaren (VVE), waar je met heel veel regels te kampen hebt. Maar de andere daken die overblijven hebben enorm veel potentie.”

“Voor de komende jaren moeten we de zonnepanelen op het oosten en westen gaan leggen”, zegt Van Der Meij. “Ik heb een dak met op noord, oost en zuid en west een driehoekig dakvlak. En iedereen verklaarde mij voor gek toen ik aankondigde dat ik panelen op het noordelijke deel van dak ging leggen. En toegegeven, op jaarbasis levert dat minder op. Maar van begin mei tot augustus zie je dat de zon meer in noordelijke richting op komt. Dus ik zie dan in de ochtend al energie afkomen van de zonnepanelen die daar liggen.”

“Tuurlijk is dat niet zoveel opwek als je het vergelijkt met het zuiden, maar het is nog steeds een knappe grafiek.  Het gaat mij niet om de hoeveelheid. Als consument gebruik je gemiddeld in de ochtend en avond de meeste energie. Maar ik zie veel mensen dezelfde fout maken. Die kijken alleen maar naar de jaaropwek. Want die mocht je weg salderen.”

“Ik probeer er al heel lang de focus erop te leggen dat we ons niet moeten laten verleiden tot het all you can eat-principe. Mensen willen nu zoveel mogelijk opwekken op jaarbasis, maar dan gaat het alleen maar om de kwantiteit. Terwijl de kwaliteit niet altijd even goed is. Dan kan je beter accepteren dat je minder opwekt en zelf meer consumptie hebt door te gaan spreiden. Met spreiding is de noodzaak van een accu ook een stuk kleiner.”

Sturing aanpassen
“Panelen op de oostelijke, noordelijke en westelijke daken wekken dan wel op jaarbasis minder op, maar op specifieke momenten gaat de capaciteit sterk omhoog. Als je veel in je stroomverbruik kan schuiven, met een elektrische auto, een warmtepomp- of boiler, waarmee je slim stuurt en zodat je veel vermogen naar de dag kan plaatsen, dan kan je op zuid opwekken. Het nadeel van een overschot is dat je bij teruglevering marktcondities krijgt. Die condities zijn laag als iedereen tegelijk teruglevert.”

“Bij de nieuwe aanleg van panelen moeten we naar de consumptieprofielen kijken en hoe je slim met de beschikbare energie omgaat en kan schuiven naar de middag. Als dat niet kan, moet je opwek proberen te spreiden. Hoe meer je spreidt, je meer je zelf kan consumeren. Ik heb zelf 8 kilowatt piek verspreidt over vier oriëntaties. De hoogste piek die uit mijn omvormer komt is 4200 watt. Waarom? De zon pakt iedere keer een ander dakvlak. Zo wek ik meer stroom op.”

“Bij bestaande panelen kan je niet goed schuiven, dus dan moet je sturing toepassen. Dit kan je zelf doen door apparaten aan en uit te zetten als de zon schijnt. Dit is best intensief en vaak niet praktisch waardoor automatiseren in beeld komt. Dit kan van eenvoudig met tijdklokken tussen 10.00 en 16.00 uur tot uitgebreid met energiemanagementsystemen die zonoverschotten of energieprijzen gaan sturen. Hoe complexer de automatisering, hoe duurder deze vaak is in aanschaf of abonnement.” 

“We gaan er steeds meer naar toe om stroom onder het eigen dak te houden en minder terug te geven”, ziet Van Der Meij ““De hoge pieken moeten meer worden afgevlakt. Het wordt meer gespreid opwekken, slim sturen en daarna opslaan. Kies je voor een thuisaccu of voor zelfconsumptie, laat dan een berekening maken over het formaat  want ze worden nu veel te groot aangeboden en verkocht.”

Problemen worden alleen maar groter
Zijn dit soort maatregelen realistisch om van consumenten te verwachten? “Misschien niet”, zegt Van Der Meij. “Maar in 2013 was het al duidelijk dat de salderingsregeling een keer zou moeten verdwijnen. En de politiek had die pleister er veel sneller af moeten rukken. Het is kicking the can down the road. Als je problemen wel adresseert en niet oplost, worden de problemen alleen maar groter.”

“Kan je het de consument kwalijk nemen? Aan de ene kant niet, maar je mij niet vertellen dat mensen niet wisten dat de saldering eraf ging. Ik hoor nog veel van mensen met panelen dat installateurs niks vertelden over het verdwijnen van de regeling. Maar we kunnen drie maanden van tevoren alles opzoeken over de vakantie in Griekenland, maar als het om de zonnepanelenmarkt gaat is allemaal opeens heel lastig.”

“Maar als je zoveel panelen op je dak hebt, wat denk je dan?” besluit Van Der Meij. “Waarom verwacht je dat de markt jouw overschot gaat oplossen? Mensen hoefden daar nooit over na te denken want we zijn met het salderen in de watten gelegd. Tijd om het heft weer in eigen hand te nemen want the future looks bright!”