"De onjuiste strijd tussen ZonneDaken en ZonneParken"

26.02.2021 Jan Willem van de Groep

"De onjuiste strijd tussen ZonneDaken en ZonneParken"

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op Blog van de Groep.

De afgelopen weken is in de media een aantal malen de discussie over zonneparken opgedoken. Zonneparken zouden lelijk zijn, schadelijk zijn voor de biodiversiteit, ongewild door omwonenden en dezelfde opgave zou ook op daken kunnen. Oh ja, buitenlandse investeerders verdienen ook nog eens flink aan de inzet van ons subsidiegeld.

In de meest ideale situatie leggen we inderdaad industriedaken vol met zonnepanelen. Maar de grote vraag is of de energietransitie kan wachten op de meest ideale situatie. Het halen van de Parijse klimaatdoelen draait namelijk om tempo en de beschikbaarheid van middelen. Iedere beschikbare transitie euro kan maar één keer uitgegeven worden en ieder jaar wachttijd verlaagt in een schrikbarend tempo het beschikbare carbon budget. Zonneparken gaan vele malen sneller dan zon op dak, dat is een feit. Zomaar even wat oneigenlijke argumenten opdiepen om enerzijds zonneparken in een kwaad daglicht te stellen en anderzijds te veronderstellen dat zon op dak net zo snel en tegen dezelfde kosten kan schaadt de energietransitie.

Ik probeer hieronder puntsgewijs te beargumenteren waarom we zonneparken nodig hebben en waarom de argumenten om het niet te doen een valse voorstelling van zaken geeft door mensen met een one-issue agenda.

Over bedrijfsdaken

Zon op dak is uiteraard geen verkeerde oplossing maar kent nogal wat problemen waardoor snelle opschaling zeer bedenkelijke is. Daken moeten daarom  niet afgezet worden tegen zonneparken.

1. De meeste grote bestaande bedrijfsdaken zijn ongeschikt voor solar omdat ze minimaal zijn gedimensioneerd op statische belasting. Aanpassen kan uiteraard maar kost veel tijd en geld. Het betreft namelijk panden die in gebruik zijn en vaak volgebouwd met stellingen en installaties. Uiteraard is lichtgewicht solar in de vorm van dunne-film techniek mogelijk maar ondanks het feit dat die technologie al vele jaren veelbelovend is daalt de prijs daarvan minimaal. De techniek concurreert in die zin niet met zonneparken (tempo en geld weet u nog).

2. Ook bedrijventerreinen hebben net als zonneparken niet zomaar de infrastructuur liggen voor het afnemen van enorme piekvermogens. Dat kan aangelegd worden maar het is in tijd en geld ingewikkelder dan een nieuwe kabel in het buitengebied. Dat is dus een vertragende factor.

3. Verzekeraars vinden zonnedaken in toenemende mate een risico waardoor de premies bij zon op dak flink stijgen. Hoe onterecht het wellicht ook is het is een reden waarom ondernemers toch afzien van zonnedaken. Dit verstoord dus het tempo.

4. Verplichtingen om PV te installeren of om daken beschikbaar te stellen zijn conceptueel goed voor te stellen maar nog lang niet ingevoerd. Zeker niet op de schaal van zonneparken die voor wat betreft omvang in aanmerking komen voor SDE++ subsidie. Verplichtingen bij nieuwbouw op de schaal van zonneparken dwingt de ondernemer ook in een onmogelijke positie waar lang tegen geageerd zal gaan worden. Verplichten dat daken voor de toekomst voldoende sterk zijn voor zon op dak is wel te doen maar kost tijd en is dus een oplossing die nauwelijks bijdraagt aan de doelen van 2030.

5. Zon op dak is voor de schaal waarop hier gesproken wordt zo’n 2 cent per kWh duurder dan de zonopbrengst van een park. Dat lijkt weinig maar is op handelsprijs niveau een significant verschil. Het is dus aantrekkelijker om de euro die je maar één keer kunt uitgeven te investeren in zonneparken.

6. De verwarring wordt nog wat groter wanneer word verwezen naar het potentieel aan zonnedaken op huizen. Die is er ongetwijfeld maar kan niet afgedwongen worden bij particuliere woningeigenaren. Zonneparken leveren op korte termijn significant meer potentieel aan het halen van de klimaatdoelen. Gokken op een omgeving met een complexere actorencontext is te risicovol.

Over de Energietransitie

7. We hebben geen tijd en kunnen geen optie uitsluiten welke bijdraagt aan het halen van de carbon budgetten die zijn gekoppeld aan het klimaatakkoord van Parijs.

8. We hebben beperkte financiële middelen want we moeten nog veel meer doen dan zonne-energie om de klimaatdoelen te halen.

9. Landschappen die bijdragen aan de energievoorziening zijn in de geschiedenis van energietransities van alle tijden. Het zijn vaak disrupties geweest van landschapswaarden met langjarige effecten (kolenmijnen, Zaanse windmolens, bomenkap, veengebieden etc.). Zonne-energie is van een veel beperktere duur en het is vrij zeker dat we over 20 jaar andere en betere oplossingen hebben voor energieopwekking.

10. Het rijk heeft SDE+ subsidie toegekend aan zonneparken om het verschil tussen kostprijs en opbrengst te compenseren. Dat geld is beschikbaar voor iedere ondernemer die hier brood in ziet. Als buitenlandse ondernemers de beoogde capaciteit realiseren dan betekent dat nog steeds dat de subsidiemiddelen bijgedragen hebben aan het behalen van de beoogde doelen. Het is onjuist en zelfs abject om te veronderstellen dat buitenlandse bedrijven er met deze subsidie vandoor gaan. Ook in de andere sectoren, onder meer de bio-industrie, wordt door buitenlandse bedrijven geïnvesteerd met steun van de overheid en verdwijnen winsten (na afdracht belastingen) naar buitenlandse aandeelhouders. Waarom is dat bij zonneparken plotseling een probleem?

11. Na 2030 zijn we er nog niet. Ook na 2030 zal er nog fors geïnvesteerd worden in zon-PV (in 2030 is 85PJ gepland en voor 2040 is dat 235 PJ). Het is slim om nu de condities te creëren om die opgave wel zoveel als mogelijk op daken te realiseren. Dat betekent de norm aanpassen voor nieuwbouw van grote bedrijfshallen, voldoende aansluitcapaciteit, slim combineren met laden van EV’s, gunstige condities voor ondernemers, afspraken met verzekeraars etc.

Over de zogenaamde natuurwaarden die verloren gaan

12. Zonneparken worden niet gebouwd op gronden met een hoge landschappelijke waarden wat wordt verondersteld door tegenstanders. Het betreft over het algemeen landbouwgronden met een lage ecologische waarden waar voorheen Engels Raaigras of Mais werd verbouwd jaarlijks voorzien van een flinke hoeveelheid kunstmest en drijfmest. Zeer schadelijk voor de biodiversiteit. (hierbij een link naar een presentatie over biodiversiteit voor een hoorzitting van de Tweede Kamer). Waarom zonneparken plotseling aan allerhande biodiversiteitseisen moeten voldoend is op z’n minst merkwaardig te noemen. Onderzoek van de WUR heeft overigens uitgewezen dat zonneparken kunnen bijdragen aan het herstel van de bodem en de biodiversiteit en heeft daar richtlijnen voor opgesteld. Die zouden verplicht gesteld kunnen worden bij vergunningsverlening. Er zijn daarnaast ook heel goede voorbeelden van zonneparken die goed ingepast worden in landschappen.

13. De doelen van 2030 gaat over slechts 0,7% het landbouwareaal (= 12.740 ha) volgens berekeningen van Holland Solar. Dat is ongeveer het oppervlak van de gemeente Almere. Het gaat vervolgens om postzegels in het landschap die alleen als geheel kunnen worden waargenomen door mensen die dagelijks met een helikopter reizen (dat zijn er zeldzaam weinig alhoewel stedenbouwers en landschapsontwerpers ons het idee geven dat mensen op die manier het landschap beleven). De kans is klein dat de gemiddelde Nederlander gedurende zijn leven veel zonneparken gaat tegenkomen. Het is een oneigenlijk voorstelling van zaken om net te doen of Nederland wordt volgeplempt met zonnepanelen.

De getallen:

De opbrengst van een hectare zonnepark is zo’n 1 GWh per jaar. Het doel voor ZON-pv per 2030 is 23.700 GWh (26 GWp). Op dit moment hebben we ca. 8.750 GWh (10 GWp) gerealiseerd waarvan ca. 1.820 GWh in parken. We hebben dus nog zo’n 15.000 GWh te realiseren. Voor het gevoel, dat zijn zes miljoen huizen met 8 zonnepanelen op het dak. De verwachting is dat zo’n 10.900 GWh wordt gerealiseerd in parken en 4.100 op daken.

14. Wanneer iemand een manier weet om die 10.900 GWh voor 2030 op daken te realiseren mag nu z’n hand opsteken. De onzekerheden dat het niet lukt (kosten, actorencontext, technische haalbaarheid, wettelijk kader) is echter zeer groot. Een onbehoorlijk risico dus.  

15. De gewassen die zogenaamd verdrongen worden zijn bedoeld voor een bio-industrie die 5x efficiënter voedsel kan produceren op veel minder land zonder tussenkomst van dierenmagen. Minder dieren en minder export zorgt voor een veel grotere kwaliteitsverbetering in landschapswaarde dan het weglaten van snippers zonneparken die gezamenlijk optellen naar slechts 12.740 ha.

Op zijn website schrijft Jan Willem van de Groep, ondernemer en opiniemaker in de duurzame energiesector, regelmatig over wat er speelt in de branche.