Toenemende projectvrijval in recente SDE-rondes

26.04.2024 Saima Wasefi

Toenemende projectvrijval in recente SDE-rondes

Dutch New Energy Research (DNE Research) heeft onlangs de realisatiegraad en projectvrijval van zonnestroomprojecten geanalyseerd, gebruikmakend van de nieuwste SDE-gegevens verstrekt door de RVO. Deze cijfers, geanalyseerd door DNE Research, belichten significante verschuivingen in de realisatiegraden en de projectvrijval binnen deze sector.

Net zoals bij eerdere analyses, heeft DNE Research de realisatiegraad en vrijval van zonnestroomprojecten per SDE-ronde berekend, waardoor afwijkingen ten opzichte van vorige jaren vroegtijdig kunnen worden geïdentificeerd. Hierbij maken zij onderscheid tussen projecttypen (dak- of grondgebonden) en de grootte van de projecten, wat essentieel is omdat de verdeling van deze categorieën aanzienlijk kan variëren tussen de verschillende subsidierondes.

Dakprojecten kleiner dan 1 megawattpiek
In de categorie dakprojecten kleiner dan 1 megawattpiek is duidelijk te zien dat realisatiegraad van de SDE-rondes (2020I, 2020II en 2021) lager ligt dan in rondes voorheen.

©Dutch New Energy Research


Uit de vrijval van de projecten in deze ronden blijkt dat meer dan 50 procent van de projecten in deze rondes is teruggetrokken na anderhalf jaar. Met deze hoge en vroege vrijval verwachten we een achterstand in de projecten van deze drie rondes met een realisatie graad kleiner dan 30 procent. Terwijl de realisatiegraad historisch gezien 40 tot 45 procent is voor deze categorie.

Voor de SDE-ronde van 2022 starten zowel de realisatie als de vrijval in de bandbreedte van 5 tot 7 procent, wat niet in lijn is met de situatie in voorgaande jaren.

©Dutch New Energy Research


Dakprojecten groter dan 1 megawattpiek
Ook bij de dakprojecten groter dan 1 megawattpiek zit de realisatiegraad rond de 35 procent. Aangezien deze relatief grotere projecten zijn, duurt het langer om een project te realiseren waardoor de realisatiecurve minder stijl is. De realisatiegraad van de rondes 2019II en 2020I blijft duidelijk achter bij het historisch gemiddelde van deze categorie omdat het vrijgevallen vermogen voor deze rondes relatief hoog is.

©Dutch New Energy Research


De gerealiseerde vermogen in de ronde 2020II en 2021 hebben een voorsprong op de historische gemiddelde maar deze ronde vertonen een relatief hoge vrijval van zonnevermogen in een korte tijd na de SDE-beschikking. Deze vrijval is (nog) niet te zien in de gerealiseerde vermogen maar mogelijk leidt dat tot significant minder realisaties in deze rondes.

De SDE-ronde van 2022 laat een ongekend hoog percentage van teruggetrokken vermogen zien, namelijk 15 procent al in de derde maand na de toekenning, een verschijnsel dat voorheen niet werd waargenomen.

©Dutch New Energy Research


Grondprojecten groter dan 1 megawattpiek
Grond projecten groter dan 1 megawattpiek hebben historisch gezien een hoge realisatie graad van rond de 90 procent. In de ronde 2020I is de gerealiseerde vermogen significant lagen dan de voorgaande rondes maar de vrijval van vermogen in deze ronde is heel laag. We verwachten dat het gerealiseerde vermogen in de 2020I verder zal stijgen en dat meer dan 90 procent van het vermogen gerealiseerd zal worden.

©Dutch New Energy Research


Voor de SDE-rondes 2020II en 2021 bedraagt de vrijval rond de 10 procent. Dit is hoger dan de historische aandeel van vrijgevallen vermogen. We verwachten dat het gerealiseerde vermogen in deze rondes ook lager dan 90 procent zal zijn.

©Dutch New Energy Research


Opmerkelijk is dat tijdens de SDE-ronde van 2022 de vrijval onmiddellijk begon op een niveau van ruim 35 procent en snel opliepen tot bijna 50 procent. Dit is een ongekende situatie voor dit type project, waarbij de uiteindelijke realisatie gewoonlijk dicht bij de 90 procent lag.