De onredelijke terugleververgoeding

11.07.2023 Hans Schneider

De onredelijke terugleververgoeding

Onze minister voor Klimaat en Energie heeft in de nieuwe Energiewet voorgesteld dat energiebedrijven minimaal 80 procent van het stroomtarief moeten betalen aan huishoudens die stroom terugleveren. Stel, je hebt een stroomtarief van 0,20 euro per kilowattuur, dan zou jouw energiebedrijf je altijd minimaal 0,16 euro per kilowattuur moeten betalen voor de zonnestroom die je teruglevert. De minister ziet dit kennelijk als zijn nieuwe definitie van de ‘redelijke terugleververgoeding’. Maar ís dat wel redelijk?

Redelijk lijkt mij dat de prijs van iets overeenkomt met de waarde. De waarde van stroom kunnen we aflezen aan de prijzen op de spotmarkt. Recent (zondag 2 juli 2023) bereikte de waarde voor stroom gedurende enkele uren een nieuw dieptepunt: minus 0,50 euro per kilowattuur. Daar staat tegenover 2022 ook uren kende waarin een kilowattuur meer dan 0,80 euro waard was.

Is het redelijk dat je 16 cent ontvangt voor een kilowattuur die minus 50 eurocent waard is? De nieuwe wet verplicht jouw energiebedrijf dus om 50 plus 16 is 66 eurocent op zo’n kilowattuur te verliezen. Dat is ruim 400 procent verlies.

Daar staat tegenover dat het energiebedrijf jou 16 eurocent betaalt voor een kilowattuur die het misschien voor wel 80 eurocent kan doorverkopen, dat is 400 procent winst voor het energiebedrijf en dus 400 procent ‘verlies’ voor jou.

Dat is niet redelijk, dat is gekkigheid. Het lijkt mij zeer onredelijk dat een wettelijk prijsmechanisme een van beide partijen dwingt om soms tot wel 400 procent verlies te lijden op een transactie.

Ja maar, ja maar, middelt dat dan niet uit?
Als het energiebedrijf soms te veel betaalt en soms te weinig, kunnen we dan niet ergens in het midden uitkomen? Bijvoorbeeld bij de 80 procent van het leveringstarief die de minister voorstelt?

Toen er in Nederland nog relatief weinig zonnepanelen waren, had die redenatie stand kunnen houden, maar er staat nu 19 gigawatt aan zonnepanelen in Nederland. Op piekuren is er over het landelijke koppelnet maximaal circa 18 gigawatt nodig. En meestal véél minder.

Met andere woorden: zodra de zon vol ‘aan’ gaat, wordt er meer stroom ingevoed dan we nodig hebben en stort de waarde en de prijs van stroom in. Dit mechanisme zorgt ervoor dat grote zonneparken op de zonnigste uren vaak al automatische terug- of afschakelen.

Voor energiebedrijven die de zonnestroom tegen een vaste prijs (moeten) inkopen is zonnestroom dus steeds vaker verlieslatend. Immers, al die zonopwek gaat gelijktijdig ‘aan’ en bovendien juist op momenten dat er weinig vraag is, namelijk midden op de dag en in de zomer, terwijl er juist veel stroomvraag is in de ochtend en avond en in de winter.

Wat de voorgestelde, veel te hoge terugleververgoeding onredelijk en oneerlijk maakt, is dat het kostenafwenteling veroorzaakt. Dat zit zo. Stel, de leverancier wordt verplicht altijd minimaal 16 eurocent te betalen voor teruglevering. Door het overaanbod aan zonnestroom zal het energiebedrijf die stroom alleen tegen een veel lagere en soms zelfs negatieve prijs kunnen doorverkopen. Met andere woorden: het bedrijf lijdt structureel verlies op zonnestroom. Om niet failliet te gaan zal het dus elders extra geld moeten binnenhalen. Gevolg: hogere stroomtarieven.

Niet alleen onredelijk, maar ronduit onverstandig
Doordat huishoudens mét zonnepanelen te veel betaald krijgen voor de geleverde zonnestroom, zullen alle huishoudens waaronder die zónder zonnepanelen een hoger stroomtarief gaan betalen. Hierdoor blijft – ook na afschaffing van de salderingsregeling – via de stroomrekening veel geld stromen van mensen zónder zonnepanelen naar mensen mét zonnepanelen. Dat niet redelijk en bovendien oneerlijk.

Een minstens even groot probleem is dat we door de overbetaling voor deze teruglevering verstandig gebruiksgedrag en innovatie tegenwerken. Zolang huishoudens met zonnepanelen veel te veel betaald krijgen voor de teruglevering van stroom, zullen ze hun gedrag niet aanpassen. Ze blijven zonnestroom leveren waar niemand op zit te wachten.

Zodra zonnestroom wordt afgerekend tegen een eerlijke, marktconforme prijs zullen panelenbezitters bij te lage stroomprijzen zélf nuttige toepassingen voor de geproduceerde zonnestroom gaan zoeken. En omdat dat best lastig is, zullen allerlei innovatieve bedrijven in dit gat springen: met domotica, energiemanagementsystemen, slim laden, warmte bufferen, slim warm water maken en wellicht zelfs met thuisbatterijen.

Zolang het voor huishoudens te gemakkelijk blijft om ‘gratis geld’  voor onverkoopbare stroom te ontvangen, zal dit soort innovaties niet of pas veel te laat tot stand komen. Dat is niet alleen onredelijk, dat is ronduit onverstandig.

Hoe dan wel?
Energiebedrijven moeten vrijelijk hun terugleververgoeding kunnen vaststellen. Misschien heeft het ene bedrijf weinig of geen behoefte aan de inkoop van zonnestroom; dat bedrijf zal teruglevering liever weigeren of kiezen voor een laag teruglevertarief. Een ander energiebedrijf daarentegen heeft afnemers gecontracteerd die al die zomerse zonnestroom graag willen afnemen en zal dus wél een interessant teruglevertarief bieden aan consumenten.

Ook de eigenaren van zonnepanelen moeten vrij kunnen kiezen: een contract met een dynamisch tarief, een leverancier met een lage stroomprijs óf juist eentje met een aantrekkelijk teruglevertarief.

Dat lijkt me niet alleen redelijk, maar vooral de snelste route naar een efficiëntere elektriciteitsvoorziening en naar goedkopere stroom voor iedereen!