De toekomst van het net volgens Liander

26.03.2021 Anje Hoogland

De toekomst van het net volgens Liander

Voor netbeheerder Liander is het cruciaal om goed in te spelen op de opwek en het verbruik van energie in de toekomst. Helemaal nu er steeds meer vraag ontstaat door bijvoorbeeld het gebruik van warmtepompen. Hoe schatten zij het toekomstig gebruik in en wat doen ze met deze gegevens om problemen door de gigantische vraag te voorkomen?

Arjan Bakkeren stuurt twee teams van twintig analisten aan die constant kijken naar wat er gaat gebeuren in de markt. “Er staat in de nabije toekomst ontzettend veel te gebeuren. Naast de inpassing van de wind- en zonneparken hebben we in Nederland de komende jaren ook te maken met het vervoer dat vaak overgaat op elektriciteit, de industrie die van het aardgas overschakelt op onder meer elektriciteit en waterstof, een maatschappelijke digitalisering die veel stroom vraagt. En dan hebben we ook nog de bouw van bijna 1 miljoen duurzame woningen die voor een deel worden aangesloten op warmtenetten en die drie a vier keer meer stroom gebruiken dan woningen met een aardgasaansluiting. Dat vraagt allemaal enorm veel extra van het net. Het is dus belangrijk voor ons om de impact van al die ontwikkelingen mee te nemen bij het ontwerp van het energiesysteem van de toekomst. Want het energienet laat zich niet opknippen.”

Tot wel vijf keer zoveel vraag

Bakkeren verwacht dat de elektriciteitsvraag in Amsterdam bijvoorbeeld door innovaties en het afstappen van fossiele brandstoffen drie tot wel vijf keer zo groot is in 2050. Het wordt daarom enorm belangrijk de pieken van zowel verbruik als opwek glad te strijken. Om dit te bereiken is het volgens hem van belang om met alle belanghebbenden in gesprek te blijven.

"Verbruik en opwek van groene energie dichter bij elkaar zetten scheelt veel voor de netcapaciteit."

Zo is het voor Liander bijzonder prettig als gemeentes duidelijke plannen hebben. De netbeheerder moet namelijk al decennia vooruit investeren. “Planvorming is cruciaal. Amsterdam doet dat heel goed. Daar hebben we samen met de gemeente een studie uitgevoerd van hun plannen en wat dat betekent voor onze netinvesteringen. Daardoor weten we goed welke investeringen we daar moeten doen en zijn we die al aan het voorbereiden. Er zijn op dit moment bijvoorbeeld twintig stations en daar bouwen we er nog eens acht bij. En daar komen dan automatisch ook nieuwe transformatorhuisjes en kabels bij kijken.”

Hoewel het verzwaren van het net volgens de analist niet zo zeer iets is wat de overheid direct moet stimuleren, kan beleid wel helpen. “Verbruik en opwek van groene energie dichter bij elkaar zetten bijvoorbeeld. Dat scheelt voor ons. Maar ook het verkorten van procedures en vergunningstrajecten voor bijvoorbeeld nieuwe  elektriciteitsstations zou helpen.”

De verbruiker aan zet

Ook aan de kant van verbruik moeten stappen worden gezet. Daar zal Liander partijen gaan verleiden op andere momenten stroom te gebruiken. “Liander is in Nijmegen-Noord al begonnen met een flexibiliteitsmarkt. In het gebied worden door de flexmarkt vraag en aanbod van elektriciteit tussen ondernemingen beter op elkaar afgestemd. We werken hiervoor samen met LIDL, Van der Valk en Scholt Energy. ”

Batterijen

Bij het gelijkmatig verdelen van verbruik uit zonne-energie wordt al snel gedacht aan batterijen. “Het wordt een beetje gezien als de heilige graal. Maar of het gunstig is voor de netcapaciteit is echt heel afhankelijk van hoe opslag wordt toegepast. Batterijen zijn nu nog erg duur en alleen geschikt voor opslag op de korte termijn en niet voor seizoensopslag. Op een gegeven moment zullen onze klanten de opgeslagen energie die niet zelf gebruikt kan worden willen verkopen en via ons net transporteren. Gebeurt dat op voor de netbeheerder gunstige of ongunstige momenten? Dat zijn dingen waar wij al over na moeten denken. We zijn dat nog aan het onderzoeken.”