De weerbaarheid van onze energiemarkt

09.02.2023 Jan Willem Zwang

De weerbaarheid van onze energiemarkt

In april 2021 stopte Gazprom opeens met het afsluiten van nieuwe, kortetermijnleveringscontracten. In eerste instantie met smoesjes als koud weer in Rusland en technische problemen maar pas eind augustus, begin september kreeg Europa door dat er meer aan de hand was. De gasprijs liep snel op met in haar kielzog de elektriciteitsprijs maar ook de kolenprijs. Na de Russische inval in Oekraïne werd het nog erger; er kwam steeds minder gas en de Nord Stream-pijpleidingen werden zelfs opgeblazen. Er was geen weg terug naar ‘het oude normaal’.

In augustus 2022 bereikten energieprijzen recordhoogtes: voor levering van gas in 2023 moest toen meer dan 300 euro per megawattuur worden betaald en voor baseload elektriciteit zelfs meer dan 700 euro per megawattuur.

Inmiddels is het februari 2023, we zitten midden in de astronomische winter. In ‘het oude normaal’ is dit het moment dat de gasprijs het hoogst is. Op het moment van schrijven zit de frontmonthprijs voor gas, de prijs voor levering de hele maand maart, rond de 58 euro per megawattuur.

De prijs voor levering 2024 zit nu rond de 64 euro per megawattuur. In augustus vorig jaar zat die nog boven de 100 euro per megawattuur. Betaalden we in 2022 gemiddeld 242 euro per megawattuur voor elektriciteit op de EPEX-Spot, in 2023 zitten we tot nu toe net onder de 130 euro per megawattuur.

Europa heeft zich snel aangepast
De daling van de energieprijzen is enerzijds te danken aan de milde winter. De normale wintertemperatuur in De Bilt is 3,9 graden Celsius. Dit is een 30-jaarsgemiddelde over de maanden december, januari en februari in de periode 1991 tot en met 2020. December 2022 was gemiddeld 4,2 graden Celsius, januari was gemiddeld 5,8 en februari zitten we de eerste zes dagen gemiddeld zelfs op 7 graden Celsius.

Door de hoge temperaturen én de hoge prijzen, is het gasverbruik flink gedaald en zijn de gasvoorraden op de hoogste niveaus ooit voor de tijd van het jaar. Het weer is ons dus gunstig gezind in deze dure tijden.

De daling van de energieprijzen is echter ook te danken aan onze weerbaarheid. Duitsland en Italië zijn de twee grootste importeurs in Europa van aardgas. Beide landen hebben snel maatregelen getroffen. Duitsland neemt binnenkort al zijn derde drijvende LNG-terminal in gebruik en zij willen zelfs naar zeven terminals. Duitsland heeft ook als eerste Europees land een langjarige overeenkomst afgesloten met Qatar voor levering van LNG.

Ook Italië timmert aardig aan de weg. Zij hebben al vrij snel langjarige contracten gesloten met Algerije, Congo en Angola voor de levering van LNG en hebben via ENI zelfs een belang genomen in het Qatarese gasveld North Field East. Daarnaast heeft Italië groen licht gegeven voor de koop en ingebruikname van twee drijvende LNG-terminals.

Nederland, na Duitsland en Italië de grootste importeur van gas, laat zich ook niet onbetuigd. Wij hebben inmiddels twee drijvende LNG-terminals gehuurd waarvan één al in bedrijf is en de tweede binnenkort in bedrijf wordt genomen. Daarnaast breiden we de capaciteit van de Gate-terminal uit.

Tegelijkertijd worden overal ter wereld versneld investeringen gedaan in het opvoeren van winningscapaciteit bij bestaande gasvelden, het ontginnen en in exploitatie nemen van nieuwe velden én het uitbreiden van LNG-exportcapaciteit.

Rusland heeft verloren
Alle individuele acties van de verschillende Europese landen zijn geen schoolvoorbeeld van goede samenwerking en afstemming. Sterker nog: er dreigt een overschot aan LNG-importcapaciteit te ontstaan. Maar laten we ons daar nu even geen zorgen om maken: we hebben onze rug recht gehouden en weerbaarheid getoond.

Rusland heeft de energie-oorlog die ze in 2021 is begonnen, verloren. Nu maar hopen dat dit met de oorlog in Oekraïne ook snel het geval zal zijn.