Een smart huis: het sluipverbruik

04.11.2021 Rolf Heynen

Een smart huis: het sluipverbruik

Mijn huis beschouw ik als een proeftuin. Ik probeer mijn huis smart te maken. In dit kleine ecosysteem loop ik al snel tegen allerlei uitdagingen aan die ook op landelijk niveau spelen. Denk daarbij aan (1) het verlagen van onnodig verbruik (sluipverbruik) en (2) het verhogen van de zelfconsumptie. In deze eerste column van een tweeluik aandacht voor het sluipverbruik.

Wat we niet verbruiken, hoeven we ook niet op te wekken. Een simpele regel als onderdeel van de trias energetica – waarin circulariteit nog ontbreekt, wordt nogal eens vergeten. De meeste aandacht en inspanning gaat immers naar het opwekken van duurzame energie. En gezien de hoeveelheid fossiele energie die we moeten vervangen voor hernieuwbare bronnen is deze aandacht ook terecht. Maar wat we niet verbruiken.

Door binnen de eigen invloedssfeer te blijven, namelijk je huis, kun je goed begrip krijgen voor de complexiteit van de energietransitie.

Het energiesysteem in het klein
Mijn jaren '30-huis is goed na-geïsoleerd, heeft uitsluitend ledverlichting, pv-panelen en zonnecollectoren, een douche met warmteterugwinning, een lucht-luchtwarmtepomp, energiezuinige apparaten en sensoren om de luchtkwaliteit te monitoren. Mijn energierekening is nog niet nul euro, maar wel laag.

In huis is het een hele klus om opwek en verbruik in de pas te laten lopen. Daarbij start ik met het reduceren van het sluipverbruik – het verbruik van apparaten die op stand-by of uit staan. Een koelkast, cv-ketel, Wi-Fi of elektrische deurbel (lees hier meer over de elektrische deurbel als toonbeeld van ons verkwistend energiesysteem) kunnen uiteraard niet uitgezet worden. Daarna probeer ik de zelfconsumptie te optimaliseren.

Sluipverbruik
Het gemiddelde elektrische sluipverbruik van een huishouden is 10 à 15 procent, wat neerkomt op gemiddeld 350 kilowattuur per jaar. En dat komt met de huidige stroomprijs al snel neer op 100 à 150 euro per jaar per huishouden. Dat verlies is het equivalent van de totale opwek van één modern pv-paneel in een jaar.

Dat is bij elkaar opgeteld voldoende verkwiste elektriciteit ter waarde van het totale stroomverbruik van 1.000.000 huishoudens. En dan gaat het slechts over het sluipverbruik van huishoudens, nog niet eens over inefficiënties van apparatuur, overbodig verbruik of sluipverbruik van de rest van de gebouwde omgeving, industrie of verkeer.

Dat is één hele grote kolen- of gascentrale die voor ons stand-byverbruik draait en ieder jaar daarvoor gas of steenkool nodig heeft als brandstof. Of kijkend naar duurzame bronnen: 3.000 windmolens op land à 3 megawatt, of ongeveer 6,5 miljoen pv-panelen à 500 wattpiek.

Wat een verkwisting van grondstoffen en CO2-uitstoot. Ons energiesysteem is in het licht van COP26 failliet. Het systeem is buitengewoon inefficiënt, verkwistend en meer dom dan smart.

Oplossingen
Voor thuis zijn inmiddels al veel producten verkrijgbaar die het sluipverbruik reduceren. Denk aan stand-bykillers, slimme stekker, slimme thermostaatknoppen (ten behoeve van de gasrekening) of slimme ledlampen.

Onder het mom van ‘meten is weten’, wordt vaak geadviseerd om eerst het verbruik te meten in het hele huis, alvorens maatregelen te nemen. Maar dit levert meestal dezelfde conclusie op, namelijk dat er een paar hotspots zijn in het huis waar relatief veel apparaten, vaak op één slof, verantwoordelijk zijn voor het meeste stand-byverbruik. Denk daarbij aan de televisie in de woonkamer, de computer in de studeerkamer en de groeiende hoeveelheid apparaten in de meterkast.

Het liefst wil je een apparaat dat registreert wanneer het langere tijd aanstaat, om dan ook de stand-by te killen en dat via een app geprogrammeerd kan worden om bijvoorbeeld tussen 23:00 en 8:00 uit te staan en dat via andere (bewegings)sensoren of geofencing kan meten dat je niet aanwezig bent. Of heel eenvoudig de mogelijkheid om via een slimme draadloze knop geplaatst aan het begin van iedere verdieping met één druk de verdieping stand-byvrij maakt én alle lichten uitschakelt.

Deze oplossingen zijn er, én verdienen zichzelf terug voor de consument. Toch zijn veel producten, oplossingen en voordelen onbekend of onvoldoende intuïtief in het gebruiksgemak. Daarbij helpt het niet dat hierop te weinig verdiend kan worden door de installateur.

Het is jammer dat hier niet meer aandacht voor is.