Er komt meer kijken bij draagvlak dan ‘not in my backyard’

26.01.2023 Brendan Hadden

Er komt meer kijken bij draagvlak dan ‘not in my backyard’

Robert Goersch is een promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) en doet onderzoek naar draagvlak voor energieprojecten. Volgens hem wordt weerstand tegen energieprojecten soms te snel afgedaan als het welbekende ‘not in my backyard’ (NIMBY) sentiment. Op het Congres Solar in 2030 zal Goersch meer vertellen over de belangrijke factoren bij draagvlak en hoe we meer draagvlak voor zonnestroomprojecten kunnen creëren.

Voor een geslaagde energietransitie moeten zoveel mogelijk mensen meedoen. Zowel voor de buren die panelen op het dak willen als voor de grote projectontwikkelaar is het belangrijk dat de uitrol van duurzame energie geen overlast creëert of weerstand opwekt.

Robert Goersch heeft een achtergrond in environmental psychology en doet onderzoek naar publieke opinie over energieprojecten en energiebeleid. Volgens hem is het beeld over solar over het algemeen positief: “Zon is over het algemeen de energiebron waar mensen de gunstigste mening over hebben, vanuit het perspectief van acceptatie. En we zien dat dat gegeven vrij constant is, niet alleen in Nederland maar ook in veel andere landen.”

Toch zijn er nog grote verschillen tussen hoe verschillende mensen verschillende energieprojecten zien. Goersch: “Als psychologen zijn we dan altijd ook heel erg geïnteresseerd in de vraag: wat verklaart die verschillen?”

Niet in de achtertuin?
Met name bij grotere projecten wordt weerstand door omwonenden vaak verklaard als een NIMBY-mentaliteit. Dit houdt in dat iemand in de algemene zin voor duurzame energie is (denk de aanleg van zonneparken of de bouw van windmolens), maar zich er tegen verzet als de implementatie een negatief effect op hun eigen leefomgeving dreigt te hebben.

Maar volgens Goersch is het vaak niet zo simpel: “Onderzoek is best kritisch over sommige aannames achter NIMBY. We zien dat het lang niet altijd zo is dat steun voor projecten lager is bij mensen naarmate ze dichterbij een project wonen, zoals je zou verwachten.”

“Ook spelen er andere relevante variabelen een rol, zoals in hoeverre er sprake was van publieke participatie. Het is dus ook regelmatig niet het geval dat het puur om egoïstische belangen gaat. Sommige mensen maken zich zorgen dat de opbrengst van een project alleen maar naar grote bedrijven gaat, of denken oprecht dat er betere oplossingen voorhanden zijn in hun omgeving.”

Goersch vindt dus dat we wat voorzichtiger moeten zijn met het NIMBY-label te snel op een situatie plakken: “Het woord NIMBY wordt soms gebruikt om weerstand tegen een project te delegitimeren, terwijl er soms best goede redenen zijn voor die weerstand.”

Zon op dak
Nog meer dan bij andere energiebronnen is het bij zon belangrijk dat ook particulieren positief tegenover zonnepanelen als technologie staan. Naast de grote zonneparken zijn het immers ook huiseigenaren die de opwek van zonnestroom mogelijk maken door panelen op daken te installeren.

Goersch vertelt dat milieubewustheid een goede indicator is van of iemand voor panelen op het dak is, maar lang niet altijd betekent dat ze ook zelf panelen gaan installeren. “Heel vaak zijn praktische redenen doorslaggevend”, licht hij toe. “Sommige mensen hebben twijfels bij de kosten of weten niet zo goed hoe ze aan zo’n project moeten beginnen. Daarnaast wonen veel mensen natuurlijk in een huurhuis, waardoor ze minder geneigd zijn in panelen te investeren.”

Kwantitatief onderzoek
Goersch legt uit dat ze bij de RuG echt proberen een representatief beeld te krijgen van het draagvlak voor energieprojecten. “Over het algemeen doen we kwantitatief onderzoek”, vertelt Goersch. “Dat doen we door middel van surveys en experimenten. Dus we verzamelen data en gaan dat vervolgens vergelijken.”

Veel van zijn onderzoek is gericht op uitvinden waardoor mensen andere houdingen ten opzichte van projecten aannemen. “We werken bijvoorbeeld veel met experimenten”, legt hij uit. “Het kan zijn dat we proefpersonen verschillende informatie meegeven voor ze een vragenlijst invullen, om te kijken wat dat doet met hun antwoorden.”

Na jarenlange groei is Nederland dé Europees kampioen zonne-energie. Zonnepanelen zijn steeds vaker de norm, maar de regelgeving gaat flink op de schop. Wat betekent dit voor de toekomst van de markt? Ontdek het bij de presentatie van het Nationaal Solar Trendrapport 2023, met daarin voor het eerst een forecast van de komende jaren. Experts uit binnen- en buitenland schetsen wat er nodig is om de groei vast te houden, en hoe het Nederlandse energiesysteem er dan in 2030 uit kan zien. Eens of oneens? Deel het met uw sectorgenoten op het Congres Solar in 2030, het kennis- en netwerkevenement voor de top van de solarsector, op 1 februari in het Louwman Museum te Den Haag.