De Amerikaanse president Joe Biden heeft een wet ondertekend die de invoer van onder andere polysilicium uit de Chinese regio Xinjiang verbiedt vanwege zorgen over dwangarbeid bij de productie hiervan, schrijft CNN.

De wet (Uyghur Forced Labor Prevention Act) maakt deel uit van het verzet van de VS tegen de behandeling van de Oeigoerse moslimminderheid in China, die door Washington als genocide wordt bestempeld.

Importverbod tenzij het tegendeel kan worden bewezen
De sleutel tot de wetgeving is een ‘weerlegbaar vermoeden’ dat ervan uitgaat dat alle goederen uit Xinjiang, waar Peking detentiekampen voor Oeigoeren heeft opgezet, met dwangarbeid worden gemaakt. Het verbiedt invoer, tenzij het tegendeel kan worden bewezen.

In de wet ondertekend door Biden is dus geen sprake van een algeheel importverbod, maar staat dat Amerikaanse bedrijven die producten willen importeren uit Xinjiang moeten bewijzen dat die goederen niet voortkomen uit dwangarbeid.

Aantonen dat er bij de productie geen sprake was van dwangarbeid
Sommige goederen – zoals katoen, tomaten en polysilicium dat wordt gebruikt bij de productie van zonnepanelen – worden aangemerkt als ‘hoge prioriteit’ en zullen bij handhavingsacties bijzonder goed worden gecontroleerd. Voor deze sectoren wordt een handhavingsplan opgesteld en voor importeurs worden richtlijnen opgesteld aan de hand waarvan zij moeten aantonen dat bij de productie geen sprake van dwangarbeid is geweest.