Hoe komt RES-regio Flevoland aan zijn koploperspositie?
01.06.2021 Jan de Wit
Een blik op de Klimaatmonitor (zie onderstaande afbeelding) leert dat Flevoland relatief de meeste hernieuwbare energie opwerkt van alle RES-regio’s. En met afstand, want nummer twee Goeree-Overflakkee wekt procentueel iets meer dan de helft op. Waar komt die Flevolandse voortvarendheid vandaan en hoe ziet de warmtestrategie van de provincie eruit?
Uit burgerpanels blijkt dat Flevolanders neutraal tot positief naar de energietransitie kijken. “Mensen willen vooral graag meepraten”, ziet Jop Fackeldey, gedeputeerde van de provincie Flevoland (PvdA) en verantwoordelijk voor de energietransitie. “36 procent wil direct meepraten en 34 procent via de gemeente. Natuurlijk zijn hier ook tegenstanders, maar grosso modo is er een positieve houding. Als provincie ben je dan vooral de schakel tussen het Rijk en de lokale plannen.”
Om de energietransitie te stimuleren en het draagvlak te vergroten, richtte de provincie een aantal organisaties op waarmee ze nauw samenwerkt. “Zo hebben we het Energie Expertisecentrum Flevoland (EEF) opgericht voor de financiering van duurzame energieprojecten en de Flevolandse Energieagenda (FEA), een breed samenwerkingsverband van onder andere maatschappelijke instellingen, onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en energiecorporaties.”
De hele provincie Flevoland vormt één RES-regio, wat het makkelijk schakelen maakt tussen de RES-partners. Een factor die de voortvarendheid ten goede komt, maar dat is natuurlijk niet alles. De Regionale Energie Strategie van Flevoland spreekt zelfs van een verbondenheid tussen hernieuwbare energie en de Flevolander: “Aangezien het opwekken van duurzame energie zo verweven is met Flevoland, hebben we een stevige basis waarop we onze strategie kunnen baseren.”
De opzet van de provincie maakt de communicatie aan de overheidskant eveneens makkelijker. “Flevoland heeft maar zes gemeentes en een waterschap. Met zeven telefoontjes heb ik iedereen gesproken die ik moet spreken.”
Draagvlak
Waar andere provincies de afgelopen jaren gestart zijn met de energietransitie, ziet Fackeldey dat Flevoland al langere tijd bezig was met duurzame energie. “Flevoland was allang begonnen met windenergie. De eerste bewoners hadden een echte ondernemersgeest en die zagen al snel dat er wat te verdienen valt met wind.”
In de beginfase zag je overal windmolens verschijnen in Flevoland, ‘hagelslagplanologie’ noemt Fackeldey dat. “Dat is de provincie gaan hergroeperen. Flevoland is helemaal door mensenhanden bedacht en gemaakt, waardoor het landschap een lijnenspel is. Door de windmolens langs die lijnen te bouwen zijn ze onderdeel geworden van het landschap.”
Naast de opname in het landschap, zag de provincie nog twee belangrijke beleidsaspecten. Grotere en hogere windmolens om met minder molens meer energie op te wekken, en de bewoners moesten meegenomen worden. “Flevolanders participeren en profiteren mee van windenergie, waardoor ze er ook meer beleving bij voelen.”
Typerend voor Fackeldey is het verhaal van een bekende van hem. “Hij had een ouder type windmolen op zijn land, die maakten toen veel meer herrie en vroeg hem of hij daar geen last van had? Hij zegt ‘Nee, want elke keer dat ik dat geluid hoor, hoor ik de kassa bij mij gaan.’ Het is natuurlijk psychologie van de koude grond, maar overlast is heel erg gekoppeld aan beleving.” Een belang creëren is belangrijk voor het draagvlak, ook voor de energietransitie.
2030
“Flevoland produceert in 2030 minimaal 13,5% van de landelijke opgave van 35 TWh. De regio levert daarmee een bovengemiddelde bijdrage aan de uitvoering van het Klimaatakkoord”, aldus de RES-Flevoland. Als het aan Fackeldey ligt dan is de voorsprong geen reden om het rustiger aan te doen. “We zijn koploper, maar het is geen wedstrijd. We zijn trots op wat er al gerealiseerd is, de natuurlijke bronnen zijn hier en daar moet je gebruik van maken.
“Het gaat natuurlijk altijd om de mix van wind en zon. Bij zon hebben we natuurlijk een minder lange traditie dan met wind, maar wij denken dat het heel goed werkt als je op bepaalde plekken – zoals langs dijken – zonnepanelen en windmolens bij elkaar legt. Dan accentueren ze allebei dezelfde lijnen in het landschap én je kunt gebruik maken van dezelfde energie-infrastructuur. Die ligt er toch al en ze houden elkaar meteorologisch in evenwicht, wanneer de zon schijnt waait het veel minder en andersom.”
Dakinstallaties
“Tegelijk zeggen we ook dat we de uitrol van zonne-energie met verstand moeten doen. In Flevoland hebben we hele vruchtbare landbouwgrond – volgens sommigen de meest vruchtbare van Europa – en daar moeten we niet zomaar zonnepanelen opleggen.” Volgens Fackeldey ligt de grootste uitdaging van de provincie daarom op de Flevolandse daken. “Dubbel ruimtegebruik heeft altijd de voorkeur.
“De bewustwording van de waarde van zonnepanelen groeit en ik zie ook steeds meer initiatieven ontstaan, zoals met het programma Schooldakrevolutie of zoals we met Sportservice Flevoland in Flevoland bezig zijn om de gebouwen van sportclubs te vergroenen.”
Toch betekent dit nog lang niet dat alle daken volliggen. “We hebben het Kadaster onderzoek laten doen naar de potentiële dakoppervlakte en dat bleek toch iets tegen te vallen door bijvoorbeeld de ligging of de dakconstructie. Tegelijkertijd hebben al onze gemeenten klimaatdoelstellingen en zon is gewoon nodig om die te halen, daarom zijn we tot een bijna typische polderoplossing gekomen.
“Met Provinciale Staten hebben we afgesproken dat Flevoland in eerste instantie 500 hectare invult met zonne-installaties op land. Dat gaan we vervolgens evalueren en daarna kan er eventueel op nogmaals 500 hectare zonne-installaties worden gebouwd. Zon op dak staat echt op één, maar we moeten wel onze klimaatdoelstellingen halen, dus we kijken ook naar zon op land.”
Lopende onderzoeken
Voor zonnepanelen op land kijkt Flevoland ook al naar de oplossingen van de toekomst, stelt Fackeldey. “De Wageningen University & Research doet hier bijvoorbeeld onderzoek naar verplaatsbare zonnepanelen, waardoor je het met wisselteelt kunt gebruiken. En in Zeewolde is er een agrariër die gaat experimenteren met verschuifbare zonnepanelen.
“Het is goed om dat te subsidiëren, maar het zijn wel oplossingen die nog in de onderzoeksfase zitten. Hetzelfde geldt voor zonnepanelen op water, we willen eerst weten wat dat met de ecologie en waterkwaliteit doet. Flevoland is bij uitstek een gebied waar dit soort innovatieve oplossingen uitgeprobeerd kunnen worden, maar we willen eerst de onderzoeksresultaten afwachten voor we het op grote schaal toepassen.”
Netcapaciteit
Om de uitrol van zonne-energie door te zetten en echt stappen te maken van de energietransitie heeft Flevoland een belangrijke uitdaging voor de boeg waar andere RES-regio’s ook in meer of mindere mate mee te maken krijgen. Congestie op het net. “Ik vind dat de uitrol van dakinstallaties nog niet hard genoeg gaat, zowel bij particulieren als bij het bedrijfsleven. Bedrijven willen de zekerheid dat als ze investeren in zonnepanelen, ze die ook kunnen aansluiten op het net.
“We lopen er nu tegenaan dat bedrijven geen transportgarantie voor hun energie kunnen krijgen en sommige hun aanschaf van panelen uitstellen. De rest gebruikt de stroom zelf of deelt het op het bedrijventerrein. Maar de netcapaciteit is de bottleneck voor de echte opschaling. Daar hebben we goed contact over met onze partners en dat gaat de komende jaren opgelost worden met een ambitieus investeringsprogramma van Liander. Verder werken we aan technische oplossingen zoals dubbel gebruik van het net waar dat kan.”
Flevoland wedt niet op slechts één paard als het op de netinfrastructuur aankomt. Zo vertelt Fackeldey dat er al verschillende experimenten lopen met de opslag van energie in de provincie. “We hebben momenteel twee experimenten met relatief grote batterijen en kijken naar de rol die waterstof kan gaan spelen in de energietransitie.
“Om het zongedeelte van de energietransitie te realiseren zijn dat de twee zaken waar we aan moeten blijven werken. Aan de ene kant stimuleren we de uitrol van zonne-energie en aan de andere kant verbeteren we de netcapaciteit door de netinfrastructuur aan te pakken en werk te maken van energieopslag.”
Om dit vervolgens lokaal te realiseren zal de provincie blijven samenwerken met partners als het EEF en de FEA, die continu werken aan het draagvlak, ook onder de Flevolandse pioniers.