Tien containers met megabatterijen prijken sinds kort op diverse locaties van Koninklijke Dekker in Vianen. Nog eens twee komen te staan op de locatie van het bedrijf in Etten-Leur. De energie die door de 40.000 zonnepanelen die het bedrijf op verschillende locaties heeft liggen wordt in de batterijen opgeslagen. Het bedrijf wil met het park bijdragen aan een oplossing tegen netcongestie en levert met de zonnepanelen niet alleen stroom aan de eigen houtindustrie maar ook aan het equivalent van 8.000 huishoudens.

Van de twaalf megabatterijen zijn er op dit moment nog maar vier actief, geeft Robbert Jan Dekker, eigenaar van het bedrijf aan. “Dat heeft met name te maken met de rompslomp rond aansluitingen en vergunningen. Maar we hebben nu wel betere inzichten in de werking en we verbeteren continu de computeralgoritmes om de opbrengsten te optimaliseren.”

In de praktijk gaan de batterijen laden als er een stroomoverschot is. De batterijen zullen ontladen als er een tekort aan stroom is.

Verder wordt er dagelijks ingespeeld op de behoefte van die dag. Door stroom op te slaan op het moment dat er te veel energie is, denk aan zon en wind of het net van stroom te voorzien bij tekorten, bijvoorbeeld in de avond. Voor een optimale prijsbepaling maakt Koninklijke Dekker gebruik van kunstmatige intelligentie. Deze algoritmes houden rekening met het weer en de veranderingen op de energiemarkt.

Eigen opwek van 21 procent
“Ons doel is tweeërlei”, zegt Dekker. “De tien containers in Vianen moeten ervoor zorgen dat we geld gaan verdienen. Dat moet door op de goedkoopste momenten op te laden en te ontladen op de duurste momenten. Dat is mogelijk op de huidige onbalansmarkt.”

“De twee batterijen in Etten-Leur moeten ervoor zorgen dat er elektriciteit wordt opgewekt op plekken waar geen aansluiting op het net wordt toegekend, waardoor bouwen anders geen zin zou hebben. Op de locaties in Vianen, met aansluiting op het net, willen we een bijdrage leveren aan het oplossen van lokale netcongestie. Dit kan vrij eenvoudig door ervoor te zorgen dat er op momenten van netcongestie helemaal geen elektriciteit van en naar het net gaat. De netbeheerder kan dat tijdig aangeven, het liefste via een platform.”

Dekker is wel realistisch wat betreft de slagingskans van het oplossen van netcongestie. “Het zou belachelijk zijn om te denken dat batterijparken alles oplossen. Netcongestie los je nooit met een maatregel op, daarvoor moet je minder elektriciteit gebruiken en meer kabels toevoegen. Maar batterijen kunnen, als ze op de juiste manier worden ingezet, wel degelijk een bijdrage leveren.”

“Nog belangrijker is dat er uiteindelijk marktwerking wordt ingezet om netcongestie op te lossen. Het is veel te gevaarlijk om te hopen dat mensen alleen maar het goede willen doen. Voor veel partijen zit er een verdienmodel achter.”

Tegenvallers
“Wat ons men name is tegengevallen is dat het ontzettend lang duurde voordat we de eerste aansluitingen hadden”, zegt Dekker. “Het nadeel is dat je daarmee ontzettend veel tijd verliest. Wat hadden we beter kunnen doen? We hadden de infrastructuur beter eerst op kunnen pakken. Dan hadden we de batterijen later kunnen bestellen waardoor er ook meer capaciteit mogelijk was geweest door de technische ontwikkeling. Dat zou de prijs uiteindelijk lager zijn geweest.” 

“We hebben hele positieve reacties gehad op dit project. Het past mooi binnen ons duurzaamheidsstreven. Duurzaam bosbeheer is belangrijk, net als laag energieverbruik. Op den duur willen we dat al ons rijdend materieel elektrisch moet zijn. We gaan tevens 15.000 zonnepanelen extra op de daken van onze bedrijven leggen.”

“Wij zijn nu bezig om te onderzoeken of we het batterijpark kunnen uitbreiden”, besluit Dekker. “We krijgen vaak de vraag of we aansluitingsproblemen van woningcorporaties op kunnen lossen. Zo ver gaan we niet, we zijn en blijven in de kern een houtbedrijf. Energie is een hele belangrijke pijler voor ons, maar de energie die je zelf opwekt blijft altijd interessanter dan de energie die je levert.  En in het grote geheel van de energietransitie zijn wij maar een hele kleine speler. Wij hebben niet de ambitie om de grootste te worden.”