IEA: ‘Dubbel zoveel investeringen in hernieuwbare energie dan in fossiele energie’

11.06.2024 Jan de Wit

IEA: ‘Dubbel zoveel investeringen in hernieuwbare energie dan in fossiele energie’
©IEA

Dankzij verbeterde toeleveringsketens en dalende technologische kosten zal er in 2024 wereldwijd naar schatting zo’n 2 biljoen dollar worden geïnvesteerd in hernieuwbare energietechnologieën en de bijbehorende infrastructuur. Hierdoor zal er dit jaar twee keer zoveel investeringen in hernieuwbare energie worden gedaan dan in fossiele energie, dat concludeert het Internationaal Energieagentschap (IEA) in het rapport World Energy Investment 2024. In zonne-energie wordt inmiddels meer geld geïnvesteerd dan alle andere technologieën voor elektriciteitsopwekking samen.

Het IEA verwacht dat er in 2024 voor het eerst meer dan 3 biljoen dollar in energietechnologieën zal worden geïnvesteerd, waarvan ruim 2 biljoen dollar in hernieuwbare energietechnologieën. In dit rapport definieert het IEA hernieuwbare energietechnologieën niet alleen als zonnepanelen, windmolens, batterijen, elektrolysers en warmtepompen, maar ook onder andere elektrische auto’s, kernreactoren en het elektriciteitsnet. De overige 1 biljoen dollar gaat naar steenkool, gas en olie.

Daarmee wordt het verschil tussen investeringen in hernieuwbare en fossiele energie steeds groter. Ook in 2023 werd er iets meer dan 1 biljoen dollar in fossiele energietechnologieën geïnvesteerd. De investeringen in hernieuwbare energietechnologieën bedroegen toen ruim 1,7 biljoen dollar.

“Investeringen in schone energie vestigen nieuwe records, zelfs in uitdagende economische omstandigheden, en benadrukken het momentum achter de nieuwe mondiale energie-economie. Voor elke dollar die vandaag de dag naar fossiele brandstoffen gaat, wordt bijna twee dollar geïnvesteerd in schone energie”, aldus Fatih Birol, directeur van het IEA.

“De stijging van de uitgaven voor schone energie wordt ondersteund door een sterke economie, door voortdurende kostenbesparingen en door overwegingen vanwege energiezekerheid. Maar het is ook onderdeel van industriebeleid, aangezien grote economieën strijden om voordeel in nieuwe toeleveringsketens voor schone energie.”

Grote stappen blijven nodig
Het IEA waarschuwt ervoor dat de investeringen in hernieuwbare energie weliswaar recordniveaus bereikt, maar dat dit nog altijd niet voldoende is om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. Het huidige investeringsniveau dekt twee derde van de noodzakelijke investeringen en om wel in lijn met het klimaatneutrale scenario van het IEA te komen, moeten de huidige jaarlijkse investeringen in hernieuwbare energieopwekking verdubbelen.

Ook waarschuwt het IEA in het rapport voor grote onevenwichtigheden waar de investeringen worden gedaan. Dankzij India en Brazilië wordt er in 2024 voor het eerst meer dan 300 miljard dollar aan energie-investeringen gedaan in opkomende en ontwikkelingseconomieën, exclusief China. Dit is echter slechts 15 procent van het totaal.

“Er moet meer worden gedaan om ervoor te zorgen dat investeringen de plaatsen bereiken waar ze het meest nodig zijn, met name in de ontwikkelingseconomieën waar de toegang tot betaalbare, duurzame en veilige energie nog ernstig ontbreekt”, stelt Birol.

Een sector die eveneens op toenemende investeringen in hernieuwbare energietechnologieën hoopt is de kritieke mineralensector. Deze sector heeft zijn investeringen in de productiecapaciteit fors opgeschaald in afwachting van waarschijnlijke aanbodtekorten in de toekomst. Voorlopig blijft de vraag echter nog achter bij het aanbod, zo bleek recentelijk uit het Global Critical Minerals Outlook 2024 van het IEA.

Ten slotte zal ook het tempo waarin de energie-efficiëntie verbeterd nog eens moeten verdubbelen. Wanneer energie efficiënter wordt gebruikt leidt dit immers tot de benodigde energiebesparing. Vooral in de renovaties van gebouwen, waarbij er onder andere wordt overgestapt op een duurzame warmtebron, zal fors meer moeten worden geïnvesteerd. Om het benodigde tempo te halen zal het huidige jaarlijkse investeringstempo in efficiëntie en elektrificatie moeten verdrievoudigen tot ongeveer 1,9 biljoen dollar in 2030.

Zonne-energie blijft de techniek waarin het meest wordt geïnvesteerd
In zonne-energie wordt meer geld geïnvesteerd dan alle andere technologieën voor elektriciteitsopwekking samen. Het IEA verwacht dat de huidige lage zonnepaneelprijzen nieuwe investeringen zal aantrekken, waardoor de investeringen in zonne-energie mondiaal zal groeien tot 500 miljard dollar. Ook omdat elke dollar die in 2023 in wind- en zonne-energie werd geïnvesteerd, volgens het IEA 2,5 keer meer energie opleverde dan een dollar die tien jaar eerder aan dezelfde technologieën werd uitgegeven.

Gezien de dominante positie die China heeft op de zonne-energiemarkt is het dan ook niet vreemd dat China het grootste gedeelte van de investeringen in hernieuwbare energietechnologieën voor zijn rekening neemt. Dankzij een sterke binnenlandse vraag naar met name zonnepanelen, lithiumbatterijen en elektrische voertuigen investeert China dit jaar zo’n 675 miljard dollar. Europa en de Verenigde Staten investeren respectievelijk 370 miljard en 315 miljard in hernieuwbare energietechnologieën.

Nadat de investeringen in elektriciteitsnetten tussen 2015 en 2021 wereldwijd op ongeveer 300 miljard dollar per jaar bleven steken, zullen deze uitgaven in 2024 oplopen tot zo’n 400 miljard dollar. Ook hier weer nemen China, Europa en de VS met 80 procent van het totaal weer het grootste gedeelte voor hun rekening. Positieve uitzonderingen zijn Colombia, Chili en Brazilië waar – net als in China, Europa en de VS – de investeringen in de netinfrastructuur verdubbelde in 2023.

De investeringen in batterijopslag beginnen wereldwijd eveneens te stijgen, tot 54 miljard dollar dit jaar. Met name batterijopslag laat het grote verschil tussen China, Europa en de VS aan de ene kant en opkomende en ontwikkelende economieën aan de andere kant. Voor elke dollar die China, Europa en de VS in batterijopslag investeren, wordt er slechts een dollarcent geïnvesteerd door opkomende en ontwikkelende economieën.