Impact lokale energiecoöperaties stijgt

01.03.2021 Simone Tresoor

Impact lokale energiecoöperaties stijgt

Het aantal Nederlandse energiecoöperaties groeit, ze worden steeds professioneler en hun maatschappelijke impact is aanzienlijk. De 623 energiecoöperaties die ons land inmiddels telt krijgen een steeds dikkere vinger in de pap bij de energietransitie.

De opbrengsten uit deze wind-, zon- en warmteprojecten groeien hard voor alle alternatieve energiebronnen en blijven dat de komende jaren doen blijkt uit de Lokale Energie Monitor van klimaatstichting HIER. Inmiddels is het voor bijna alle Nederlanders mogelijk zich aan te sluiten bij lokale energiecoöperaties, die zich niet alleen inzetten voor het realiseren van wind- en zonne-energie, maar ook steeds vaker voor nieuwe warmtebronnen als een alternatief voor aardgas.

Gemêleerde groep

Uiteraard kan men kiezen zelf zonnepanelen op het dak te plaatsen om duurzame energie op te wekken, maar dat is niet voor iedereen mogelijk. Zo heeft niet iedereen een geschikt dak of kan niet iedereen deze investering opbrengen. Door financieel deel te nemen in een collectief energieproject van een lokale energiecoöperatie, kan men wel investeren in zonne- of windenergie. Dat levert vaak een korting op de energierekening op, maar men helpt hiermee ook actief de eigen omgeving te verduurzamen.

“Waren het vroeger vooral gepensioneerde ingenieurs, als je nu bij een gemiddelde bijeenkomst van een energiecoöperatie binnenloopt is het beeld veel gemêleerder.” Aan het woord is Maya van der Steenhoven, tot voor kort directeur van het programmabureau Warmte Koude Zuid- Holland en initiatiefneemster van Energiek Leiden. “Veel vrouwen, personen uit de communicatiesector, ingenieurs en uiteraard heel veel mensen met een warm hart voor het milieu.”

100.000 deelnemers

En die groep wordt steeds groter, inmiddels zijn er landelijk bijna 100.000 deelnemers die in eigen omgeving aan de slag gaan met de productie van duurzame energie. Buurtgenoten die de handen ineen slaan omdat zij de wens hebben zelf te bepalen wat voor energie er uit hun stopcontact komt en daarbij onafhankelijk willen zijn.

De initiatieven zijn eigenlijk alleen maar positief. Zo gunnen ze de lokale installateur een samenwerking en worden de energiegelden uitgegeven aan projecten waar de hele buurt wat aan heeft. Zo blijven de opbrengsten in de regio en profiteert de lokale omgeving ervan mee. “Maar ook wanneer een buurt bijvoorbeeld een warmtenet krijgt en opnieuw moet worden ingericht is het niet meer dan logisch dat zij daarover meedenken. Het is tenslotte hun wijk”, vindt Van der Steenhoven.

En nu doorontwikkelen

“Een coöperatie kan voor heel veel draagvlak zorgen, maar het is geen heilige graal”, zegt Van der Steenhoven. “De initiatieven oefenen ook op alle vlakken. Het is praktisch dat de groepen tegenwoordig niet alleen maar uit ingenieurs bestaan, maar mensen uit verschillende vakgebieden als leden hebben. Dat vergemakkelijkt bijvoorbeeld de communicatie en dat is belangrijk omdat je alle buurtgenoten wilt bereiken.”

Meer dan om kwantiteit zal het in de toekomst gaan om de kwaliteit van de coöperaties: de doorontwikkeling naar effectieve coöperaties met meer eigen projecten, leden en deelnemers. Dat verwachten overheden, markt en samenleving ook van ze. Ze krijgen in toenemende mate een maatschappelijke rol toebedeeld. Dit betekent: meedenken en -beslissen over het regionale en lokale energiebeleid, de invulling van participatie en eigendom van de lokale omgeving.

Uitkomsten Lokale Energie Monitor

Zon: 41% meer collectief zonvermogen, 211 projecten in de pijplijn

In 2020 kwamen er 170 nieuwe zonnedaken en (drijvende) zonneparken gerealiseerd door burgercollectieven bij, waarmee het totaal uitkomt op 814 collectieve zonprojecten. De nieuwe projecten waren goed voor 48,6 MWp, waardoor het totale collectieve zonvermogen in 2020 uitkomt op 166,4 MWp, vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van bijna 50.000 huishoudens. Er zitten minstens 211 projecten in de pijplijn.

Wind: 19% meer coöperatief windvermogen, 92,5 MW in de pijplijn

Er is in totaal 229,9 MW coöperatief windvermogen geplaatst in Nederland. Deze windturbines leveren ongeveer 735 miljoen kWh per jaar op, vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van 245.000 huishoudens. Er is nog minstens 92,5 MW nieuw windvermogen in aanbouw, waardoor het totaal geplaatste coöperatieve windvermogen oploopt tot 322 MW tussen 2021-2022. Daarnaast staat 65 MW wind op land zo goed als klaar voor de bouw.

Warmte: 43% meer initiatieven

In 2020 is het aantal initiatieven met concrete plannen en projecten voor een collectieve warmtevoorziening of collectief opdrachtgeverschap toegenomen tot minstens 77, dus 23 meer dan in 2019. Verreweg de meeste projecten zijn in de onderzoeksfase. Van deze initiatieven richt de overgrote meerderheid zich op de kansen voor een lokaal warmtenet. Veel aandacht gaat uit naar aquathermie uit oppervlaktewater, riool- en afvalwater of drinkwater.