Kaag: ‘Stilleggen verkoop zonnepanelen niet proportioneel’

21.05.2021 Jan de Wit

Kaag: ‘Stilleggen verkoop zonnepanelen niet proportioneel’
Foto: Arenda Oomen

Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag heeft de Tweede Kamer laten weten dat ze het niet proportioneel vindt om de verkoop van zonnepanelen stil te leggen vanwege verdenkingen van dwangarbeid in het productieproces. Volgens minister Kaag is dit vanwege de ‘aanzienlijke economische en maatschappelijke gevolgen’ momenteel niet wenselijk.

PvdA-lid Gijs van Dijk stelde deze week meerdere Kamervragen aan de minister naar aanleiding van verschillende berichten in de media dat er gebruik gemaakt wordt van dwangarbeid met het winnen van de grondstoffen voor zonnepanelen en in de productie van de panelen zelf. Het gaat hier om zonnepanelen uit de Chinese regio Xinjiang.

Minister Kaag zegt dat het kabinet zich ernstig zorgen maakt over de mensenrechtensituatie in de regio. “Nederland spreekt zich uit tegen deze zorgwekkende situatie en pleit onder andere voor ongehinderde toegang voor onafhankelijke waarnemers zoals de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN tot Xinjiang.”

Chinese afhankelijkheid
Onlangs verschenen de bevindingen van het Amerikaanse consultancybureau Horizon Advisory in een artikel van The New York Times waarin polysilliciumbedrijven uit Xinjiang worden beschuldigingen van slavenarbeid. Dat is een wereldwijd probleem, omdat de zonne-energiesector voor de productie van polysilicium zeer afhankelijk is van Xinjiang.

“Volgens mediabronnen kwam in 2020 circa 75 procent van de wereldproductie aan polysilicium uit China. Van de totale Chinese productie kwam ongeveer 237.000MT uit de Xinjiang regio. Dit betreft 52 procent van de totale Chinese productie en 42 procent van de productie wereldwijd”, aldus minister Kaag in antwoord op vragen van Tom van der Lee, Tweede Kamerlid voor GroenLinks.

Uit het rapport In Broad Daylight van de Sheffield Hallam University bleek dat dwangarbeid en zonnepanelen ook verweven zijn. Kaag liet weten dat de Nederlandse situatie hierop geen uitzondering is.

“Uit onderzoek van DNE Research blijkt dat 86 procent van de importwaarde van zonnepanelen in de Rotterdamse haven in 2020 uit China kwam. Een deel daarvan wordt geïmporteerd in Nederland en een deel wordt doorgevoerd naar andere Europese landen. Het is niet uit te sluiten dat de overige 14 procent ook grondstoffen of onderdelen uit China bevat.”

Zorgvuldigheidsplicht
Als reactie op de vraag wat het kabinet doet om de import van ‘foute zonnepanelen’ tegen te gaan, wijst Kaag op de internationaal geldende richtlijnen voor ondernemen. “Het Kabinet heeft geen eigen inzicht in de beweerde verbondenheid van zonnepanelen in Nederland met dwangarbeid van de Oeigoeren in China.

“Het is de verantwoordelijkheid van de zonne-energiesector zelf om gepaste zorgvuldigheid toe te passen, te onderzoeken of er in de keten misstanden plaatsvinden, en deze aan te pakken of te voorkomen, in lijn met de OESO-richtlijnen.”

De minister stelt daarnaast dat het kabinet bezig is zijn eigen zorgvuldigheidsplicht aan te scherpen en belooft dit jaar nog herziening. “Voor de Rijksinkoop geldt dat contractvoorwaarden worden opgenomen met een verplichting tot zorgvuldigheid ten aanzien van sociale risico’s in de productieketen.

“De afgelopen tijd is duidelijk geworden dat het huidige beleid toe is aan een herziening om risico's – waaronder dwangarbeid – steviger aan te kunnen pakken. De inkoop van zonnepanelen valt bijvoorbeeld niet binnen de huidige risico-categorieën.”

Europees antwoord
Voor de toepassing van de zorgvuldigheidsplicht ziet Kaag op dit moment vooral een rol voor de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven en zal de communicatie bij voorkeur op Europees niveau plaatsvinden. “Onlangs hebben 175 grote bedrijven uit de internationale zonnesector een verklaring getekend zich gecommitteerd aan het vrijmaken van hun keten van dwangarbeid.

“Het kabinet wijst bedrijven actief op de risico’s van zakendoen in Xinjiang. Gezien de ernstige verdenkingen en de beperkte mogelijkheden om gepaste zorgvuldigheid toe te passen, kan de beëindiging van een zakelijke relatie passend zijn.”

Het stilleggen van de verkoop van zonnepanelen vindt de minister niet proportioneel vanwege de economische en maatschappelijke gevolgen. “Eventuele maatregelen op het gebied van handel kunnen alleen op Europees niveau genomen worden. Ik heb de kwestie daarom besproken met mijn Franse collega-minister Riester en zal dit ook doen met Eurocommissaris Reynders.”