"Kernenergie-rapport was een slechte aanpak"

29.09.2020 Anje Hoogland

"Kernenergie-rapport was een slechte aanpak"

Vorige week verscheen een rapport van ENCO over de mogelijke rol van kernenergie in de energiemix dat sindsdien volop wordt besproken. Het rapport is gebaseerd op wetenschappelijke documenten en rapporten van internationale organisaties. “Een verkeerde aanpak”, vindt energie- en milieuconsultant Enzo Diependaal.

In het rapport staat te lezen dat kernenergie niet duurder is dan energie uit wind en zon, dat levensduurverlenging van een kerncentrale over het algemeen de goedkoopste manier is om CO2 te besparen en dat kernenergie is per terawattuur de meest veilige wijze van produceren van elektriciteit is. De VVD pakte naar aanleiding van dit rapport direct door en stelt voor per 2025 drie tot tien nieuwe kerncentrales te bouwen omdat we het volgens hen met alleen zon- en windenergie niet gaan redden om in 2050 de klimaatdoelen te halen. Daarnaast wil de partij geen “rommellandschap” vol windmolens en zonneweides. Maar Diependaal zou liever zien dat er eerst nog ander onderzoek gedaan wordt voordat de politiek hier beslissingen over neemt.

“Na een optimalisatiestudie kan de politiek veel beter haar keuzes onderbouwen en verantwoorden.”

 “Het ENCO-rapport is eigenlijk een literatuurstudie. De overheid had beter eerst een optimalisatiestudie kunnen uitschrijven. Dan had de politiek daarna kunnen variëren op basis van het ‘optimale’ scenario. In zo’n studie kijk je namelijk naar waar we nu staan en waar we naartoe willen, bijvoorbeeld CO2 neutraal in 2050. Daarbij bepaal je beleidskaders om aan te geven hoe je je doel wilt bereiken en reken je de ‘optimale’ manier uit om daar te komen”, legt Diependaal uit.

“Meestal is dit de goedkoopste manier, maar je kan bijvoorbeeld ook optimaliseren voor het minste landgebruik. Wat de VVD dus graag zou zien. Je stelt dan vragen als: Wat is het extra landgebruik als we meer zon inpassen omdat wind meer weerstand oproept? Wat als kernenergie in een optimaal scenario wél voorkomt, maar we willen de techniek eigenlijk niet gebruiken? Dit zijn variaties, op basis van politieke beslissingen. De politiek kan daarna haar keuzes onderbouwen en verantwoorden.”

Diependaal verwacht in ieder geval dat de rol van solar in de energiemix nog een stuk groter wordt. “Solar biedt binnen de huidige wet- en regelgeving gewoon een heel interessante casus. De vraag is hoe de toekomst eruit gaat zien, doordat groothandelsprijzen nog verder zullen dalen. Kan opslag ervoor zorgen dat zonne-energie de duurdere uren aan kan boren? En krijgen we als ook deze uren minder opbrengsten geven een ander marktmodel? Voor particulieren en kleinverbruikers die kunnen salderen is dit nu nog minder aan de orde, maar voor de commerciële zonneparken zijn dit nu al vragen waar snel een antwoord op moet worden gevonden. Ikzelf werk nu nog veel met power purchase agreements, een onderling contract tussen producent en afnemer. Maar hoelang is dat nog houdbaar als de groothandelsprijzen verder zullen zakken?”

Hij vervolgt: “Of kernenergie hier invloed op zal hebben? Dat lijkt me nu nog beperkt. Kernenergie is geen grote plaatsvervanger voor zon of wind.”

“Zo besparen we veel meer omdat we het net niet hoeven te verzwaren.”

Hernieuwbare energie en kernenergie hebben volgens Diependaal beide een lage uitstoot en zijn wat hem betreft in ieder geval prima technieken die je aan kunt wenden om de problemen van de komende decennia op te lossen. “Het is betrekkelijk onzinnig om alleen maar te praten over de prijs (per kWh) van een producent. We vergeten namelijk vaak dat de waarde ook belangrijk is. We moeten daarom onderzoeken wat de beste energiemix is, waarbij we als maatschappij ons geld optimaal besteden”.

“Je kunt de discussie een beetje vergelijken met de huidige discussie over het aftoppen van zonneparken. Als je maar 70 procent van die piek toestaat, verlies je 2 procent van de energie op jaarbasis. We besparen alleen veel meer aan sociale lasten omdat we het net niet hoeven te verzwaren. Dit roept weerstand op bij producenten, want die missen een (klein) percentage dat ze kunnen verkopen. Maar we kunnen als maatschappij het bespaarde geld weer op een andere plek inzetten, waardoor we netto meer duurzame energie kunnen realiseren.”

Maar de producent dan? “Die kunnen we misschien compenseren met een gedeelte van de vrijgekomen fondsen. Of wellicht lukt het de producent die 2 procent op te slaan en op duurdere momenten verkopen. Het is daarom in mijn ogen belangrijk dat we de markt zo inrichten dat deze het ‘optimale’ model faciliteert. Zo creëren we als maatschappij een energie-infrastructuur waar we allemaal het meeste baat bij hebben.”