Klimaatdoelen 2030 voor het eerst in zicht, kabinet houdt koers aan in Miljoenennota 2024
20.09.2023 Brendan Hadden
Het demissionaire kabinet presenteerde op Prinsjesdag 2023 de Miljoenennota voor 2024, met daarin geen grote veranderingen op het gebied van de klimaat- en energiebegrotingen. Opvallend is de aandacht voor armoedebestrijding en de ambitie om fossiele subsidies af te bouwen. Ook werd het eerste deel van de Klimaat- en Energieverkenning 2023 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gepresenteerd, waaruit blijkt dat Nederland voor het eerst op pad ligt om het wettelijke doel van 55 procent minder uitstoot ten opzichte van 1990 in 2030 te halen.
De Miljoenennota, met de titel Begroten voor Brede Welvaart, richtte zich met name op armoedebestrijding. Voor dit onderwerp werd een extra twee miljard euro begroot, in de vorm van onder andere een kindgebonden budget, een verhoging van de huurtoeslag en een verhoging van de arbeidskorting.
“Een demissionair kabinet past terughoudendheid”, schrijft minister van Financiën Sigrid Kaag in het voorwoord van het stuk. De demissionaire status van het kabinet is dan ook een van de belangrijkste redenen dat deze Miljoenennota geen grote veranderingen in de begroting bevat. Hoewel het energie- en klimaatbeleid niet-controversieel is verklaard, en het kabinet door mag met de plannen die op tafel liggen, veranderd er ook op dat vlak weinig met betrekking tot de begroting.
Een ander belangrijk document met betrekking tot de Nederlandse klimaatdoelen is de jaarlijkse Klimaat- en Energieverkenning (KEV) van het PBL. Hiervan werd op Prinsjesdag het eerste deel gepresenteerd, met daarin de ramingen voor broeikasgasemissies. Het PBL laat weten dat Nederland voor het eerst op pad ligt om het wettelijke doel van 55 procent emissiereductie ten opzichte van 1990 te gaan halen. Het extra pakket aan maatregelen dat het kabinet dit voorjaar aankondigde in de Voorjaarsnota Klimaat speelde hier een belangrijke rol in.
Miljoenennota 2024: Armoedebestrijding, maar gerichter en goedkoper
Armoedebestrijding is het belangrijkste thema in de Miljoenennota van dit jaar. Een van de onderdelen hiervan is het tegengaan van de gevolgen van de energiecrisis en de hoge inflatie van het afgelopen jaar. Zo kunnen mensen die hun energierekening niet kunnen betalen tot en met maart 2024 een beroep doen op het Tijdelijk Noodfonds Energie.
Volgens het NRC zijn de maatregelen van het kabinet ditmaal gerichter en goedkoper dan die van het afgelopen jaar. Waar het kabinet vorig jaar nog regelingen als het prijsplafond en de lagere energiebelasting gebruikte, gaan de maatregelen voor het komende jaar niet meer voor alle Nederlanders gelden. Het idee is dat ze gerichter terecht komen bij de mensen die dit het meest nodig hebben, en al met al dus minder gaan kosten.
Fossiele subsidies
De laatste tijd is er veel te doen geweest om de zogeheten “fossiele subsidies”: een verzamelnaam voor financiële regelingen die het gebruik van fossiele brandstoffen bevoordelen. Al met al zou het volgens sommige schattingen gaan om een bedrag tussen de 39,7 en 46,4 miljard euro. Deze regelingen, die vaak zijn gericht op industriële grootverbruikers die minder belasting over fossiele brandstoffen betalen, hebben geleid tot een reeks protesten waarbij activisten de A12 in Den Haag blokkeren.
Tijdens de presentatie van de Miljoenennota sprak Kaag over het belang van het afbouwen van deze subsidies. Over het voeren van een ambitieus klimaatbeleid zei zij: “Daar hoort ook de afbouw van fossiele subsidies bij. Want niets doen kost uiteindelijk veel meer.”
Het kabinet heeft in het Belastingplan 2024 laten weten een einde te willen maken aan verschillende vormen van fossiele subsidie. Zo doet het een voorstel om de belastingvoordelen voor energieverbruik in de glastuinbouw en de zware industrie te verminderen, en de minimum CO2-prijs te verhogen. Het doel van deze regelingen is om industrie en bedrijven een prikkel te geven om hun CO2-emissies te verlagen, door minder aardgas te verbruiken.
PBL: ‘Klimaatdoel 2030 voor het eerst in zicht’
De KEV is een jaarlijks rapport waarin het PBL op basis van de Klimaatwet de voortgang van het Nederlandse klimaatbeleid monitort. Daarmee is het ook een van de belangrijkste verantwoordingsinstrumenten op dit gebied.
Dit eerste deel van de KEV 2024 is positief gestemd. Nederland is volgens de berekeningen van het PBL op weg om in 2030 een emissiereductie tussen de 46 en 57 procent te gaan realiseren, ten opzichte van 1990. Hiermee is het wettelijke doel van 55 procent emissiereductie voor het eerst mogelijk binnen de bandbreedte, zoals vastgesteld door het PBL.
Een belangrijke stap op weg naar deze uitkomst was de Voorjaarsnota Klimaat, die het kabinet in april dit jaar aankondigde. Ook is het nog wel belangrijk dat de huidige plannen snel uitgewerkt en geïmplementeerd worden. “De speelruimte tot 2030 is zeer beperkt”, schrijft het PBL. Om die reden is de beslissing om energie- en klimaatbeleid niet controversieel te verklaren een cruciale stap geweest. Het PBL waarschuwt verder dat om aan de positieve kant van hun bandbreedte voor emissiereductie uit te komen er een hoop goed moet gaan. Hier vallen ook niet-stuurbare factoren onder, zoals het weer en de elektriciteitsimport.
Op 26 oktober verschijnt de volledige KEV met daarin ook ramingen voor energiebesparing en hernieuwbare energie.