Op 1 april (geen grap!) vond de Talkshow Nationaal Consortium Zon in Landschap plaats onder begeleiding van Kay Cesar. Verschillende branchemedewerkers schoven aan om te praten over de uiteenlopende mogelijkheden om het landschap te gebruiken voor de opwek van zonne-energie.

Cesar opent met verschillende scenario’s voor Co2-reductie.  De uitdaging zit hem volgens hem in een verantwoordelijke omgang met snelheid. “In het buitenland zien we gigantische zonneweides, maar Nederland is daarvoor te dichtbevolkt. We hebben elke vierkante meter al drie keer uitgegeven” De vraag is volgens Cesar dan ook hoe we kunnen voorkomen dat we grote industriële ontwikkelingen nodig hebben om ons doel te halen.

Wijnand van Hooff, directeur van belangenvereniging Holland Solar, stelt dat we goed op weg zijn om de Nederlandse daken te benutten. “80% van de panelen in Nederland liggen op daken. Maar dat betekent niet dat we geen aandacht hoeven te besteden aan zon op landschap, infrastructuur of water. We hebben deze gebieden ook nodig, want we hebben haast. In 2030 is het al anderhalve graad warmer dan in 1990. De oplossing ligt in het landschap.”

Uiterlijk doet er toe

Door het esthetisch aspect van de grote parken te verbeteren, verhoog je ook het draagvlak. Marieke Rietbergen is oprichter van Design Innovation Group, een bedrijf dat maatschappelijke uitdagingen helpt op te lossen met behulp van visuele aantrekkelijkheid. “Als ik door Nederland fiets kan ik af en toe buikpijn krijgen van de parken die we hebben liggen. We hebben zo weinig grond, de ruimte die we hebben moeten we slim gebruiken en dus mooier maken.”

De kijkers hebben vertrouwen in esthetische parken. 65% geeft aan te denken dat we ober vijf jaar aantrekkelijke parken kunnen ontwikkelen. Olof van der Gaag, directeur van de NVDE, is nog optimistischer. “We hebben al mooie parken! De solarwereld en designsector komen nu al samen. Dat is een mooie ontwikkeling.”

Dubbelfunctie

Vanwege de beperkte ruimte moet zon gecombineerd worden met andere benodigdheden, zoals agricultuur. Volgens Van der Gaag kunnen die twee elkaar tevens aanvullen. “Kippen lopen liever in de schaduw dan in de brandende zon, en frambozen groeien beter als ze beschut zijn. Als er iets is waar panelen goed voor zijn, dan is het wel het tegenhouden van de zon.”

Label

Landschap dat intensief gebruikt is kan baat hebben bij zonnepanelen voor een rustig herstel. Onder meer Van Hooff mee de ontwikkeling van een label dat houvast moet bieden aan bestuurders en ontwikkelaars voor een optimaal ontwerp van een zonnepark met een goede biodiversiteit. “We meten bij twintig projecten hoe de biodiversiteit zich ontwikkelt. We leiden daar richtlijnen af die een label vormen.” 

De volgende talkshow van Zon in Landschap vindt plaats op 20 april en focust op zonne-energie op water. Inschrijven kan via de website.