Degenen die hun elektrische auto opladen, doen dat in de regel in een lader op straat of thuis. Voor de laders in de straat moeten gemeenten en netbeheerders significante investeringen doen. Het bedrijf CityCharge is met een slim alternatief op de proppen gekomen: de lantaarnlaadpaal. Waarom zou je immers niet van de bestaande infrastructuur gebruik maken? Er zijn immers meer lantaarnpalen dan EV’s in Nederland.

Om de energietransitie bij te benen, moeten volgens CityCharge in Nederland tot 2030 zo’n 1,7 miljoen laadpalen geïnstalleerd worden. Dat komt neer op maar liefst 600 laadpalen per dag. Het plaatsen van nieuwe laadpalen vereist extra geld en neemt publieke ruimte in beslag.

Om met beiden zo zuinig mogelijk om te springen, poogt het bedrijf nu lantaarnpalen om te bouwen en uit te breiden met laadfunctionaliteiten. De eerste laadlichtmast is reeds geplaatst, in de gemeente Renkum.

Dat ging niet zonder slag of stoot. Lantaarnpalen vervullen een publieke functie. Er is daarom toestemming van (lokale) overheden en netbeheerders vereist om deze laadfunctionaliteit in te bouwen. Na wat gesteggel en geharrewar zijn ook deze partijen over de brug gekomen. Zo kwam het dat ElaadNL en Liander hun medewerking hebben verleend aan dit project.  

En zo geschiedde. Wie weet zullen de komende jaren nog vele lantaarnladers volgen en worden ze gemeengoed in de Nederlandse gemeenten.