Oproep aan provincie: houd ondernemers aan boord!

24.11.2020 Simone Tresoor

Oproep aan provincie: houd ondernemers aan boord!

Not In My Back Yard; het lijkt erop dat de provincies zich teveel laten leiden door de weerstand van bewoners tegen veranderingen in hun woonomgeving. Hierdoor kiezen ze vaak voor oplossingen die goed liggen bij de bevolking en plaatsen vervolgens zonnepanelen liever op daken dan op landbouwgrond. 

“Kiezen voor oplossingen die goed liggen bij de bevolking is heel begrijpelijk, maar we moeten ook zorgen dat het betaalbaar wordt en dat we de klimaatdoelen gaan halen”, zegt Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) tijdens een interview met BNR. “Er is vaak discussie in de omgeving als er een zonne-of windpark komt.”

73.000 panelen bij Eelde

Een van de voordelen van grootschalige projecten op de grond is dat het lekker aantikt en dat het ook betaalbaarder is. Bij Airport Eelde liggen 73.000 zonnepanelen tussen de start- en de landingsbaan. Daar heeft niemand last van. Er zijn veel meer locaties waar de panelen geen aangezichtsvervuiling veroorzaken.

“Er zijn ook combinatieprojecten waar ze rood fruit gaan kweken onder zonnepanelen. Rode bessen houden bijvoorbeeld van schaduw, dan heb je echt een win-win. Natuurlijk moeten we heel veel doen op daken, maar we moeten ook onze ogen niet sluiten voor de kansen die er op de grond zijn", zegt Van der Gaag.

Houd het aantrekkelijk voor de ondernemer

Het punt is dat provincie- en gemeentebesturen vaak kiezen voor kleinschalige en dus duurdere projecten. Ook ziet de NVDE dat er lokaal heel veel eisen aan de ondernemers worden gesteld. “De omgeving moet financieel meeprofiteren en moet financieel mede-eigenaar kunnen zijn, maar je moet wel zorgen dat er ook een businesscase overeind blijft. Er is zes miljard euro aan investeringen nodig om de klimaatdoelen alleen al op land te halen. Dat zijn investeringen die de economie goed kan gebruiken, maar dan moet het wel aantrekkelijk blijven voor de ondernemer", zegt Van der Gaag.