De pensioensleeftijd van de mens zal altijd blijven stijgen. Hoe zit dat met panelen? Worden die – net als de mens – alsmaar ouder voordat ze rijp zijn voor het graf?

In Nederland zouden zonnepanelen nu gemiddeld zo’n 25 jaar meegaan. Althans, dat is hoelang fabrikanten meestal garantie geven op hun producten. Maar een paneel kan bij gunstige omstandigheden veel langer meegaan.

Er lijkt overigens niet veel te zijn veranderd door de jaren heen. De opbrengst van panelen neemt alsmaar toe, maar de levensduur lijkt vanaf begin af aan nagenoeg hetzelfde te zijn: deze is altijd al zo’n 25 jaar geweest. Daarna is het paneel meestal niet meteen ‘kapot’, maar dusdanig verouderd dat de opbrengst niet meer interessant genoeg is. Enerzijds doordat het rendement met de jaren afneemt, anderzijds omdat de wereld eromheen door blijft draaien en zich blijft innoveren.

Hoewel het met name de laatste jaren heel hard gaat met het innoveren van onze PV-technologie, zijn ‘oudere’ panelen niet meteen het vervangen waard. In 2010 was het oudste zonnepaneel ter wereld nog altijd hard aan het werk. Hoewel, echt hard werken deed het paneel niet: er werd slechts 1,5 volt geproduceerd, mits het zich in direct zonlicht bevond. Genoeg om een digitaal horloge van stroom te voorzien.

Terwijl de huidige panelen alleen indirect zonlicht nodig hebben om te functioneren, had deze 60 jaar oude versie echt direct zonlicht nodig. Niet zo handig dus. Inmiddels geniet het systeem van een welverdiend pensioen.