Op tweede paasdag werd een record aan groene stroom geproduceerd. Dat is natuurlijk helemaal niet gek, aangezien we aan de lopende band nieuwe systemen installeren. Maar er spelen ook andere variabelen mee.

Een piek in de productie die zo vroeg in het jaar gemeten wordt is opmerkelijk. De langste dag vindt immers pas rond 21 juni plaats. Op dat punt in het jaar is de stand van de zon ook veel gunstiger dan tijdens de lente.

Constante periode

De efficiëntie van panelen neemt echter flink toe bij lagere temperaturen. In juli en augustus leveren zonnepanelen een lager rendement op door het warme klimaat. Gegevens van het KNMI tonen aan dat er van april tot en met september een periode is van constante opbrengst. Hoewel er in juni veel meer zonuren zijn, weegt de lage temperatuur dus op tegen het gebrek aan zonnestralen.

Ook in de wintermaanden hebben panelen veel baat bij de lage temperaturen, maar doordat de zon gedurende die dagen zo weinig schijnt en bovendien een zwakke straling heeft, wordt hier nauwelijks van geprofiteerd.

Rendement

Naast het gunstige klimaat, doet de toegenomen efficiëntie van panelen en windturbines ook een duit in het zakje. Het aantal groene stroomopwekkers neemt namelijk niet alleen toe, maar krijgen ook een steeds hoger rendement. Er zullen dit jaar dan ook ontgetwijfeld nieuwe records worden behaald.