Planten en panelen, prima combinatie

29.04.2021 Nicolien van Loon

Planten en panelen, prima combinatie
Koen Verheijden

Verrijdbare, laagliggende zonnepanelen zijn volgens Patrick Bekkers en Rogier Mul de oplossing om klimaatverandering aan te pakken, duurzame energie op te wekken, water te besparen, de circulaire economie te promoten, tot effectievere landbouw te komen én een betere prijs voor boeren te realiseren. In een artikel in Trouw vertellen de oprichter Bekkers en hoofdonderzoeker Mul over hun zogeheten Duurzaamheidspark, waar landbouwgrond dubbel gebruikt wordt: voor het opwekken van stroom én het verbouwen van voedsel. 

Eisen
De eisen zijn dat de zonnepanelen genoeg licht moeten doorlaten om onderliggende gewassen te laten groeien, maar ook voldoende kracht moeten hebben om energie op te kunnen wekken. Ook moeten deze verrijdbaar zijn, zodat het land nog bewerkt kan worden door machines. De panelen houden regen tegen, wat vraagt om een irrigatiesysteem dat regenwater aan de zijkanten opvangt en wanneer nodig bij de gewassen laat komen. Dit laatste gaat met behulp van sensoren, die de droogte van de grond meten. 

Eerste test
Bekkers heeft het concept zelf getest op een aantal hectare land dat hij tot zijn beschikking had. Omdat het klimaat onder de panelen gematigder is, groeiden de gewassen daaronder in sommige gevallen zelfs beter dan in de paneelvrije teststrook. In de winter blijft het er warmer en in de zomer blijft het er koeler en verdampt er minder water. 

Tweede test
Inmiddels is er afgelopen jaar een nieuwe, professionelere opstelling gebouwd. Op 800m2 staan daar vier rijen zonnepanelen, gebouwd op een stellage en verschuifbaar via rails. Ook is er een strook vrijgehouden van panelen om mee te kunnen vergelijken. De panelen op de stellages verschillen. Drie ervan laten verschillende percentages aan licht door, te weten: 41, 38 en 25 procent. In de laatste rij worden compleet zwarte panelen afgewisseld met glasplaten. 

Academische ondersteuning
Bekkers en Mul willen hun park perfectioneren en krijgen daarbij hulp van de hogescholen van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Den Bosch (HAS). De HAN neemt het technische gedeelte van het onderzoek op zich, terwijl de HAS het agrarische aspect onderzoekt.

Winstgevend
De oprichter en hoofdonderzoeker zijn ervan overtuigd dat het project winstgevend kan zijn. Tot nu toe is er tussen de 200.000 en 250.000 euro geïnvesteerd, waarvan 35 procent uit subsidies kwam. “Uiteindelijk schatten we dat ongeveer 65 procent van de opbrengsten uit het Duurzaamheidspark uit de gewassen zal komen, en de rest uit de energie”, zegt Bekkers. “De kosten zijn nu hoog vanwege de verschillende opstellingen die we al hebben gebouwd. De inkomsten hangen uiteindelijk ook af van wat er uit de onderzoeken komt en hoe het park er precies uit gaat zien.”