Slim energieverbruik wordt dagelijkse kost voor OV-bedrijven

01.04.2025 Evelien Schreurs

Slim energieverbruik wordt dagelijkse kost voor OV-bedrijven

De Rijksoverheid vindt dat het openbaar vervoer slimmer om moet gaan met energie. OV-bedrijven hebben moeite met verder groeien door netcongestie. Maar tegelijkertijd kan de infrastructuur van bussen, trams en treinen ook ingezet worden als schakel in het tegengaan van netcongestie. Om slimme maatrelen in het openbaar vervoer te kunnen nemen, stelt de Rijksoverheid de komende vier jaar 3,2 miljoen euro beschikbaar.

Slim energiegebruik moet onderdeel worden van de reguliere bedrijfsvoering van ov-bedrijven en bestaande oplossingen waarbij energie efficiënt wordt ingezet moeten worden uitgebreid. Daarover hebben de Rijksoverheid, netbeheerders en OV-bedrijven gezamenlijk afspraken gemaakt.

Als voorbeeld van het slim inzetten van openbaar vervoerd wordt de tram in Rotterdam aangehaald. Hier leveren trams overtollige stroom, dat is met name buiten de spits en ’s nachts’, aan de gemeente Rotterdam en een natuurorganisatie. Er wordt onderzocht of soortgelijke oplossingen ook op andere plekken ingezet kunnen worden.

Om een knelpunt in het stroomnet op te lossen, wordt in Utrecht naast het spoor een biodieselaggregaat geplaatst. Mogelijk zal deze oplossing ook op andere stations toegepast gaan worden.

Busbedrijven krijgen hulp bij het sluiten van contracten met netbeheerders waarbij ze alleen ‘s nachts opladen, omdat het dan rustig is op het stroomnet. In stedelijk gebied wordt daarnaast ook ongebruikte capaciteit van het eigen stroomnet ingezet om andere voertuigen op te laden.

Chris Jansen, Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu: “Slimme oplossingen brengen Nederland verder. De openbaar vervoer sector in Nederland is slim en innovatief. Het is dan ook fantastisch dat de sector kan bijdragen aan de aanpak van het volle stroomnet en tegelijk kan blijven groeien.  Want om meer treinen, trams en elektrische bussen te kunnen rijden moet het publieke stroomnetwerk dat natuurlijk wel aankunnen. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”