Een klein jaar geleden werd Stichting Aruna opgericht op vakbeurs Solar Solutions International met als doel de installatiekwaliteit van zonnepanelen te verbeteren in Nederland én in Europa. Solar365 sprak twee Aruna-deelnemers – Stago, onderdeel van de WIBE Group, en Svea Solar – over de progressie die de stichting boekt richting een level playing field met uniforme spelregels.

Stichting Aruna heeft een klein jaar na zijn oprichting een behoorlijke groei doorgemaakt. Brancheorganisatie, verzekeraar, installateur en fabrikanten van kabels, onderconstructies en zonnepanelen, allen hebben zich aangesloten. Inmiddels telt Aruna zeventien deelnemers, waaronder meerdere internationaal opererende bedrijven, zoals ook WIBE Group en Svea Solar.

Lees ook: Stichting Aruna wil een Nederlands en Europees level playing field voor installaties

De stichting ziet dat er relatief weinig eisen zijn om als installateur de PV-markt te betreden en dat er wegens de grote vraag en nadruk op prijs druk bestaat om snel te werken. Dit vergroot het risico op installatiefouten, wat ten koste kan gaan van het draagvlak voor de energietransitie. Er is alle partijen veel aan gelegen om dat te voorkomen. Daarom worden binnen Aruna mechanische en elektrotechnische installatievoorschriften afgesproken.

Daarnaast wordt aandacht besteed aan de voorschriften rondom arbeidsveiligheid. De Aruna-voorschriften gaan niet verder dan de bestaande voorschriften uit regelgeving en de vele relevante NEN-normen, maar bundelen deze in één begrijpelijk document.

Volgens Avinash Ramnath, global portfolio manager van de WIBE Group, is dit een belangrijke reden geweest om aan te sluiten. “Wij willen een praktische bijdrage leveren aan het verbeteren van de installatiekwaliteit, mede omdat we een morele verantwoordelijkheid voelen. Dat alle partijen van de keten zich verenigen in Stichting Aruna was voor ons een belangrijke reden om als specialist in kabeldraagsystemen ook aan te sluiten. Zo kunnen we gezamenlijk alle perspectieven van een zonne-energie-installatie vertegenwoordigen en een waardevolle impact hebben.”

Svea Solar begon als een Zweeds installatiebedrijf en werd in korte tijd marktleider in Europa. “Er bestaan nog te veel kennisgaten in onze industrie”, stelt solar industry affairs en standardization lead van Svea Solar, Jonas Bigelius vast.

“Daar willen we wat aan doen. Het is voor alle partijen immers goed als de algemene installatiekwaliteit omhoog gaat, ook voor de installateur. Het is ook een erkenning dat je onderdeel bent van iets groters. Wanneer alle installateurs zich aan bepaalde voorschriften moeten houden, zorgt dit er bovendien voor dat goede installateurs niet langer last ondervinden van concurrentie die ondermaatse installaties opleveren.”

Veilige installaties cruciaal voor het draagvlak
Ramnath en Bigelius zien dat partijen in de zonne-energiesector steeds vaker worden aangesproken op ondeugdelijke installaties op sociale media. “Steeds meer mensen zijn steeds meer vocaal begaan met de energietransitie en dus ook met installatiekwaliteit”, stelt Bigelius.

“Zowel consumenten als installateurs delen allerlei onjuiste ideeën over hoe een goede installatie eruit moet zien, daarom is een gedeelde standaard zo belangrijk.”

De WIBE Group ziet deze beelden van onveilige en slechte installaties ook op sociale media voorbijkomen, zo vult Ramnath aan. “Zoals stoeptegels als ballast of losse kabels op plekken waar ze niet horen.” Samen met PVX Multimount brengt de WIBE Group daarom het perspectief van kabelmanagement in de discussies binnen Stichting Aruna.

“Met de recente branden en stormen hebben we ook weer kunnen zien hoe relevant een veilig zonne-energiesysteem is. In België is iemand overleden door weggewaaide onderdelen en in Amsterdam raakte iemand zwaargewond. Dat willen we voorkomen en dat willen we efficiënt doen.”

Lees ook: Alle installaties veilig? ‘Als sector hebben we wel vaker zeer ambitieuze doelstellingen gehaald’

De partijen betrokken bij Aruna erkennen de waarde van de al bestaande normen, maar willen deze juist bundelen tot een uniforme set in praktisch taalgebruik. Zo moet het vooral begrijpelijk zijn voor degene die ermee aan de slag moet: de installateur.

“Wij denken dat we dan tot een norm kunnen komen die in misschien wel 95 procent van de gevallen kan voldoen. In de overige gevallen kan de installateur beargumenteren en documenteren waarom hij kiest om af te wijken. Dit geeft de installateur flexibiliteit om met afwijkende praktijksituaties om te gaan”, aldus Bigelius.

Gemeenschappelijke grond
Een uniforme set regels om een level playing field te creëren. Het klinkt zo eenvoudig, maar om daar te komen zijn nog wel de nodige discussies nodig, verzekert Ramnath.

Er moet rekening worden gehouden met de verschillende situaties die zich bij een installatie kunnen voordoen, zowel wat betreft de eigenschappen van het dak en het gebouw als wat betreft de producten die worden gebruikt. “Het leidt tot pittige discussies, maar omdat we een gedeeld doel hebben komen we er wel uit.”

Bigelius voegt toe dat die discussies juist een deel van de toegevoegde waarde van Stichting Aruna zijn. “Vaak staan fabrikanten en installateurs tegenover elkaar bij dit soort onderwerpen, nu werken we gezamenlijk aan een oplossing op detailniveau. De sleutel is dan om elkaars perspectief te begrijpen en gemeenschappelijke grond te vinden.”

Wat is noodzakelijk?
Daar hoort volgens Ramnath een belangrijke nuancering bij. “We werken met Stichting Aruna aan een minimumstandaard voor alle installaties. De punten waar vrijwel iedere serieuze schakel in de zonne-energieketen zich in kan vinden, daar zijn we naar op zoek”, zo legt hij uit.

“Het gaat om het vinden van een lastige balans. De zonne-energieketen moet zorgen dat veilige installaties worden opgeleverd en tegelijkertijd faciliteren dat de energietransitie zich op volle snelheid voltrekt. We moeten dus steeds reflecteren op wat écht noodzakelijk is.”

Aruna streeft dan ook niet naar perfect veilige installaties, maar geeft voorschriften waarmee installaties minimale kwaliteitseisen voldoen. Ook wordt nog gewerkt aan het bepalen en helder opschrijven van die kwaliteitseisen.

Uiteindelijk zal dat ertoe leiden dat er één uniforme minimumstandaard komt die de belangrijkste onderdelen van het installeren van zonnepanelen beslaat. Daarmee zet de zonne-energie-markt een volgende grote stap op weg naar volwassenheid.