Stichting Aruna wil een Nederlands en Europees level playing field voor installaties

29.09.2021 Jan de Wit

Stichting Aruna wil een Nederlands en Europees level playing field voor installaties

Sinds vandaag is Nederland een opmerkelijke stichting rijker in de zonne-energiesector. Stichting Aruna wil de installatiekwaliteit verbeteren in Nederland én in Europa. Voorzitter Stijn Vos legt uit hoe uniforme spelregels dit mogelijk kunnen maken en waarom Aruna noodzakelijk is om de energietransitie verder te versnellen.

Niet zelden komt het voor dat een PV-systeem niet optimaal functioneert of in het slechtste geval zelfs onveilig blijkt te zijn. Recent marktonderzoek wijst uit dat dit vaak aan de installatie van het systeem ligt, daar wil Aruna een einde aan maken door de installatiekwaliteit te verhogen.

“Als je als branche ketenverantwoordelijkheid wil tonen, moet je ook zóiets oppakken”, aldus Vos. “Wij ondervinden allemaal hinder van slechte installaties. We willen goede installaties en die willen we in één keer goed. Dat creëert een beter businessmodel voor iedereen. Helaas hebben we nog te maken met complexe regels en is standaardiseren moeilijk.”

Daarom is er ook gekozen voor de naam Aruna, zo legt hij uit. “De naam verwijst naar de wagenmenner van de zon binnen de Indiase mythologie. Iedere dag komt de zon op doordat Aruna hem voorttrekt, dat moet ook onze rol worden. We willen de kracht van de zon vooruit helpen en de energietransitie versnellen.”

Ketenbreed en onafhankelijk
Het bestuur van de stichting zal bestaan uit voorzitter Stijn Vos, Rolf Heynen, CEO van Dutch New Energy Research en Solar365-columnist en Frans van den Heuvel, medeoprichter van Renewco Power en door Solar365 een half jaar geleden nog aangewezen als pionier van de sector.

Naast het bestuur dat de communicatie en de leiding op zich zal nemen, is er een deelnemersvergadering en een technische commissie. “De deelnemersvergadering wordt het besluitvormingsorgaan van de stichting, daarom is het extra belangrijk dat iedereen in de zonne-energieketen meedoet. Wat goed gaat, willen we uniform en effectief implementeren. Het praktisch maken. We willen hier geen zwaar bestuursorgaan van maken.”

De beoordeling wat een goede installatie is zal gedaan worden door de technische commissie, die dit op hun beurt weer aan de deelnemersvergadering zal voorleggen. “Zij spreken af wat een goede installatie is. Het streven is niet naar een perfecte installatie, maar naar een uitvoering die voldoet aan de minimumstandaarden.”

Level playing field
Als CEO van Esdec heeft Vos met eigen ogen gezien hoe de verschillen in regelgeving tussen Europa en de VS de markt beïnvloeden. Juist door het Amerikaanse systeem niet één-op-één over te nemen, maar door ervan te leren kan de energietransitie versneld worden, stelt Vos.

“Je hebt daar met vijftig verschillende staten te maken en die hebben allemaal dezelfde regels en kwaliteitseisen. Wanneer je eenmaal aan die eisen voldoet kun je vrij gemakkelijk uitbreiden naar nieuwe staten. Hier hebben de 27 EU-lidstaten allemaal hun eigen regels, normen en eisen voor de vergunningen, het bouwen en het installeren van zonne-installaties. Dat bemoeilijkt uitbreiding over de grens.”

Tegelijkertijd kent de Amerikaanse manier ook duidelijke nadelen, want voor elke zonne-installatie moet je een vergunning aanvragen bij de lokale county. “Dat wordt vervolgens uitgebreid getoetst aan de hand van veiligheidsstandaarden en de beschikbare netcapaciteit voor er een vergunning verleend wordt. Ten slotte wordt er tijdens het installeren geïnspecteerd of dit conform de regels en de vergunning gaat.”

Vergunningverlening  kan maanden duren, iets wat Vos absoluut niet over wil nemen. “Die bureaucratie maakt de uitrol van zonne-energie duur en langzaam. Maar door de uniforme voorschriften kun je in een oase van duidelijkheid werken en dát willen we wel overnemen”, stelt Vos.

“Er is al veel goed geregeld in Nederland en er zijn ook wel normen voor zonne-installaties, maar die zijn versnipperd en er ontbreken onderdelen. Ook zijn ze door het moeilijke taalgebruik lastig te lezen, waardoor ze de installateurs op het dak onvoldoende bereiken.”

Al die zaken bij elkaar opgeteld, zorgen volgens hem voor onnodige, negatieve publiciteit voor de zonne-energiesector. “We willen dat installaties niet meer door een ondergrens zakken, dat ze niet meer zo goedkoop en zo snel mogelijk gedaan worden, maar aan een bepaalde norm voldoen.”

Daarom pleit hij voor een meer uniforme installatiesector. “Met een standaardisering voor installaties kun je de minimale kwaliteit van een PV-installatie omhoog helpen. Hiermee creëer je een level playing field en kun je de energietransitie in kwantiteit én in kwaliteit versnellen.”

Versnellen, niet afremmen
Dit gelijke speelveld wil stichting Aruna creëren door iedereen aan dezelfde uniforme regels rondom installaties te vinden. Maar hoe moet die er uit gaan zien? “Daarvoor willen we alle partijen bij onze stichting betrekken, dus groothandels, fabrikanten, installateurs, etc. We hebben al veel partijen uit de markt gesproken en ontvangen veel enthousiaste reacties”, vertelt Vos.

“Zelfs concurrerende partijen zoals Van der Valk Solar Systems en K2 Systems hebben al toegezegd, en ook brancheorganisatie Holland Solar is positief. Iedereen ziet dat het beter kan en bij een gedeeld belang moet je ook samen kunnen werken. De markt gelooft dat er een ondergrens bestaat, dus we moeten minimale eisen kunnen gaan stellen. Ook voor verzekeraars zou dat een geruststelling zijn.”

Wat betreft de afdwingbaarheid ziet Vos een interne en een externe dwang. “Als iedereen meedoet zal iedereen de druk voelen om installaties goed uit te voeren. Plus, veel partijen in de keten willen dit ook. Daarnaast kunnen verzekeraars de duimschroeven aandraaien of zou de overheid regels kunnen opstellen die de zelfregulering verplicht stellen voor alle marktpartijen. En ten slotte kun je op nationaal niveau met subsidie en vergunningen bijsturen.”

Toch hoopt hij dat het initiatief vooral vanuit de marktpartijen zelf zal komen. “De Europese PV-markt gaat verdubbelen de komende jaren. Laten we er nou voor zorgen dat die installaties veilig geïnstalleerd zijn. Wij willen daarom iedereen binnen de keten betrekken, want zonne-energie-installaties moeten de energietransitie versnellen, niet afremmen.”