Terugblikken op de energietransitie van de afgelopen 24 jaar

02.05.2024 Evelien Schreurs

Terugblikken op de energietransitie van de afgelopen 24 jaar

De carrière van Puk van Meegeren heeft in het teken gestaan van de energietransitie. Eerst deed hij aan de Universiteit van Wageningen onderzoek naar de rol van communicatie in het veranderen van milieurelevant gedrag van consumenten. Die focus op consumenten en duurzaamheid hield hij vast bij Milieu Centraal, waar hij de afgelopen 24 jaar heeft gewerkt. De laatste 13 jaar stuurde hij daar het team ‘energie in huis, mobiliteit en klimaat’ aan. In zijn laatste week bij Milieu Centraal kijkt hij met Solar365 terug op consumenten, energie en verduurzaming in de afgelopen decennia. 

Hoe is de rol van Milieu Centraal door de jaren heen veranderd?
“Milieu Centraal is begonnen als een soort telefonische hulpdienst waar mensen naartoe konden bellen. In het begin ging het er vooral om dat die helpdesk-functie bekend werd, dus de communicatie ging erover ‘heb je vragen, bel Milieu Centraal’. Dat veranderde vrij snel, want internet was zich in die tijd erg aan het ontwikkelen. Dus in die begintijd is het van een telefonische helpdesk gegaan naar online informatie.

Waar we vroeg mee begonnen zijn is om te kijken hoe we mensen via online interactieve modules antwoord kunnen geven op hun specifiekere vraag. Als mensen bijvoorbeeld een vraag hebben over vloerisolatie, dat je niet alleen algemene informatie hebt over vloerisolatie. Maar dat je door een vraag-antwoord spelletje online, bijvoorbeeld over je kruipruimte, hoe toegankelijk en hoe hoog die is, advies op maat geeft. Dat doen we nog steeds, maar nu proberen we meer data uit allerlei bronnen te halen zodat mensen bijvoorbeeld niet zelf hoeven in te vullen hoeveel vierkante meter vloer ze hebben, maar dat dat al voor ze ingevuld is.

AI is nu net begonnen, maar dat zal ook wel een rol gaan spelen. Dat zijn nu nog wel vaak een soort taalmodellen met kansberekeningen. Bij Milieu Centraal is het motto wel dat wat we zeggen ook écht klopt, dan is een hoge kans dat die informatie klopt eigenlijk te weinig. Dus de komende jaren zal AI voor ons meer een hulpmiddel zijn. We houden nog de menselijke controle en niet alleen een geautomatiseerde chatbot.”

Hoe werd er naar energie en duurzaamheid gekeken toen u net begon bij Milieu Centraal?
“Voor mijn afscheid heb ik nog even teruggeblikt in het rapport ‘zorgen voor morgen’ uit 1988. Dat was een alarmerend rapport over de zorgwekkende toestand van het milieu in Nederland. Toenmalig koningin Beatrix sprak naar aanleiding van dit rapport zelfs in haar kerstrede ‘langzaam sterft de aarde’. In dat rapport werd ook gesproken van klimaatverandering. En dan zie je een grafiekje van waar we heen moeten met CO2-uitstoot en dat die eigenlijk niet naar nul ging. Men ging er nog vanuit dat we klimaatverandering voldoende kunnen tegengaan zonder helemaal naar nul te gaan.

Dat vond ik opmerkelijk, maar ook herkenbaar. Want we waren toen veel bezig met energie besparen, maar het hoefde niet helemaal fossielvrij te worden. Het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 was wel echt een keerpunt, sindsdien gaat het om aardgasvrij en over het afschaffen van fossiele energie. Het gaat nog steeds om heel veel energie besparen, maar de rest moeten we duurzaam invullen.

Dat is ook wel iets wat me opvalt en wat een leerpunt is: dat we een radicaal eindpunt nodig hebben, in duidelijke taal – ‘we stoppen met aardgas’. Dat helpt om in plaats van stapje voor stapje, een radicalere stap te kunnen maken. Heel lang was bijvoorbeeld de HR-combi ketel het toonbeeld van efficiënt omgaan met energie. Nu is dat gewoon een apparaat op aardgas dat geen toekomst meer heeft. En de belangstelling voor warmtepompen als eindoplossing werd in Nederland toch een tijdlang meer als iets voor andere landen gezien. Maar door zo’n radicaal uitgangspunt als fossielvrij zie je toch dat dat soort technieken in een keer belangrijk worden. Dat vond ik wel fascinerend om te zien.”

Zijn consumenten op een andere manier bezig met energie dan 25 jaar geleden?
“Energie is altijd al wel een belangrijk onderwerp geweest. In 2008 zei ook al twee derde van de mensen dat ze energie besparen belangrijk vinden. In begin 2023 hebben we soortgelijk onderzoek gedaan, toen vond negen op de tien mensen het belangrijk en waren mensen er ook dagelijks mee bezig. Dat was ook wel in die tijd van extreem hoge prijzen. Maar energie is wel een van de onderwerpen waar mensen aandacht aan willen besteden. Je ziet bijvoorbeeld dat de thermostaatinstellingen de afgelopen twee jaar omlaag zijn gegaan en dat mensen gemiddeld genomen minder lang douchen. Andere onderwerpen, zoals mobiliteit, zijn lastiger. Want bij energie in huis kijken mensen toch erg naar geld, en bij een auto maken mensen minder snel die rekensom, omdat dat meer in de emotie zit en met gemak te maken heeft.

Wat ook een enorme boost heeft gegeven zijn die enorm hoge energieprijzen eind 2021 en 2022. Dus de combinatie van financieel voordeel, iets goed doen voor het klimaat en een beter wooncomfort, maakt dat mensen meedoen in de energietransitie. Dus naar mijn idee zien mensen de voordelen wel, maar helaas ervaren ze ook nog veel knelpunten. Dus er is wel ontwikkeling, maar we zijn er nog lang niet.

Het meest treffende voorbeeld vind ik wel, midden jaren ‘70 had je ook een energiecrisis. Toen hadden de Arabische landen hun olie heel duur gemaakt, dus er was minder olie en er waren politieke spanningen. Toen is besloten dat we toch echt meer werk moeten maken van energie besparen en huizen beter isoleren. En nu, ruim veertig jaar later, zijn nog steeds veel oudere woningen niet goed geïsoleerd. Dan denk je wel ‘hoe lang kan het duren voor zoiets voor elkaar gebokst wordt?”. Dat heeft natuurlijk ook te maken met Nederland aardgasland, en dat aardgas eigenlijk heel goedkoop was, en mensen die noodzaak om te verduurzamen dan toch te weinig inzien.

Verder zijn die knelpunten dat mensen het toch vaak erg ingewikkeld vinden. Daar zijn ook wel verschillen in te zien. Een zonnepaneel is een product wat je koopt en op je dak legt, het is nog net geen koelkast maar begint dat wel te benaderen qua koopproces. Mensen zijn er niet meer zo bang voor dat het mis gaat. Maar een spouwmuur isoleren of vloerisolatie zien mensen toch als een verbouwing met een hoop gedoe. Ze hebben er soms ook een verkeerd beeld bij, bijvoorbeeld dat het rommel in huis geeft terwijl het helemaal van buitenaf gebeurt. Dat soort belemmeringen, zoals kiezen hoe je gaat verduurzamen, met welke materialen en welk bedrijf dat moet gaan uitvoeren, zijn best belangrijk. Dus de communicatie moet zich er ook op richten om mensen te helpen die hobbels te overwinnen. en zo het proces makkelijker maken en ze erin te begeleiden.”

Is er een project in het bijzonder waar u positief op terugkijkt?
“In 2006 of 2007 kwamen er van die energiemetertjes op de markt die je in het stopcontact kon steken en het stroomverbruik van apparaten kon doormeten. In die tijd waren we ook op zoek naar manieren om communicatie rondom energie tastbaarder en concreter te maken. We hadden een systeem opgezet dat je een meter kon lenen en kon doorgeven aan vrienden en buren. Dus een sociale actie in combinatie met zo’n metertje en instructies over hoe je je apparaten kon doormeten en wat een zuinig alternatief kon zijn.

Eén van de speerpunten was toen om oude koelkasten door te meten en dat te vergelijken met het verbruik van – toenmalig – moderne koelkasten. En daar schrokken mensen ook wel van, dat een oude koelkast echt een stroomvreter is. Veel mensen hadden ook een tweede oude koelkast in de schuur staan voor feestjes. Toen zag je als effect van die campagne dat best veel mensen die tweede koelkast naar de milieustraat brachten. Dus het idee om mensen iets te laten doen waardoor ze met meer betrokkenheid informatie verwerken en dan ook een stap zetten, daar is dit project wel een voorbeeld van.”

Zijn er technologische ontwikkelingen die heel anders hebben uitgepakt dan verwacht?
“Wat me bijvoorbeeld wel opvalt, is dat de isolatie die twintig of dertig jaar geleden goede isolatie was, nu echt matig is. Een voorbeeld: ik was een voorloper met isolatie. Ik kocht een oud huis waar niks was. Dus ik dacht ik ga mijn best doen en ik neem de hoogste isolatiekwaliteit. En nu denk ik goh, waarom heb ik er niet een dubbele laag in gedaan, dan was ik nu klaar geweest. Maar toen had je het gevoel dat je het al super goed deed. Dus die norm over wat goede isolatie is, is wel veranderd. En het traditionele dubbelglas is nu ook zwaar achterhaald door HR+ glas, triple glas en vacuüm glas. Dus de technologie waarvan je toen dacht dat je goed bezig was, blijkt nu toch maar half goed te zijn.”

Kijken we over dertig jaar nog hetzelfde naar energie opwekken en gebruiken in huis, met warmtepompen en zonnepanelen, of hebben we dan hele andere technieken?
“Wat je nu ook al ziet opkomen, is dat duurzame energie niet alleen betekent dat je zo min mogelijk gebruikt en duurzame energie gebruikt, maar ook dat je het gebruikt op het moment dat er duurzaam aanbod is. Dus die gelijktijdigheid. Ik denk dat slimme sturing en het voorkomen van piekbelasting daarom ook belangrijke aspecten worden van duurzaamheid. Ook al is er dan veel groene stroom beschikbaar, dat we nog steeds geen apparaten willen met een heel hoog piekverbruik, omdat dat qua netcapaciteit niet te doen is. Dus ik denk dat de dimensies waarop we de duurzaamheid van apparaten toetsen, niet alleen de hoeveelheid energie en CO2 zullen zijn, maar ook op welk moment het energie verbruikt en met welk piekvermogen.

Ik denk ook dat de esthetiek, dus hoe het eruit ziet, belangrijker wordt, daar zie je al een paar voorbeelden van. Zo kan je de buiten-unit van een warmtepomp beter integreren in een woning, bijvoorbeeld als schoorsteen. Want dat is ook een belemmering, dat mensen het als lelijk ding zien.. Aan de andere kant wennen mensen er ook aan. Aan het begin met zonnepanelen hoorde je best veel dat mensen het een lelijk ding vonden dat ze niet op hun dak wilden hebben. Maar uiteindelijk gaan best veel mensen om, omdat ze het ook wel fijn vinden om zelf hun stroom op te wekken. Terwijl zonnepanelen er niet zo heel anders uitzien vergeleken van vijftien jaar geleden.

Zal er verder nog veel veranderen wat betreft energie in huis?
“Tot nu toe investeren veel mensen vanuit spaargeld in verduurzaming, en kijken ze of het de moeite loont in termen van terugverdientijd. Dat mensen daar over nadenken vind ik heel logisch, niet iedereen kan het zich permitteren om onzorgvuldig met spaargeld om te gaan. Dus dat je de vraag stelt of iets een slimme investering is, vind ik heel logisch. Ik ben alleen benieuwd of mensen te bewegen zijn richting een langere termijn perspectief. Want nu gaat het vaak om een terugverdientijd van maximaal zeven jaar, terwijl een apparaat meestal een langere levensduur heeft. Je zou ook kunnen zeggen als de investering zich binnen de levensduur terugverdient, dat het dan oké is. Want je bent dan voor ongeveer hetzelfde geld duurzamer bezig. Dus ik denk dat je los van de techniek ook moet kijken naar financiële constructies waar mensen dan vertrouwen in hebben, en loskomen van het idee dat een investering binnen zeven jaar terugverdiend moet worden.”

En gaat de rol van Milieu Centraal veranderen?
“We zijn opgericht als een baken in een zee van woelige milieu-informatie. Die tegenstrijdige informatie is eerder toegenomen dan afgenomen, dus ik denk dat die rol heel hard overeind blijft. En ik denk dat mensen het prettig vinden dat ze ergens terecht kunnen waarvan ze weten de er serieus naar gekeken is en dat er geen commerciële belangen achter zitten, en dat ze kunnen vertrouwen wat er staat.”