De Tweede Kamer stemde met een ruime meerderheid voor een motie van de Christenunie om een eind te maken aan de onderuitputting van de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE++).

Hiermee willen de Kamerleden ervoor zorgen dat er meer geld beschikbaar is in de SDE++-kas met als doel de energietransitie te versnellen. Het komt er grofweg op neer dat er voorkomen wordt dat er teveel reserves in de SDE-pot blijven zitten.  

Het bedrag wordt meestal niet opgemaakt
Bij de subsidieregeling wordt per project een maximaal bedrag gereserveerd, maar in de praktijk komt het erop neer dat dit maximale bedrag meestal niet wordt opgemaakt. Er wordt een zgn. ‘onrendabele top’ gesubsidieerd en dit is het verschil tussen de daadwerkelijke kosten en de marktwaarde van het project.

Dit probleem moet bij de volgende ronde voorkomen worden
Bij een stijging van de marktwaarde is er een afname van de onrendabele top en ontvangt het project ook minder subsidie, maar de overheid reserveert dit maximale bedrag wel. Iedere maand betaalt de overheid een voorschot voor de verwachte subsidiabele energieproductie in het komende jaar. Die voorschotten corresponderen met 80 procent van de subsidiabele energieproductie.

Pieter Grinwis van de Christenunie heeft na het aannemen van de motie gevraagd hoe het kabinet dit probleem bij de komende SDE++-ronde denkt te voorkomen.