Voor het eerst meer stroom opgewekt met zon dan met kolen
23.01.2025 Evelien Schreurs

Ondanks toenemende elektriciteitsvraag en export van stroom werd er in 2024 opnieuw meer groene stroom gebruikt dan het voorgaande jaar. Bijna 47 procent van de stroom die in Europa werd opgewekt kwam van hernieuwbare bronnen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Ember.
In 2024 werd er in totaal 1300 terwattuur aan hernieuwbare stroom opgewekt in Europa, in 2023 was dat nog 1208 terawattuur. De Europese elektriciteitsvraag nam toe van 2694 terawattuur in 2023 naar 2725 terwattuur in 2024. De twee voorgaande jaren was er juist een afname van de elektriciteitsvraag te zien. Of dit het begin is van een trend van toenemende elektriciteitsvraag is volgens Ember nog niet met zekerheid te zeggen, al is te verwachten dat er uiteindelijk een toename zal zijn door toenemende elektrificatie, datacenters en airconditioning.
“Een versnelde uitrol van batterijen en slimme elektrificatie zullen de sleutel zijn tot het kosteneffectief ondersteunen van de indrukwekkende groei van zonne-energie”, schrijft Ember.
Steeds meer elektriciteit van de zon
In 2024 was zonnestroom de snelst stijgende elektriciteitsbron van Europa. Er werd 304 terwattuur aan zonnestroom opgewekt, wat een stijging is van 21,7 procent ten opzichte van 2023. Dit was, samen met de heropleving van elektriciteitsopwekking uit waterkracht, de belangrijkste reden voor de afname van het gebruik van fossiele brandstoffen, waarmee de laagste stroomproductie in ruim veertig jaar werd bereikt.
In elk Europees land nam de opwek van zonnestroom toe. Om die groei vast te houden moet worden ingezet op flexibiliteit. Dat helpt ook om de elektriciteitsrekening laag te houden voor gebruikers. Volgens Ember zijn oplossingen zoals batterijen en slimme elektrificatie ver genoeg ontwikkeld om ingezet te worden als oplossingen, maar is er beleid nodig voor een verdere uitrol.
Met de groei die in 2024 wordt gezien, worden nationale doelstellingen overstegen. Volgens Ember lopen regeringen achter met het actualiseren van de doelstellingen. Als deze groei doorzet, loop Europa op schema om het doel van 400 gigawatt in 2025 te behalen. Ook zou daarmee het doel van 750 gigawatt in 2030 binnen bereik komen.
In een aantal landen komt de productie van zonnestroom in de buurt van de stroomvraag. In Nederland en Hongarije werd op meer dan 70 dagen van 2024, kon solar voor meer dan 80 procent aan de elektriciteitsbehoefte voldoen.
Stroomprijzen
Negatieve stroomprijzen kwamen in 2024 vaker voor dan in 2023, het ging gemiddeld om 4 procent van de uren. In de meeste landen werd ook het verschil tussen de laagste en de hoogste stroomprijs van de dag groter.
Deze ontwikkelingen vragen om meer flexibiliteit. Als mogelijke oplossingen noemt Ember het plaatsen van batterijen bij zonneparken en voor consumenten om hun stroomgebruik aan te passen op momenten met lage prijzen. Ember ziet een duidelijke toename van de totale geïnstalleerde batterij-capaciteit, al is deze capaciteit wel geconcentreerd in een beperkt aantal landen.
Verder kunnen ook flexibele energietarieven en slimme meters worden ingezet om productie en gebruik van groene stroom beter op elkaar af te stemmen. Maar vooralsnog hebben lang niet alle Europeanen toegang tot slimme meters en maken ze veelal nog gebruik van energiecontracten met vaste prijzen.