Welke verscherpte eisen stelt RWS aan zonneparken rondom snelwegen?

23.06.2022 Jan de Wit

Welke verscherpte eisen stelt RWS aan zonneparken rondom snelwegen?
©Rijkswaterstaat

Onlangs vond in ’t Spant Bussum de Sunday plaats. Een kennisevenement georganiseerd door Holland Solar, TKI Urban Energy, TNO, Solliance, NWO, SOLA en Solar Magazine. Hier was ook aandacht voor de potentie van zonneparken op Rijksvastgoed, uiteengezet door Ivo Booijink, senior adviseur energie bij Rijkswaterstaat (RWS). Vanwege de verkeersveiligheid zal RWS waarschijnlijk verschillende veiligheidsaanbevelingen als eis bij projectontwikkelaars neerleggen.

Uit de Regionale Energiestrategieën (RES’en) bleek dat ongeveer driekwart van de RES-regio’s graag zonneparken (of soms een windpark) wil aanleggen op Rijksvastgoed, grond dat in beheer is bij RWS.

“Dat gaat vooral om zonnepanelen in knooppunten en bermen van snelwegen, en om zonnepanelen op bestaande geluidsschermen langs snelwegen”, vertelt Booijink. “Ook is er interesse in windparken langs snelwegen en in zonneparken op water, bijvoorbeeld bij sluiscomplexen of op baggerdepots. Zelfs wanneer het grootste gedeelte van het depot bedekt wordt met zonnepanelen kan het nog gewoon worden gebruikt.”

In het Klimaatakkoord is daarom ook vastgelegd dat het Rijk “zijn gronden waar mogelijk” beschikbaar stelt. Daarop kondigden de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat in 2020 aan om samen met de RES-regio’s te gaan verkennen, welke van de tachtig kansrijke locaties ook daadwerkelijk benut konden worden.

©Rijkswaterstaat

Dit is het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER) geworden, waarbinnen inmiddels aan negentien projecten wordt gewerkt. RWS koopt het park en de opgewekte stroom niet zelf, maar biedt de projecten aan de markt aan via een pachtconstructie.

Meervoudig ruimtegebruik
Voor RWS is het plaatsen van zonneparken op Rijksvastgoed een nieuwe ontwikkeling. Ook al ontwikkelt het de parken niet zelf, om een aanbesteding goed te kunnen beoordelen is er nog altijd gedegen kennis en expertise nodig.

Daarbij komt dat RWS uit wil gaan van meervoudig ruimtegebruik voor oog te houden voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en natuurlijk verkeersveiligheid. RWS deed daarom onderzoek naar brandpreventie, brandbestrijding, elektrische en constructieve veiligheid en onderhoud zonder overlast of afleiding voor de weggebruiker.

Het onderzoek met TNO wees uit dat de Nederlandse regelgeving normen en praktijkstandaarden er samen al voor zorgen dat een groot deel van de veiligheidseisen aan zonneparken langs snelwegen gewaarborgd is. “Voor het aanvullende gedeelte doet RWS extra onderzoek, maar een van de oplossingen is om verschillende praktijkstandaarden tot een verplichting te maken”, aldus Booijink.

Eisen in plaats van aanbevelingen
Een voorbeeld dat Booijink noemt is om de aanbevelingen uit de NEN1010 te gaan eisen van projectontwikkelaars rondom snelwegen. De stekker en contrastekker zou dan bijvoorbeeld van dezelfde fabricaat móéten zijn, vlamboogdetectie zou verplicht worden en er zouden strengere eisen aan het gereedschap komen.

Voor de constructieve veiligheid kan een ontwerplevensduur van minimaal 25 jaar verplicht worden gesteld, net als gevaarklasse CC2 uit de NEN-EN1990. De constructie en bijbehorende documentatie zouden dan ook gecontroleerd moeten worden en de inspectie regelmatiger en strenger.

Ten slotte zouden ook de regels rondom brandpreventie strenger worden voor projecten langs snelwegen. Zo zou de bekabeling vlamdovend uitgevoerd moeten worden en mogen er in gebieden en bermen met een hoog risico op een natuurbrand alleen glas-glaspanelen worden geïnstalleerd, tenzij er een brandgang van minimaal 3,5 meter breed is tussen het zonnepark en het natuurgebied.

Ook moet de transistor goed bereikbaar zijn voor de brandweer en op minimaal 5 meter afstand staan van de zonnepanelen en andere componenten. Binnen deze straal van 5 meter moet de grond worden voorzien van “steenachtig materiaal zoals grint of tegels”, als het maar niet kan branden.