Zon, wind en opslag zijn onmisbaar om Europese 90 procent CO2-reductie doel te behalen
11.07.2025 Evelien Schreurs

Vorige week heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een (tussentijds) klimaatdoel: in 2040 moeten EU-lidstaten 90 procent minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. Dit benadrukt het belang van energie uit zon en wind, ondersteund met energieopslag, stelt Hrvoje Medarac, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Research (DNE Research). Medarac ziet de doelstelling als goed nieuws, maar vooral voor de langere termijn. Volgens zijn verwachting zal de Nederlandse PV- en batterijmarkt op korte termijn weinig van merken van de nieuwe doelstelling.
Het besluit voor een CO2-reductie van 90 procent in 2040 is een tussendoel. Het staat tussen de 55 procent reductie in 2030 en het einddoel van 100 procent reductie (klimaatneutraal) in 2050. Het 2040-doel moet het uiteindelijke doel tot klimaatneutraal in 2050 wat eenvoudiger te maken.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen reageert: "Nu Europese burgers de gevolgen van klimaatverandering steeds meer voelen, verwachten ze dat Europa in actie komt. De industrie en investeerders verwachten van ons dat we een voorspelbare koers uitzetten. Vandaag laten we zien dat we pal staan voor onze belofte om de Europese economie tegen 2050 koolstofvrij te maken. Het doel is duidelijk, de weg ernaartoe is pragmatisch en realistisch."
Europese branchevereniging voor zonne-energie SolarPower Europe reageert positief op het voorstel. Dries Acke, adjunct directeur, reageert: “We verwachten nu dat de Europese Commissie het kader voor de periode na 2030 presenteert dat ons in staat zal stellen deze doelstelling te behalen. Dit kader moet drie subdoelstellingen omvatten: de inzet van hernieuwbare energie, elektrificatie en flexibiliteit. Zonne-energie en opslag zijn klaar om een centrale rol te spelen als de meest schaalbare, betaalbare en veilige technologieën die er zijn."
Het stellen van de 2040-doelstelling heeft zowel geopolitieke, economische als leveringszekerheids-redenen, stelt Eurocommissaris voor klimaat Wopke Hoekstra. “Het geeft de industrie en de lidstaten een duidelijke richting en ondersteunt hun investeringsplannen, terwijl het ervoor zorgt dat Europa stevig op koers blijft om klimaatneutraliteit te bereiken in 2050. Het zal goed zijn voor EU-burgers, bedrijven en ons wereldwijde concurrentievermogen. Het is ook een belangrijk instrument in de internationale diplomatieke inspanningen van de EU om emissies te verminderen en koolstofmarkten te ontwikkelen in het kader van het Parijs-akkoord.”
Meer tijd voor ‘lastige sectoren’
Ook Hrvoje Medarac, hoofdonderzoeker bij DNE Research, ziet het voorstel als een bevestiging van het belang van een snelle uitrol van hernieuwbare bronnen. “Het betekent dat er veel zonnepanelen geïnstalleerd moeten worden. Het betekent ook opslag, omdat batterijopslag nodig is om het energiesysteem te ondersteunen.” Naar verwachting zullen zonnepanelen zo’nb belangrijke rol innemen, omdat het de goedkoopste manier is om hernieuwbare stroom op te wekken.
Door het CO2-redcutiedoel te stellen voor 2040, zullen relatief eenvoudig te verduurzamen sectoren tegen die tijd al moeten overstappen op hernieuwbare energiebronnen, legt Medarac uit. Voor de sectoren die lastiger te verduurzamen zijn, is dan nog tien jaar de tijd om van fossiele energiebronnen over te stappen naar hernieuwbare bronnen. Het gas en kool dat tegen die tijd nog gebruikt wordt, zal vooral industrieel zijn.
Volgens het Nederlandse klimaatakkoord moet de Nederlandse elektriciteitsvraag al in 2035 volledig uit hernieuwbare bronnen worden opgewekt. Om de Europese 2040 doelen te halen moeten daarnaast ook warmte en transport gedecarboniseerd worden, maar dit landelijke doel geeft wel een mooie voorzet voor het behalen van de 90 procent reductie in 2040, aldus Medarac.
De aanscherping van de Europese klimaatdoelen zal dus ook Nederlandse klimaatdoelen bepalen, maar wel op de wat langere termijn, zegt Medarac. Voor de Nederlandse energietransitie zullen op korte termijn de landelijke verkiezingen meer bepalend zijn.