Zakelijk en residentieel gaan steeds verder uit elkaar lopen

01.02.2023 Daan Jansen

Zakelijk en residentieel gaan steeds verder uit elkaar lopen

In het vandaag verschenen Nationaal Solar Trendrapport is te zien dat afgelopen jaar er ongeveer evenveel zonnestroomvermogen geïnstalleerd is als het jaar daarvoor. Toch heeft er een aardverschuiving plaatsgevonden binnen de marktsegmenten. De installatiecijfers van het residentiële segment schoten omhoog met 30 procent, terwijl het zakelijke segment juist een daling van 13 procent zag.

De belangrijkste oorzaak van deze uiteenlopende cijfers zal niemand ontgaan zijn: de energiecrisis. Ondanks dat gastekorten leiden tot hoge elektriciteitsprijzen voor iedereen, reageren consumenten compleet anders dan de meeste bedrijven.

Korte terugverdientijd
Voor consumenten betekenen hoge elektriciteitsprijzen, naast hoge kosten, ook een hoog besparingspotentieel. Dit maakt salderen extra lucratief. Hierdoor worden investeringskosten snel terugverdiend. Afhankelijk van de installatie ligt de terugverdientijd rond de vier jaar. Consumenten kunnen bovendien snel reageren om nog hetzelfde jaar zonnepanelen op het dak te plaatsen.

Opeenstapeling van lasten
Voor bedrijven ligt dat anders. Het gaat namelijk om een grotere schaal, wat op zich zelf al vertraging met zich meebrengt. Bovendien mogen bedrijven niet salderen, maar hebben ze te maken met andere complexere subsidiemechanismen zoals de SDE. Hier worden strikte eisen gesteld zoals bijvoorbeeld een verklaring van een constructeur (voor dak) en een transportindicatie van de netbeheerder. Kortom, een lang proces wat snel reageren op extreme energieprijzen eigenlijk niet mogelijk maakt.

Een andere belangrijke factor zit in de financiering. Waar consumenten de panelen meestal zelf betalen, doen bedrijven en projectontwikkelaars dat grotendeels met leningen. De hoge rentestand, een indirect gevolg van de crisis, maakt lenen duur. Daarnaast vragen banken om meer eigen kapitaalinbreng vanwege verhoogd risico. Ze rekenen namelijk met de duurdere financieringskosten, maar nemen stijgende opbrengsten als gevolg van de hogere elektriciteitsprijs maar beperkt mee.

Tot slot worden bedrijven harder geraakt door het tekort aan netcapaciteit. Consumenten hebben in principe al een aansluiting en garantie op transportcapaciteit. Bedrijven hebben die garantie niet, ook al is er al eerder een transportindicatie verleend. Hierdoor kunnen bestaande projecten vertraging oplopen of zelfs vrijvallen.

Verhoogde projectvrijval
Het resultaat is verhoogde vrijval van zonnestroomprojecten in het zakelijke segment. Met name de SDE-data voor zon-op-dakprojecten kleiner dan 1 megawattpiek is zorgwekkend. Zelfs corrigerend voor de fase waarin projecten verkeren, is de vrijval van projecten hoger dan historisch. De gegevens voor grotere zon-op-dakprojecten stellen ook niet gerust, maar zijn nog wat onduidelijker. De gegevens van grote veldprojecten laten vooralsnog geen signalen van verhoogde vrijval zien.

De toekomst van het zakelijke segment
Door de eerder genoemde problemen die bedrijven ervaren is in de meest recente SDE-openstelling het aangevraagde vermogen bijna gehalveerd. De combinatie van verhoogde vrijval met minder instroom kan alleen maar leiden tot minder realisaties. Het is dus cruciaal om waar mogelijk, deze trends tegen te gaan.

Op de lange termijn is er een additioneel risico dat de verdere uitrol van zonnestroom kan vertragen. Door toenemend zonnestroomvermogen ontstaan er namelijk steeds meer momenten waarin te veel hernieuwbare stroom wordt opgewekt. Zeker in combinatie met ongeveer 30 gigawatt windvermogen in 2031. Zonder genoeg flexibiliteit kan het aantal effectieve vollasturen dan dalen tot onder de 500 per jaar. Voor de SDE wordt nu nog gerekend met 900 vollasturen.

Ondanks dat eerder werd gedacht dat zonnestroom na 2025 geen subsidie meer nodig zou hebben, laat de realiteit nu iets anders zien. Om de businesscase van zonnestroom in de toekomst overeind te houden is het van belang dat er subsidiemechanismen blijven bestaan die zowel opwek als vraag en flexibiliteit stimuleren. Zo sluit de elektriciteitsvraag beter aan op het groeiende aanbod van zonne-energie. Wanneer we die omslag te weeg kunnen brengen, levert dat nieuw groeipotentieel op voor zonnestroom in Nederland.