‘Zonnepanelen nog steeds leuk’ volgens Regionaal Energieloket

03.04.2025 Gijs de Koning

‘Zonnepanelen nog steeds leuk’ volgens Regionaal Energieloket

Drie miljoen huishoudens in Nederland hebben al zonnepanelen op het dak, wat neerkomt op zo'n 34 procent. Een hoop daken is dus al voorzien, maar er zijn zeker nog huishoudens die de mogelijkheid hebben om zonnepanelen te plaatsen. Echter, door de focus op de salderingsregeling en de impact van de afschaffing ervan op de terugverdientijd van zonnepanelen, aarzelen steeds meer mensen om te investeren. Volgens Manuel Oppenoorth, adviseur bij het Regionaal Energieloket, is dit niet nodig.

Oppenoorth stelt dat zonnepanelen nog steeds rendabel zijn. Hij legt uit: “Het hebben van zonnepanelen is nog steeds heel gunstig. Het was natuurlijk fantastisch lucratief, maar nu is het nog steeds leuk.” Het is wel belangrijker geworden om het aantal zonnepanelen goed af te stemmen op het verbruik. Het is niet meer lonend om maar zoveel mogelijk zonnepanelen op je dak te leggen en ervan uit te gaan dat dit zichzelf wel terugverdient. Ook kan er veel winst worden behaald door zonnepanelen op het oosten en het westen te richten in plaats van alleen op het zuiden, omdat hiermee de gelijktijdigheid van de opbrengst en het verbruik wordt vergroot. Dit maakt huishoudens minder afhankelijk van de salderingsregeling.

Een huishouden met een jaarlijks verbruik van 4.000 kilowattuur zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om tien zonnepanelen op het zuiden te plaatsen, die zo ongeveer hun energieverbruik op jaarbasis zouden dekken. Maar met het afschaffen van de salderingsregeling is het interessanter om na te denken over wanneer deze energie wordt gebruikt. Een gepensioneerd echtpaar dat veel thuis is, zal overdag namelijk veel meer zonne-energie kunnen verbruiken dan een gezin waarvan iedereen overdag op kantoor of op school zit. In het laatste geval zou het, ondanks de lagere opbrengst, rendabeler zijn om de zonnepanelen op het oosten en het westen te richten, omdat de zon dan eerder op de panelen valt en later achter het oppervlak van de zonnepanelen verdwijnt dan wanneer ze op het zuiden zijn gericht.

Het begint allemaal bij goed inzicht, stelt Oppenoorth. Daarom is bij zijn adviesgesprekken de energierekening meestal leidend. Op de afschriften van de energieleverancier en soms ook in de app is precies te zien op welke momenten de meeste energie wordt verbruikt. Daarnaast geeft Oppenoorth de tip om een energiemonitor voor in het stopcontact aan te schaffen om inzicht te krijgen in het energieverbruik van een apparaat als er wordt vermoed dat dit veel elektriciteit verbruikt.

Ook stelt hij dat men niet moet vergeten dat investeringen zoals zonnepanelen, isolatie en het vervangen van de cv-ketel door een warmtepomp ook zorgen voor een verhoging van de waarde van de woning. Dit wordt vaak niet meegenomen in de overweging om te investeren in verduurzamingsmaatregelen.

Oppenoorth ziet ook in zijn werk als energieadviseur dat de media erg bepalend zijn voor de tendens onder mensen die willen verduurzamen. Als er negatieve krantenkoppen door de media gaan, zetten veel mensen het idee van zonnepanelen al uit hun hoofd, terwijl het erg nuttig kan zijn om toch nog even te checken wat er wel kan. Daarom gaat hij graag met mensen in gesprek om te zien wat hun motivatie is. “Het is altijd een puzzel,” zegt hij, “maar dat is precies wat ik er leuk aan vind.”

Andere verduurzamingsopties
Naast zonnepanelen zijn er veel opties voor huishoudens om te verduurzamen en te besparen op de energierekening. Zo komen er ook mensen bij Oppenoorth met vragen over de thuisbatterij. Hij legt echter uit dat er weinig scenario’s zijn waarin hij deze echt kan aanraden. “Vanuit een financieel oogpunt zijn thuisbatterijen in de meeste situaties gewoon niet rendabel of in ieder geval een risicovolle investering. En ook voor het milieu is een thuisbatterij niet de beste optie om mee te verduurzamen, omdat er veel CO2 vrijkomt bij de productie ervan,” legt Oppenoorth uit.

Onafhankelijk advies
Het Regionaal Energieloket werkt in opdracht van gemeenten, die vanuit het Klimaatakkoord verplicht zijn om een energieloket aan te bieden. Dit beleid is ingesteld om bewoners beter te ondersteunen bij de energietransitie en hen toegang te geven tot betrouwbare en onafhankelijke informatie over verduurzaming. Omdat dit een tijdrovende taak is die specifieke kennis en expertise vereist, besteden veel gemeenten dit uit aan commerciële partijen zoals het Regionaal Energieloket. Inmiddels zijn meer dan honderd gemeenten aangesloten.

Oppenoorth merkt dat mensen die willen verduurzamen "vaak door de bomen het bos niet meer zien". Zo twijfelen veel bewoners over de volgorde van maatregelen: moeten ze eerst isoleren of direct overstappen op een warmtepomp? Ook bestaat er vaak onduidelijkheid over subsidies en terugverdientijden, waardoor sommige mensen geen actie ondernemen uit angst voor hoge kosten. Bewoners krijgen adviezen van hun buren, installateurs en ontvangen veel informatie via allerlei mediakanalen.

Het Regionaal Energieloket biedt hen onafhankelijk advies en helpt bij het maken van weloverwogen keuzes voor verduurzamingsmaatregelen. Dit onafhankelijke advies verschilt van uitvoerende partijen doordat het niet gericht is op de verkoop van specifieke producten, maar op de beste oplossing voor de bewoner. Hierdoor krijgen bewoners een breed overzicht van de mogelijkheden zodat ze zelf de juiste keuze kunnen maken.