Zonnig voorjaar bracht veel groene stroom, maar ook negatieve prijsuren
02.07.2025 Evelien Schreurs

In het tweede kwartaal van 2025 werd er 13 procent meer hernieuwbare energie opgewekt in Nederland, dan in hetzelfde kwartaal in 2024. Een groot aandeel van zon en wind zorgde niet alleen voor veel groene stroom, maar ook voor een groeiend aantal negatieve prijsuren. Dat blijkt uit cijfers van Energieopwek.nl.
Deze hoge opbrengst komt door een uitzonderlijk zonnig kwartaal, in combinatie met veel wind in mei. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar werd er 30 procent meer zonne-energie opgewekt en 13 procent meer windenergie opgewekt.
Meer negatieve prijsuren
Er werd meer hernieuwbare energie opgewekt, maar zonnepanelen en windmolens werden ook vaker uitgeschakeld dan vorig jaar. Waar in het tweede kwartaal van 2024 nog 4,6 petajoule werd afgeschakeld van zon en wind op land, was dat in dezelfde periode dit jaar al 8,3 petajoule. Goed voor de jaarlijkse elektriciteitsvoorziening van zo’n 800.000 huishoudens.

Daarmee groeide ook het aantal uur met negatieve prijzen, momenten waarop zonnepanelen en windmolens vaak worden uitgeschakeld. In de eerste helft van dit jaar werden zonnepanelen en windmolens al 401 uur uitgeschakeld. Ofwel 10 procent van de tijd. Halverwege het jaar komt het aantal al in de buurt van de 458 negatieve prijsuren die er in heel 2024 waren.
Record zonnestroom
Aan de hand van voorbeelddag 21 juni, met recordhoeveelheid zonnestroom, illustreert Energieopwek.nl hoe de stroommix er op een dag met veel beschikbare zonnestroom eruit ziet.
“Een zonnig voorjaar zorgt voor veel aanbod van elektriciteit op hetzelfde moment, en dus voor negatieve prijzen. Hierdoor zorgt een voorjaar met veel duurzame opwek ook voor een voorjaar met veel uren met negatieve prijzen.”

Ondanks een grote toename in het aantal afschakelen van zon- en wind, nam het percentage hernieuwbare stroom toch toe in het tweede kwartaal.
Als alle beschikbare wind- en zonne-stroom gebruikt had kunnen worden, en er dus niet werd afgeschakeld, was het percentage duurzaam opgewekte stroom 2,4 procent hoger geweest, en was dan uitgekomen op 15,4 procent.