België gaat zonne-energie beter benutten met vier nieuwe maatregelen

04.09.2024 Gijs de Koning

België gaat zonne-energie beter benutten met vier nieuwe maatregelen

Ook België kampt met de gevolgen van de populariteit van zonnepanelen in de afgelopen jaren. De Belgische markt is relatief stabiel en de Belgen zijn tevreden met hun zonnepanelen, maar netbeheerders waarschuwen voor overproductie, ook wel ’ incompressibiliteit’ genoemd in Vlaanderen. De gevolgen hiervan zijn echter anders dan in Nederland. Solar365 sprak met Marc van den Bosch, general manager bij de Belgische Federatie van Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG), over wat incompressibiliteit betekent en welke maatregelen kunnen helpen om de gevolgen te beperken.

Incompressibiliteit is anders dan netcongestie, hoewel de oorzaken hetzelfde zijn. Onder incompressibiliteit verstaat men het overschot aan stroom dat ontstaat door de productie van elektriciteit door zonnepanelen. Netcongestie is vergelijkbaar omdat er ook sprake is van overproductie, maar bij netcongestie is het belangrijkste gevolg de overbelasting van het net. Bij incompressibiliteit in België is dit echter niet per se het geval.

“Overbelasting van het net speelt een minder grote rol in België dan in Nederland”, stelt Van den Bosch. Het verschil tussen netcongestie en incompressibiliteit zit in de gevolgen van het overschot aan stroom. In België ligt de problematiek namelijk niet zozeer bij de overbelasting van het net.

Het probleem bij incompressibiliteit is dat de in België opgewekte duurzame stroom nergens naartoe kan. De afvoer van de stroom en de negatieve stroomprijs zijn leidende factoren in de maatregelen om incompressibiliteit tegen te gaan, licht Van den Bosch toe. In België was de stroomprijs tijdens 220 uur negatief en tijdens 35 uur was de stroomprijs nul.

Verschillen tussen de Belgische en Nederlandse energiemarkt
In 2023 kwam in België 9,5 procent van de elektriciteit uit zonne-energie, terwijl dit in Nederland 17,6 procent was. De rest van de Nederlandse elektriciteitsproductie komt grotendeels uit gas, terwijl in België 41,3 procent van de elektriciteit uit nucleaire energie komt.

Een ander belangrijk verschil tussen de energiemix van de Belgische en Nederlandse energiemarkt is dat België minder zonneparken heeft dan Nederland. Vooral Vlaanderen kent een heel hoog percentage zonnepanelen op residentiële daken. Het nadeel van deze installaties is dat ze minder flexibel zijn omdat ze niet op afstand door de energieleverancier kunnen worden uitgeschakeld. In Nederland worden bij pieken op de spanningskabels vaak eerst de grote zonnepaneleninstallaties afgeschakeld om te voorkomen dat het net overbelast raakt.

In België zijn nog veel oudere residentiële installaties die geen mogelijkheid tot aansturing hebben. “Ik heb zelf een dergelijke installatie”, stelt Van den Bosch. “Dat betekent dat er geen mogelijkheid is om af te schakelen op een moment dat er overaanbod is.”

In België werd salderen in 2021 afgeschaft voor nieuwe installaties. In Vlaanderen mogen nieuwe zonnepaneleninstallaties niet meer worden aangesloten op een terugdraaiende meter, waarvoor een nieuwe digitale meter wordt geïnstalleerd. Huishoudens die voor 2021 zonnepanelen hebben laten installeren, mogen gedurende vijftien jaar gebruikmaken van de terugdraaiende meter. Als deze periode is verstreken krijgt de klant een contract voor de afname en voor de injectie van stroom.

Vier maatregelen
De eerste maatregel die FEBEG ondersteunt, is de brede uitrol van de digitale meter. “Een digitale meter betekent dat je sneller inzicht hebt in het verbruik van energie. Dat betekent ook dat de klant toegang heeft tot dynamische contracten. Als je een klassieke meter hebt, heb je sowieso geen toegang tot dynamische prijzen”, stelt Van den Bosch.

“De digitale meter beschouwen wij als de basisuitrusting om de stap te zetten naar nieuwe diensten, nieuwe contracten. Want met een klassieke meter ga je dat niet doen. Deze boodschap richten wij voornamelijk aan het Brusselse en het Waalse Gewest, omdat ik denk dat Vlaanderen, waar de planning is om dit jaar 80 procent van de meters digitaal te hebben, vooruitloopt.”

Daarnaast ondersteunt FEBEG als tweede maatregel het voornemen om meer ‘flex-readiness’ te implementeren in het duurzame energieverbruik. ‘Flex-readiness’ is het vermogen van de zonnepanelen, de thuisbatterij, de laadpaal en de warmtepomp om zich flexibel op te stellen ten opzichte van de vraag en het aanbod van energie. Zonnepanelen kunnen worden afgeschakeld bij overproductie, batterijen kunnen worden opgeladen en de warmtepomp kan beginnen met verwarmen.

Om consumenten aan te zetten tot het flexibel aansturen van hun apparatuur, zal er wel een prikkel moeten komen, stelt Van den Bosch, bijvoorbeeld in de vorm van dynamische energiecontracten.

“Als mensen meer gebruik zouden maken van dynamische contracten, zou je een stimulans krijgen om veel meer overdag je PV-energie te gebruiken en, of je batterij op te laden, en tijdens de avondpiek een deel van je verbruik uit je batterij te halen”, aldus Van den Bosch.

Als derde maatregel ondersteunt FEBEG het idee voor een nieuwe contractvorm waarbij twee contracten op dezelfde EAN-meter kunnen worden afgesloten; de zogenaamde supply split. Van den Bosch legt uit dat dit idee de populariteit van dynamische contracten kan vergroten.

“Mensen hebben vaak schrik voor dynamische contracten, waardoor ze minder snel doorbreken. Een oplossing kan zijn om huishoudelijk verbruik onder een klassiek contract te houden, terwijl grote verbruikers zoals een warmtepomp of een elektrisch voertuig op een dynamisch prijscontract worden gezet. Zo beperk je het risico voor de klant en kunnen grote verbruikers beter inspelen op dynamische prijzen.”

De vierde maatregel is het invoeren van “stimulerende en coherente nettarieven”, stelt FEBEG. Van den Bosch legt uit dat met "coherent" wordt bedoeld dat de nettarieven gelijk worden getrokken over de verschillende regio’s in België. Verder moeten de nettarieven stimulerend zijn om afname bij overproductie te bevorderen.