Waarom de markt beter weet hoe je het net stabiel houdt dan de overheid

06.08.2025 Gijs de Koning

Waarom de markt beter weet hoe je het net stabiel houdt dan de overheid

Het elektriciteitsnet in Nederland kent steeds meer volatiliteit, wat instabiliteit tot gevolg kan hebben. Prijzen op de verschillende energiemarkten fluctueren steeds sterker en het net gaat gebukt onder netcongestie die grote hoeveelheden vraag en aanbod veroorzaken. De grootste drijfveer achter dit probleem is de snelle opkomst van wind- en zonne-energie. Maar er is ook goed nieuws: er zijn steeds meer technische oplossingen waar innovatieve partijen hun brood mee verdienen. Eén daarvan is het Zweedse Flower, specialist in slimme batterijopslag.

Flower is een vermogensbeheerder van energie. Het bedrijf heeft zonneparken en batterijsystemen in bezit waarmee het, samen met eigen sturingssoftware, bijdraagt aan het balanceren van het elektriciteitsnet. Flower zoekt actief naar samenwerkingen om het aanbod aan flexibiliteit te vergroten en bedrijven te helpen hun projecten goed in te passen op het net. Op deze manier kan duurzame energie grootschalig worden uitgerold, zonder dat dit leidt tot extra druk op het net. In een interview met Solar365 legt John Diklev, CEO en oprichten van Flower, uit hoe volgens hem het energiesysteem van de toekomst eruitziet en wat Nederland kan leren van Zweden als het gaat om netcongestie.

Hoe slimme batterijopslag van Flower het net ondersteunt

Diklev licht de werkzaamheden van Flower als volgt toe: “Bij Flower ontwikkelen en optimaliseren we batterijen van anderen, maar we beheren ook onze eigen opslagcapaciteit. Daarnaast sluiten we stroomafnamecontracten (PPA’s) af met producenten van duurzame energie en leveren we stabiele ‘baseload’-contracten aan industriële afnemers. We nemen dus de verantwoordelijkheid voor de planning op ons. Door de variabele opwek van hernieuwbare bronnen te combineren met flexibiliteit uit batterijen, kunnen we stabiele levering garanderen en het energiesysteem ontlasten. We kopen variabiliteit in, verkopen zekerheid en gebruiken het verschil om flexibiliteit te contracteren. Zo bouwen we een gebalanceerde energieportefeuille en beheersen we risico’s op portefeuilleniveau.”

Het voordeel van een groot portfolio is dat je altijd de goedkoopste en beste energie kunt aanbieden, legt Diklev uit. “Batterijen gaan nog best vaak kapot, en dat brengt hoge kosten met zich mee als je posities moet terugkopen op de markt. Maar als je een portfolio van batterijen beheert, kun je die risico’s spreiden. Je kunt dan posities herverdelen en de goedkoopste oplossing kiezen. Ook hebben onze batterijen verschillende netaansluitingen, elk met hun eigen kosten. Door slim te plannen activeren we altijd de voordeligste batterij op het juiste moment.”

De uitdagingen van het Nederlandse elektriciteitsnet

In Nederland werd het grootste deel van de elektriciteit lange tijd geproduceerd met gas. Dat zorgde voor een stabiele basis. Maar inmiddels is een steeds groter aandeel gas vervangen door wind- en zonne-energie. Om het elektriciteitsnet stabiel te houden moeten deze schommelingen in elektriciteitsaanbod worden opgevangen.

Een van de grootste verschillen tussen het energiesysteem in Nederland en Zweden is dat Zweden het grootste deel van zijn energie opwekt met behulp van waterkracht.
Diklev: “Waterkracht is op zich heel flexibel; je kunt eenvoudig stoppen met produceren als de stroomprijs laag is. Dat werkt als een soort tegengewicht voor prijsschommelingen. Maar je kunt waterkrachtcentrales niet eindeloos op- en afregelen zonder slijtage aan de turbines. In het begin dacht men dat we in Noord-Europa geen last zouden krijgen van volatiliteit, juist vanwege al die waterkracht. Maar dat bleek niet te kloppen.”

Diklev legt uit dat de volatiliteit in Zweden de afgelopen jaren ook is toegenomen door de opkomst van zon en wind, maar dat Zweden door zijn energiemix minder last heeft van netcongestie en prijsfluctuaties. Toch is dat geen garantie voor de toekomst.

“Een paar jaar geleden leek er nog niet veel aan de hand: de stroomprijzen waren laag en er was weinig schommeling,” vertelt Diklev. “Maar we zagen dat zon en wind snel bleven groeien en wisten dat dat op termijn tot problemen zou leiden. Het elektriciteitssysteem werd kwetsbaarder, met minder vermogen om veranderingen op te vangen. We voorspelden dat extreme prijsschommelingen zouden komen, en die zien we nu. Toch bouwen we nog steeds meer zon en wind bij dan opslag en flexibiliteit. Het probleem groeit dus nog steeds. We moeten echt sneller investeren in oplossingen die het systeem stabiel houden.”

Waarom batterijopslag in Nederland achterblijft

Diklev loopt tegen een aantal uitdagingen aan op de Nederlandse markt.
“De grootste uitdaging voor ons in Nederland zijn de hoge netwerkkosten voor batterijen,” legt hij uit. “Die kosten zijn gebaseerd op het idee dat batterijen altijd op vol vermogen laden en ontladen, maar dat klopt niet met de praktijk. Daardoor wordt batterijopslag financieel onaantrekkelijk. In Duitsland gaan ze daar veel slimmer mee om: daar zien ze batterijen niet als een belasting voor het net, maar als een ondersteuning. Dat is precies de mentaliteit die we overal nodig hebben.”

Is dit niet de verantwoordelijkheid van de overheid?

Op de vraag of de verantwoordelijkheid voor het stabiliseren van het energiesysteem bij bedrijven moet liggen of toch bij netbeheerders en overheden, antwoordt Diklev het volgende: “Ik vind dat commerciële partijen een belangrijke rol moeten spelen in de energiemarkt. De energiesector is historisch gebouwd op kapitalistische principes, denk aan olie en gas, en dat heeft goed gewerkt. Energie-exporterende landen zijn vaak het welvarendst per hoofd van de bevolking. Als een land of regio in staat is om zelf energie op te wekken én te exporteren, is dat een enorme economische troef.”

“Maar tegelijkertijd is de energietransitie grillig. Soms bouwen we meer zon en wind dan opslag, en op andere momenten is het andersom. Dat zorgt onvermijdelijk voor prijsschommelingen. En zodra prijzen sterk stijgen of dalen, wordt het politiek: kiezers houden niet van volatiliteit, en dat maakt politici terughoudend. Daardoor worden soms niet de technisch meest efficiënte keuzes gemaakt.”

“Wat we nodig hebben, is een systeem waarin markten complex mogen zijn, net zo complex als het energiesysteem zelf, maar waarin professionele partijen verantwoordelijkheid nemen en snappen hoe het systeem werkt. De overheid moet de consument beschermen, bijvoorbeeld met een maximumprijs. Dat is geen subsidie, maar een beschermingsmechanisme. Zo blijft het politieke draagvlak overeind, terwijl de markt zijn werk kan doen.”

“Het gaat erom dat we marktkrachten benutten om efficiënte oplossingen te realiseren, maar zonder burgers over te leveren aan alle grillen van het systeem. Bescherming, ja, subsidies, nee. Alleen zo bouwen we een veerkrachtig én eerlijk energiesysteem.”

Energie kent geen grenzen

Volgens Diklev wordt het energiesysteem nog te veel gezien als een nationaal vraagstuk, terwijl in werkelijkheid alles steeds meer met elkaar verweven raakt. “In Zweden zijn we ook afhankelijk van de Duitse elektriciteitsprijzen,” zegt hij. “Als in Duitsland de auto-industrie ten onder gaat aan hoge elektriciteitsprijzen, zal Zweden daar allesbehalve van profiteren.”

Hij sluit af met een duidelijke oproep: “We moeten ervoor zorgen dat Europese stroomprijzen internationaal competitief blijven en dat lukt niet als we allemaal op onze eilandjes blijven zitten.”