Nederland heeft significante vooruitgang geboekt in de transitie naar groene energie. Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat in de eerste helft van 2023 maar liefst 46 procent van de opgewekte elektriciteit, oftewel 27,6 miljard kilowattuur, afkomstig was uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zon. Tegelijkertijd neemt de productie uit fossiele brandstoffen significant af, wat wijst op een veelbelovende toekomst voor duurzame energie in Nederland.

In het eerste halfjaar van 2023 heeft Nederland 27,6 miljard kilowattuur aan hernieuwbare energie opgewekt, 14 procent meer dan in dezelfde periode van 2022. Volgens het CBS komt nu 46 procent van de totale elektriciteitsproductie uit bronnen zoals wind, water en zon.

Zon en wind de kartrekkers
Zonne-energie heeft een opmerkelijke groei doorgemaakt, met een toename van 25 procent in de eerste helft van het jaar. Deze stijging is grotendeels te danken aan het groeiende aantal Nederlanders dat investeert in zonnepanelen.

Windenergie heeft ook een boost gekregen, met een stijging van 16 procent. De toename van windmolens op zee en gunstige windomstandigheden op het land hebben hieraan bijgedragen.

Gevolgen voor de consument
Ook is de productie uit fossiele bronnen, zoals kolen en aardgas, met 8 procent gedaald. Dit komt mede door de stijgende prijzen van kolen en CO2. Daarnaast is de aardgasproductie verminderd vanwege de hogere kosten in vergelijking met hernieuwbare energie.

Deze verschuiving heeft echter ook financiële gevolgen voor consumenten. De Autoriteit Consument & Markt waarschuwt dat de kosten voor huishoudens zullen stijgen, aangezien de huidige elektriciteitsnetten moeten worden aangepast aan de groeiende vraag naar hernieuwbare energie. Deze aanpassingen kunnen leiden tot een verwachte maandelijkse stijging van 8 euro voor huishoudens.