Goed of slecht nieuws?

14.03.2023 Wim Sinke

Goed of slecht nieuws?

Nieuwsgierig en geïnteresseerd, maar ook met een beetje schroom open ik iedere ochtend de kranten op mijn tablet. Het nieuws kan overweldigend zijn en ‘ermee omgaan’ is geen sinecure. Ik weet dat ik daarin niet alleen sta en het verbaast dan ook niet dat er verschillende organisaties zijn die begeleiding en goede raad bieden, variërend van (tijdelijke) geheelonthouding tot selectief lezen en meer. Tot nu toe ben ik gewoon een veelvraat en probeer ik waar mogelijk positieve trends te ontdekken in of achter de veelheid aan slechtnieuwsberichten.

Als je in de zonne-energie werkt is het niet zo moeilijk om die te zien: door de dramatische gevolgen van klimaatverandering en de pijnlijk gevoelde energieafhankelijkheid groeit de markt als kool en omarmen steeds meer mensen zonne-energie als een belangrijk deel van de oplossing. Dat is natuurlijk prachtig en het is terecht dat we dat vieren op evenementen van de zonne-energiesector, maar ons langetermijnsucces zal afhangen van andere, of in ieder geval meer factoren.

Op het recente Congres Solar in 2030 stemde een duidelijke meerderheid ‘ja’ op de vraag of integraal duurzame(re) zonne-energie meer mag kosten dan standaard zonne-energie, waarbij integraal duurzaam dan slaat op milieu, klimaat, arbeidsomstandigheden en nog andere aspecten.

Natuurlijk moet je er dan eigenlijk bij vragen hoeveel meer, maar het gaat hier even om het principe. Bij duurzame(re) zonne-energie kun je ‘zonne-energie’ overigens naar behoefte vervangen door allerlei andere sectoren en producten.

Als deze stemmers en andere belanghebbenden de daad bij het woord voegen heeft Europa een enorme steun in de rug bij het succesvol implementeren van zijn regelgeving op dit gebied en kunnen Europese bedrijven succesvol zijn bij het realiseren van hun ambities.

De positieve trend waarnaar ik op zoek ben is daarom, meer dan de groeicijfers, of wij de omslag kunnen maken van het immer streven naar de laagste kosten naar het zoeken van de hoogste waarde. Dat is een taaie en al helemaal in Nederland dat internationaal soms – terecht of onterecht – als het prijsputje van Europa wordt gezien.

In reactie op dit soort bespiegelingen hoor ik regelmatig zeggen dat niet iedereen zich die duurzaamheid kan permitteren. Velen kunnen nu al niet rondkomen. Dat is natuurlijk zo, maar mag absoluut geen reden zijn om het duurzaamheidsstreven aan de kant te schuiven. De maatschappij als geheel moet zich die kosten permitteren (sterker nog, kan zich uiteindelijk niet permitteren dat niet te doen) en ervoor zorgen dat duurzaam de voor iedereen betaalbare standaard wordt.

Over het hóe van duurzaamheid en betaalbaarheid zou in Brussel, Den Haag, provincie- en gemeentehuizen en huiskamers moeten worden gediscussieerd, niet over het óf. De positieve trend die ik zie en waarmee ik wil afsluiten, is dat duurzaamheid in rap tempo kernthema in het maatschappelijke en politieke debat wordt.

Het schuurt, knettert en knalt, maar dat laat zien hoe belangrijk en allesomvattend het thema wordt gevonden. Dat is misschien wel een voorwaarde om vooruit te komen.