Voor het eerst werd over een halfjaar de helft van alle elektriciteit op een duurzame manier opgewekt, blijkt uit de cijfers van Energieopwek.nl. Over de eerste helft van 2022 was dit slechts 43 procent. Het Planbureau voor de Leefomgeving verwacht dat het aandeel hernieuwbare stroom zal stijgen naar 85 procent in 2030.

In een persbericht stelt het Nationaal Klimaat Platform (NKP) dat het aandeel van 50 procent eerder in afzonderlijke maanden werd overschreden, maar nog nooit voor een halfjaar. Voor de eerste helft van 2023 was het aandeel hernieuwbare stroom uiteindelijk 49,6 procent. Ook verwacht het NKP dat het gemiddelde voor 2023 als geheel boven de 50 procent zal uitkomen, gezien er de komende maanden onder andere nieuwe windturbines op zee in gebruik zullen komen.

In het aandeel hernieuwbare stroom nam zonnestroom het grootste deel voor de rekening met 18,9 procent (zie onderstaande grafiek). Daarna kwamen wind op land met 14,2 procent en wind op zee met 8,6 procent. De rest van het aandeel hernieuwbaar werd vrijwel helemaal opgevuld met biomassa (7,8 procent). PV was ook de bron van stroom die de grootste groei doormaakte, gezien het in de eerste helft van 2022 nog slechts 15,5 procent van de stroom opwekte.

Aandeel hernieuwbare energie ook gegroeid
Volgens het NKP nam ook het aandeel van het totale energieverbruik, waarbij ook warmte en transportbrandstoffen worden meegerekend, toe ten opzichte van 2022. Mei was de eerste maand waarin biomassa (dat in kolencentrales wordt gestookt om elektriciteit en warmte op te wekken) niet de grootste bron van hernieuwbare energie was. PV was zowel in mei als juni de belangrijke bron van hernieuwbare energie.