Iedereen dacht dat de zonne-energiesector nu eindelijk volwassen zou zijn, maar is dat wel zo?

28.12.2023 Jan de Wit

Iedereen dacht dat de zonne-energiesector nu eindelijk volwassen zou zijn, maar is dat wel zo?
©Esdec

Dat de plotse, enorme prijsdalingen tot grote problemen hebben geleid is inmiddels al geen nieuws meer. Maar de prijzen blijven maar dalen en het wordt zo langzamerhand de vraag; wanneer komt het omslagpunt en gaat de prijsstijging dan net zo onstuimig als de huidige daling? “Het ene halfjaar zien bedrijven hun omzet verdrievoudigen, het volgende halfjaar gaat die weer door de helft”, ziet Gerard Scheper, CEO van European Solar. “Misschien is onze markt nog niet zo volwassen als we dachten.”

De consumentenvraag trekt nog altijd niet aan, waardoor de problemen voor de sector aan blijven houden. Daarnaast komt de zakelijke markt weliswaar weer wat los dankzij de lage zonnepanelenprijzen, maar doordat banken nog altijd hoge rentepercentages vragen blijft de businesscase moeilijk rond te rekenen.

“Dat roept een drietal vragen op”, zegt Scheper. “Ten eerste zijn de prijzen nu zo enorm laag, zelfs nog lager dan vorige maand. Iedereen weet dat er uiteindelijk een prijsverhoging komt, maar wanneer en hoe stevig wordt die verhoging? In de particuliere markt maken dit soort prijsverschillen niet zo veel uit, dat is een kwestie van een paar tientjes per zonnepaneel. Voor zakelijke projecten kan dat flinke voordelen opleveren, want van die lagere inkoopprijs heb je dertig jaar plezier. Maar hier kun je als inkoper geen strategie op maken, want die prijzen gaan gegarandeerd weer omhoog.”

Ten tweede zou iedere inkoper zich volgens hem moeten afvragen hoe goed de kwaliteit is van de partijen zonnepanelen die nu op de markt komen. “Met de huidige prijzen zijn de marges zó klein dat een tussenhandelaar er niets aan kán verdienen. Als er dan toch een tussenhandelaar bij de deal betrokken is moet je je wel gaan afvragen of de partij zonnepanelen die je koopt wel van de kwaliteit is als wordt beweerd”, aldus Scheper.

Ten derde is er nog de liquiditeit van de Chinese bedrijven. “Banken willen weten hoe liquide jouw leveranciers zijn om in te schatten hoe groot de kans is dat jij als bedrijf in de problemen komt. Hiervoor heb je natuurlijk de Tier 1-fabrikantenlijst en de zogeheten Altman Z-score, maar die worden bepaald op basis van het verleden. De prijsdalingen gaan nu zó hard dat je je moet afvragen hoe liquide jouw leveranciers echt zijn. Het zou mij niet verbazen als een aantal Chinese bedrijven zelf ook aan het wankelen zijn.”

Volgens Scheper levert dit ‘moderne faillissementen’ op. “De grootste zonnepanelenfabrikanten hebben het ook zwaar, maar die zijn allemaal beursgenoteerd en hebben daardoor een langere adem. Bovendien hebben zij een deel van hun productie ondergebracht bij kleinere fabrikanten. Die productie schroeven ze nu terug, waardoor die kleinere fabrikanten in grote problemen komen. Als ze dan omvallen kunnen de grote fabrikanten de hele productiecapaciteit voor een habbekrats overnemen.”

In de meeste sectoren is dit weliswaar een risicovolle strategie, extra productiecapaciteit kopen tijdens een vraagtekort is doorgaans vragen om moeilijkheden, maar de energietransitie moet gebeuren. Dat betekent dat die extra productiecapaciteit vroeg of laat weer nodig is.

“Zo proberen de grootste zonnepanelenfabrikanten die iets minder grote fabrikanten uit de markt te drukken. Er zouden de komende tijd wel eens een hoop naamsveranderingen aan kunnen komen. Soms zijn die minimaal, maar dan zit er nog steeds een andere eigenaar achter, dus je moet dan nog steeds heel goed opletten met wie je zaken doet.”

Hoe verhoudt dit zich tot de Nederlandse situatie?
Dat de energietransitie gewoon doorgaat geldt ook voor Nederland. “We hebben ons aan internationale en nationale doelen gecommitteerd, dus ook de Nederlandse vraag zal vroeg of laat weer aantrekken. Maar bedrijven in de Nederlandse zonne-energiesector moeten deze tussenperiode wel zien te overleven”, stelt Scheper.

“Ik denk dat minimaal een derde van de Nederlandse bedrijven dit door fusies, overnames of faillissementen niet gaat overleven. Verschillende bedrijven hebben voor een internationale groeistrategie gekozen, die doen het nog relatief aardig. Hoewel de vraag in heel Europa nu tegenvalt doet Nederland het extra slecht. De voorraden blijven onveranderd hoog. Aangezien de verkopen sterk teruglopen en de prijzen zijn gedaald kunnen de financiële verplichtingen moeizaam worden voldaan, met teruglopende kredietfaciliteiten en dus inkoopkracht als gevolg.”

Daar kun je volgens hem op twee manieren naar kijken. “Aan de ene kant hoeven we er echt niet sentimenteel over te doen als bedrijven failliet gaan, dat gebeurt ook in een gezonde economie. Daarbij speelde deze discussie ook al in de coronaperiode en toen zijn er heel veel bedrijven gered die eigenlijk niet levensvatbaar zijn op de lange termijn.”

Aan de andere kant is het wel slecht voor het sentiment rondom de Nederlandse energietransitie als er veel bedrijven failliet gaan in de zonne-energiesector. Zeker omdat de consumentenvraag keer op keer laat zien dat het hypergevoelig is voor negatieve berichtgeving.

“Uiteindelijk gaat de energietransitie gewoon door, dat is een uitgemaakte zaak. Toch zal dit zeker een tijdelijk effect hebben, zowel in het marktaanbod als in de consumentenvraag. Daarbij zie je dat de pieken en dalen in de vraag zo gigantisch zijn. Het ene halfjaar zien bedrijven hun omzet verdrievoudigen, het volgende halfjaar gaat die weer door de helft. Misschien is onze markt nog niet zo volwassen als we dachten.”