Voor de verduurzaming van corporatiewoningen zijn tal van maatregelen genomen. In totaal is er bij 151.900 woningen minimaal één maatregel toegepast, wat minder is dan de 178.400 woningen het jaar van medio 2024 tot medio 2025. Uit het onlangs gepubliceerde sectorrapport van Aedes blijkt verder dat er vooral is geïnvesteerd in isolatiemaatregelen. Het aantal zonnepanelen is afgenomen, voornamelijk door het afschaffen van de salderingsregeling, terugleverkosten en onzekere teruglevertarieven. Ook is de gemiddelde energielabelwaarde verbeterd.

Volgens het rapport hebben In totaal 151.900 woningen minstens een ingreep ondergaan, dat waren er een jaar eerder nog 178.400. De daling van het aantal geïnstalleerde zonnepanelen en andere warmteopwekkers is voornamelijk opgevuld door isolatiemaatregelen. Op dat vlak is een sterke toename te zien.  

Er zijn ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar 61.500 zonnepanelen geinstalleerd. Dat is een daling van 17 procent. Dat heeft alles te maken met de veranderende omstandigheden op de energiemarkt. De belangrijkste oorzaak op dit gebied is het feit dat de salderingsregeling per 2027 wordt afgeschaft. De regeling maakte het extra financieel aantrekkelijk om zonnepanelen te nemen, nu dat wegvalt neemt de interesse van consumenten af, ziet ook Dutch New Energy Research. Verder zorgen terugleverkosten van energieleveranciers en onvoorspelbare teruglevertarieven ook voor een daling in het aantal installaties.

Tussen medio 2024 en medio 2025 daalde de EP2 (een indicator van hoeveel fossiele energie er wordt gebruikt) van 176,8 kilowattuur per vierkante meter naar 171,7 kilowattuur per vierkante meter. Dat is een afname van 2,9 procent. Dit is een minder sterke verbetering dan in dezelfde periode als het jaar ervoor. “Wanneer we dit effect buiten beschouwing laten en alleen kijken naar de resultaten van daadwerkelijke maatregelen, blijkt de verbetering dit jaar iets kleiner dan vorig jaar”, aldus de onderzoekers.

Slechte energielabels moeten verdwijnen

De gemiddelde energielabelwaarde is verbeterd en dat is volgens de rapportage van Aedes duidelijk te zien in de verdeling van de labels. Het aantal corporatiewoningen met een goed energielabel, A of hoger, is gestegen van 961.000 naar 1.039.300 woningen. Dat is een toename van 77.400. Daarnaast heeft 47 procent van de corporatievoorraad een energielabel van A of hoger.

Daar komt bij dat het aantal woningen dat een slecht energielabel heeft, E of lager, gedaald is van 142.900 naar 127.500. Dat is een afname van 10,8 procent. Ook het aantal C- en D-labels neemt verder af. Deze verbeteringen zijn het gevolg van zowel verduurzaming van bestaande woningen als van sloop-nieuwbouw.

In december 2024 werden de Nationale Prestatieafspraken (NPA) ondertekend, waarin afspraken zijn vastgelegd tussen het Rijk, woningcorporaties (vertegenwoordigd door Aedes) en gemeenten. Daarin staat onder meer dat uiterlijk in 2028 alle E, F en G-energielabels moeten zijn verdwenen. Een uitzondering hierop zijn monumenten en woningen die voor de sloop bestemd zijn. Bij complexmatige verduurzaming geldt bovendien dat minimaal 70 procent van de huurders en eventuele VvE’s moet instemmen.

“Zoals in de herijkte NPA is afgesproken is de labelbeoordeling van kleine (flex)woningen onderzocht. Over deze resultaten en de oplossingsrichting wordt door het ministerie van VRO nu nagedacht. Een deel van de EFG-woningen in de figuur betreft namelijk kleine (flex)woningen”, aldus de onderzoekers. “Het gemiddelde cijfer voor de ervaren woningkwaliteit is de afgelopen jaren vrijwel stabiel gebleven, met een score rond de 6,9. Tegelijkertijd neemt het aandeel ontevreden huurders langzaam toe.”

Stijging van de energiekosten

Zo'n 19 procent van de huurders beoordeelt hun woning met een 5 of lager. Dat is nagenoeg gelijk aan vorig jaar, ondanks de inspanningen van corporaties op het gebied van woningverbetering en verduurzaming. Een mogelijke verklaring voor het groeiende aandeel onvoldoendes is dat huurders van woningen met een slecht energielabel in de loop van de tijd steeds ontevredener zijn geworden over de kwaliteit van hun woning.

Cijfers uit het onderzoek geven aan dat tussen 2021 en 2025 het aandeel huurders met een E-, F- of G-label, dat een onvoldoende geeft, met ongeveer een derde gestegen. “Het wonen in een woning met een slecht energielabel ontwikkelt zich daarmee steeds meer tot een ‘dissatisfier’. Het totale effect hiervan blijft beperkt doordat de sector actief werkt aan verduurzaming en deze labels stap voor stap wegwerkt”, geven de onderzoekers aan. 

Een belangrijke oorzaak van de toenemende ontevredenheid is waarschijnlijk de stijging van de energiekosten in de afgelopen jaren. Voor bewoners van slecht geïsoleerde woningen is het moeilijker en duurder geworden om hun woning betaalbaar warm te houden. Waar huurders met een E-, F- of G-label eerder nog een krappe voldoende gaven, geven zij nu vaker een onvoldoende.

De hogere energieprijzen lijken daarnaast ook de lichte toename van onvoldoendes bij woningen met betere labels te verklaren. De eerder beschreven toename in het aantal isolatiemaatregelen en de daarmee gepaard gaande verbetering van de netto warmtevraag, is ook zichtbaar in de verbetering van de EP2. Ook verbetert de energielabelwaarde ook door het installeren van duurzamere en efficiëntere installaties voor verwarming en tapwater.