Nog scherpere versie van Fit for 55 moet de EU energieonafhankelijk maken van Rusland
24.05.2022 Jan de Wit
De Europese Commissie heeft zijn REPowerEU-plan gepresenteerd met daarin de beleidspunten waarmee Europese lidstaten versneld afstand kunnen nemen van in eerste instantie Russische fossiele brandstoffen. Het plan is een verdere uitwerking en aanscherping van de Fit for 55-suggestie die de Commissie vorig jaar deed. Zo maakt de oorlog in Oekraïne een versnelde energietransitie nog meer opportuun.
Sinds Rusland Oekraïne is binnengevallen werkt de Europese Commissie niet alleen aan sanctiepakketten die de verkoop van Russische fossiele brandstoffen raken, maar ook aan een strategie om er definitief afstand van te nemen. Het REPowerEU-plan is daar de meer gedetailleerde uitwerking van.
Daarbij wijst de Commissie op de dubbele waarde van een hervorming van Europa’s energiesysteem. Aan de ene kant wordt het continent onafhankelijk van Russische fossiele brandstoffen en de manier waarop Rusland deze inzet voor economisch en geopolitiek gewin. Aan de andere kant werkt Europa richting een klimaatneutrale toekomst.
Lees ook: Aardgas als politiek instrument, dat vraagt ook om een geopolitieke strategie
REPowerEU kent vier thema’s waarmee Europa de energietransitie versneld moet gaan uitvoeren. Dat kan volgens de Commissie door energiebesparing, diversificatie van de energievoorziening, versnelde uitrol van hernieuwbare energie ter vervanging van fossiele brandstoffen in de gebouwde omgeving, én meer hernieuwbare energiegebruik in de industrie, transport en energieopwekking.
Energiebesparing
De Europese Commissie wijst er allereerst op dat het besparen van energie de “snelste en goedkoopste manier” is om de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen terug te dringen.
De verplichte doelstelling van 9 procent energiebesparing in 2030 ten opzichte van 1990, zoals geformuleerd in Fit for 55, wordt verhoogd naar 13 procent. Op korte termijn kunnen EU-lidstaten al 5 procent besparen. Ook worden lidstaten aangemoedigd fiscale maatregelen te nemen om energiebesparing aantrekkelijker te maken.
Lees ook: NVDE: ‘Nederland kan binnen een jaar bijna vijf miljard kuub aardgas besparen’
Diversificatie van de energievoorziening
Met een meer diverse energievoorziening wil de Europese Commissie met name het Russische aardgas versneld uitfaseren. Hiervoor zal meer liquefied natural gas (LNG) en aardgas uit andere landen worden geïmporteerd.
Om dit te bereiken onderhandelt de Commissie al maanden met internationale leveranciers zoals Qatar. Door als continent op te trekken hoopt de Commissie meer slagkracht te hebben op de markt en een "gezamenlijk aankoopmechanisme" te ontwikkelen, vergelijkbaar met de vaccinprogramma’s.
Maar de Commissie hoopt dit ook met hernieuwbare waterstof te gaan doen. Om dit te bereiken wil het langetermijnafspraken met internationale leveranciers, de markt stimuleren en grote waterstofhubs realiseren rond de Noord- en Middellandse Zee.
Versnelde uitrol van hernieuwbare energie
Ook voor de versnelde uitrol van hernieuwbare energie heeft de Europese Commissie de doelstellingen vanuit Fit for 55 verscherpt. Dit heeft als voordeel dat het weinig tot geen nieuw beleid hoeft af te stemmen met de Europese lidstaten, maar alleen de doelstellingen kan aanscherpen.
De Commissie stelt daarom voor dat de energiesystemen van de lidstaten in 2030 voor 45 procent uit hernieuwbare energie moeten bestaan. Eerder was nog 40 procent voorgesteld.
De doelstelling voor beschikbare PV-capaciteit tegen 2025 wordt verdubbeld en in 2030 moet Europa over 750 gigawatt beschikken. Zonnepanelen op nieuwe publieke, residentiële en commerciële gebouwen worden verplicht. Een maatregel die het Nederlandse kabinet al (deels) heeft voorgesteld aan de Tweede Kamer. Ook moet thermische zonne-energie versneld worden uitgerold.
Lees ook: PV op nieuwe grote bedrijfsdaken wordt vanaf 2025 verplicht, afbouw salderingsregeling uitgesteld
Meer hernieuwbare energiegebruik in de industrie, transport en energieopwekking
Kolen, olie en aardgas in industriële processen gaan volgens de Europese Commissie niet alleen de CO2-uitstoot sterk terugdringen, maar ook de “veiligheid en concurrentievermogen” verhogen.
Hiervoor ziet de Commissie een uitgebreid palet van mogelijkheden die samen 35 kubieke meter aardgas tegen 2030 kunnen besparen. Naast de eerder besproken maatregelen komt er ook een grotere rol voor biogas, biomethaan en elektrificatie.
In samenwerking met het Europees Innovatiefonds en de Europese Investeringsbank wil de Commissie toewerken naar een Europese koplopersrol op het gebied van zonne-energie en waterstof. Om de markt te stimuleren wordt er ingezet op technologische kennis, arbeidskrachten en eigen grondstoffenproductie.
Om een emissievrije mobiliteitssector te bevorderen komt de Commissie met maatregelen om transport verder te vergroenen. Energie-efficiënte en emissieloze voertuigen staan hierbij centraal.
Financiering moet uit het coronaherstelfonds en het Europese emissiehandelssysteem komen
Om REPowerEU te laten slagen is er volgens de Europese Commissie 210 miljard euro extra nodig voor 2027. Tegelijk kan Europa 100 miljard euro per jaar besparen door de import van Russisch aardgas terug te dringen.
Hiervoor zijn extra middelen uit de privé en publieke sector nodig, naast nationale gelden van EU-lidstaten. Uit het coronaherstelfonds heeft de Commissie al 225 miljard euro vrijgemaakt, maar dit zijn deels al toegezegde miljarden. Om dit aan te vullen is de blik naar het Europese emissiehandelssysteem gekeerd.
Uit de Market Stability Reserve – een reserve bedoelt om het Europese emissiehandelssysteem stabiel te houden – wil de Commissie voor 20 miljard euro aan emissierechten verkopen. Dit zou moeten gebeuren “zonder de markt te verstoren”.
Ten slotte heeft de Commissie geschoven met gelden binnen het meerjarig financieel kader – zijn langetermijnbegroting. Vanuit het zogeheten cohesiebeleid was al 100 miljard euro beschikbaar voor hernieuwbare energie, waterstof en infrastructuur. Hier komt 26,9 miljard euro bij uit cohesiefondsen, 7,5 miljard euro uit het gemeenschappelijk landbouwbeleid en 3 miljard euro uit het Innovatiefonds.