Stel: je gaat een dagje naar het Bloemendaalse strand met je EV. Dan kun je hem, terwijl jij met je billen in het zand ligt, voltanken met zonnestroom. Het grote laadplein aan zee van Groendus is hier volledig voor ingericht.

Nou is zo’n zonneplein niets nieuws, vertelt Jeroen de Haas van Groendus (en ex-CEO Eneco), tegen de Volkskrant, maar het laat wel zien hoe een groen energiesysteem moet functioneren. De zonneparking in Bloemendaal bestaat uit twee enorme overkappingen bedekt met 5.000 zonnepanelen. Hier komt vraag en aanbod bij elkaar. Badgasten parkeren hun stekkerauto onder de panelen en wanneer ze aan het eind van de dag huiswaarts gaan is hun wagen lekker koel én volgetankt.  

Gelijktijdigheid bereiken
Kern van de werkwijze is het bereiken van ‘gelijktijdigheid’: groene stroom gebruiken op het moment dat ze wordt geproduceerd. Dit parkeerterrein is het ideale voorbeeld. Badgasten komen als het zonnig is en hebben tijdens de reis een deel van hun accu verbruikt. De auto-accu’s worden dus met de zon van de dag bijgevuld zonder het elektriciteitsnet te belasten.

En als ze ’s avonds, naar bijvoorbeeld Rotterdam, terugrijden kan het overschot worden teruggeleverd via een lokale laadpaal. Zo worden voertuigen transporteurs van energie en onderdeel van het elektriciteitsnetwerk. Voor de automobilist alleen maar plussen: hij kan eerst goedkoop stroom ‘tanken’ in zonnig Bloemendaal, om het later voor een meerprijs te verkopen via een Rotterdamse laadpaal. Voorlopig is dit nog theorie. Maar de technologie om het mogelijk te maken, komt eraan.

Er moet nog veel gebeuren
Voor particulieren moet er thuis achter de meter nog veel gebeuren; apparaten moeten zich automatisch gaan aanpassen aan het aanbod. De wasmachine moet vanzelf gaan draaien, de auto moet automatisch opladen en de warmtepomp moet zelfstandig energie bufferen als de zon schijnt. Nu kunnen ze dat nog niet, maar digitalisering gaat de komende jaren een hoge vlucht nemen achter de meterkast, verwacht De Haas.