Waar gaat de meterruimte naartoe?

05.05.2021 Jan de Wit

Waar gaat de meterruimte naartoe?

De discussie woedt al enige tijd hoe de meterruimte van de toekomst eruit moet gaan zien. Kan de meterruimte verdwijnen of moet hij juist groter worden? Jan Willem van de Groep, onder andere innovator en oprichter van Factory Zero, pleit voor een moderne, brede blik op het traditionele concept van de meterruimte. “De beste meterruimte is geen meterruimte. De technische ruimte heeft de toekomst.”

Voor Van de Groep is de discussie over de meterruimte eigenlijk exemplarisch met een groter probleem dat hij ervaart binnen de bouw- en woonsector. “De bouw- en woonsector moeten in hun geheel veel sneller gaan moderniseren. Er moet beleid gemaakt worden dat zich richt op het  toekomstige bouwen. De meterruimte creëert een hoop problemen: hij neemt onnodig veel ruimte in op een verplichte plek waarmee ontwerpvrijheid en innovatieruimte wordt ingeperkt.

Het aansluiten creëert daarnaast per definitie een lastig en duur planningsprobleem. In plaats van weer aanpassingen te gaan doen in de meterruimte maak je de ruimte voor zekeringen, tussenmeters en groepsschakelaars onderdeel van de technische ruimte die tegenwoordig vrijwel standaard onderdeel zijn van nieuwbouwwoningen. Uiteraard heb ik het dan niet over de huisaansluiting zelf, die moet naar buiten verdwijnen.”

Van de Groep werkte vele jaren in de bouw- en in de woningcorporatiesector, was verbonden aan het programma Energiesprong van het toenmalige ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en is één van de oprichters van Factory Zero – dat industriële energiemodules maakt voor energiezuinige woningen. In al zijn functies is er altijd één centrale drijfveer: “Ik wil blijven innoveren en helpen om de bouw te verduurzamen en te moderniseren.”

Voordelen technische ruimte
“De meterruimte is gebaseerd op de traditionele indeling die al uit de jaren negentig stamt”, zo gaat Van de Groep verder. “Zonder gasmeter is het een heel ander ding geworden, omdat het alleen nog gaat om elektrotechniek is een plek in de buurt van de andere technische installaties veel logischer.

Volgens Van de Groep lost dit vier zaken op. “Allereerst creëert het veel meer ruimte en dus ontwerpvrijheid, ook innovatieve concepten met vrije woningindelingen en in de fabriek geproduceerde technische modules hebben meer ruimte om te vernieuwen. Ten tweede voorkom je dubbelingen in schakelmateriaal – zoals een dure drie-fase-schakelaar die verplicht in de buurt van de omvormer moeten zitten – en een berg bedrading.  

“Ten derde lopen de planningen van netwerkbedrijven zo vaak in de soep, dat ze nu te vaak de voortgang van de bouw verstoren. Om de meterruimte aan te sluiten kunnen er immers geen stijgers rondom de woning staan en de bouwweg moet open zijn om alle kabels aan te kunnen sluiten. Dat is echt een groot probleem voor bouwers dat door het tekort aan personeel bij netwerkbedrijven niet snel zal veranderen.

“Waarom kan het aansluiten ten vierde dus niet gewoon tegelijk met de aanleg van de hoofdinfrastructuur gebeuren? Door een aansluitpunt buiten de woning te creëren met meter en aardlekschakelaar hoef je bij het in bedrijf stellen alleen nog maar het huis te koppelen met een stekker aan de meter. Bijkomend voordeel is dat diezelfde stekker ook gebruikt kan worden als bouwaansluiting.”

Hoofdschakelaars
Rolf Heynen, CEO van Dutch New Energy Research, is ook overtuigd van de noodzaak van een grotere technische ruimte, maar splitst deze liever in tweeën. “Er komen continu functies op het gebied van elektra én warmte. De meterruimte wordt steeds uitgebreid met meer en zwaardere groepen. Het aantal slimme randapparatuur met hubs, slimme meters en internetfaciliteiten neemt eveneens toe, maar daar is de gemiddelde meterruimte bij de voordeur juist een handige locatie voor. Toch zal de elektrificatie meer ruimte vragen met omvormers en op termijn batterijen. Het wordt dan wel dringen in de gemiddelde meterruimte, dus een grotere meterruimte in de nieuwbouw is wenselijk.”

Als de meterruimte weg moet bij de voordeur, waar moeten de hoofdschakelaars volgens Van de Groep dan heen? “Een meterruimte moet van oorsprong bij de voordeur zitten voor het makkelijk fysiek uitlezen van de meters door de meteropnemer. Alleen bestaan die niet meer. We doen nu alles draadloos met slimme meters. Daarom kan dat ding ook weg bij de voordeur, men hoeft er nog maar zelden bij.  De hoofdschakelaars en meter buiten de woning houden is in andere landen gangbare praktijk. Daar worden nu verschillende oplossingen voor bedacht zoals in de gevel verwerken of in een putje buiten de erfgrens.”

Heynen ziet hierin een bezwaar: “Iedere technische ruimte is voor 98 procent van de Nederlanders volstrekt oninteressant, en zouden ze het liefst niet hebben. Laat staan dat ze daar ruimte aan op zouden moeten offeren. Een deel van de groepenkast buiten plaatsen is misschien haalbaar bij grotere huizen, maar bij gestapelde bouw of rijtjeswoningen betekent dat een lelijke kast aan de gevel.”

Eén of twee?
Volgens Van de Groep wordt het probleem deels veroorzaakt doordat het management van netwerkbedrijven zich onvoldoende verantwoordelijk voelt voor de meterruimte. “Daardoor is het in handen van de techneuten die in de NEN-norm-commissie van de meterkast zitten. Binnen die commissie leggen ze dan alleen uit waarom dingen niet kunnen. De netwerkbedrijven kunnen een hoop kosten besparen met een technische ruimte en bij de aannemers haal je een flinke frustratie weg met betrekking tot verschuiven van planningen. Daarnaast wordt de woning goedkoper en handiger te regelen. Alleen maar win-win-win.

“Technisch vakman wordt je door heel vaak te herhalen wat je kent, dat creëert automatisch aversie tegen vernieuwing. Het idee bestaat daarom dat er wat te verliezen valt, waardoor het ook een cultuurding wordt. De sector denkt heel erg vanuit de problemen die een verandering mogelijk zou kunnen veroorzaken. Terwijl als je de voor- en nadelen tegen elkaar gaat afwegen, dan ontkom je in mijn ogen niet aan stoppen met de meterruimte.”

De technische ruimte an sich ziet Heynen wel zitten, maar dus wel náást een grotere meterruimte. “Een aparte technische ruimte centraal in de woning is een logische stap en gebeurt al vaak, hoewel het bij veel bouwbedrijven niet van harte gaat. Maar van het creëren van één plek zie ik de meerwaarde niet in. Twee losse technische ruimtes; één voor water en de cv, en één voor elektra, werkt volgens mij prima.”