Wat gaan de Europese en Nederlandse industrieplannen betekenen voor de zonne-energiesector?

28.03.2023 Jan de Wit

Wat gaan de Europese en Nederlandse industrieplannen betekenen voor de zonne-energiesector?
©Statkraft

Zowel de Europese Commissie als het Nederlandse kabinet hebben recentelijk een omvangrijk groen industrieplan gepresenteerd. Hoewel de Net-Zero Industry Act, European Critical Raw Materials Act en het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie sterk van elkaar verschillen, zijn er ook belangrijke overeenkomsten. De belangrijkste is uiteindelijk dat beide plannen een sterke steun in de rug zijn voor de zonne-energiesector.

De Net-Zero Industry Act en de European Critical Raw Materials Act zijn allebei onderdeel van het Green Deal Industrial Plan. Een plan dat de Europese Commissie twee maanden geleden presenteerde in reactie op de Amerikaanse Inflation Reduction Act. In deze industriële Green Deal werd de komst van de twee vervolgplannen al aangekondigd.

Lang werd er gesproken over het aanwijzen en opschalen van sectoren, industrieën en zelfs bedrijven die van strategisch belang zijn voor de toekomstige Europese economie. Maar de hoge energieprijzen in Europa en de subsidiemogelijkheden die de Inflation Reduction Act biedt zorgden voor onzekerheid bij Europese beleidsmakers.

Bedrijven begonnen opeens openlijk te speculeren over een vertrek naar de VS of om daar hun activiteiten uit te breiden in plaats van in Europa. Hierdoor heeft de Europese Commissie de plannen in een stroomversnelling moeten gooien en zijn de daadwerkelijke plannen in slechts zes weken geschreven.

Voor het Nederlandse programma zijn wat meer voorbereidingen getroffen, maar dit programma is dan weer niet volledig. Zo wordt er nog gewerkt aan een industriële routekaart. Toch zijn de plannen goede indicatoren dat er vanuit Europa en Nederland nu écht werk wordt gemaakt van een industriële verduurzaming. Zowel van wát de industrie produceert als van hóe de industrie produceert.

De Net-Zero Industry Act
Met de Net-Zero Industry Act wil de Europese Commissie een boost geven aan de Europese maakindustrie van hernieuwbare energieopwekkers. De oorlog in Oekraïne heeft de commissie doen beseffen dat het zeer ongunstig is om voor energie dusdanig afhankelijk te zijn van één land. De wens is daarom niet alleen qua import, maar ook met de eigen productie van energie meer zelfvoorzienend te worden.

Het gaat hier om de productie van een breed scala aan hernieuwbare energie waaronder fotovoltaïsche en thermische zonne-energie, batterijen en andere vormen van energieopslag, warmtepompen, elektrolysers, technologieën voor het elektriciteitsnet en voor het afvangen, -gebruiken en -opslaan van CO2. De Europese Commissie wil in 2030 van iedere technologie zo’n 40 procent van de Europese vraag op Europees grondgebied produceren.

“We hebben een regelgevend kader nodig dat ons in staat stelt de transitie naar schone energie snel op te schalen. De Net-Zero Industry Act zal precies dat doen", stelt Commissievoorzitter Ursula von der Leyen.

“Het zal de beste voorwaarden scheppen voor die sectoren die voor ons cruciaal zijn om in 2050 netto nul te bereiken. De vraag groeit in Europa en wereldwijd, en we ondernemen nu actie om ervoor te zorgen dat we aan meer van deze vraag kunnen voldoen met Europees aanbod.”

Om dit te bereiken maakt de Net-Zero Industry Act het voor Europese lidstaten mogelijk om investerings- en vergunnigstrajecten te vereenvoudigen voor technologieën die van strategisch belang worden geacht voor de Europese energievoorziening. Zo zou het bijvoorbeeld eenvoudiger moeten worden voor een partij als SolarNL om investeringen en vergunningen binnen te krijgen.

“Het is geen geheim dat de toeleveringsketen van zon-PV moet diversifiëren, we zeggen het al jaren, het Internationaal Energieagentschap zegt het, en de wet van vandaag erkent dat. Voor een groot deel vanwege de cruciale rol die zonne-energie speelt in de energietransitie. Het bouwen van multi-gigawatt zonnefabrieken in Europa kan echter niet van de ene op de andere dag gebeuren”, stelt Dries Acke, beleidsdirecteur bij SolarPower Europe.

“We maken ons zorgen dat de wet en aanverwante voorstellen houvast bieden, maar geen wortel. De herziening van de subsidieregel omvat geen ondersteuning voor het runnen van zonnefabrieken, wanneer Europese fabrikanten worden geconfronteerd met enkele van de hoogste energieprijzen ter wereld. We hebben een specifiek financieel vehikel nodig voor de Europese productie van zonne-energie."

Daarnaast levert de Net-Zero Industry Act nationale overheden een verplichting op om bij openbare aanbestedingen duurzaamheidscriteria mee te nemen. Een goed idee volgens Acke: “De zonne-energiesector blijft ervan overtuigd dat het belonen van goed presterende ESG-zonneproducten in aanbestedingen of subsidieregelingen de effectieve manier is om de vraag naar Europese best-in-class zonne-apparatuur te stimuleren.”

Daarbij zal ook het opleiden van technisch geschoold personeel worden gestimuleerd via onder meer de zogeheten Net-Zero Industry Academies, wordt de regelgeving voor het testen van innovatieve klimaatneutrale technologieën eenvoudiger en zal de Europese Commissie het Net-Zero Europe-platform oprichten om alle acties te helpen coördineren en het uitwisselen van kennis en informatie gemakkelijker te maken.

Ten slotte zet de Europese Commissie in op het afvangen en opslaan van 50 miljoen ton CO2 per jaar tegen 2030. Hierbij wil de commissie een evenredige bijdrage afdwingen van Europese olie- en gasproducenten.

De European Critical Raw Materials Act
Om de Europese afhankelijkheid in de grondstoffenketens eveneens te verminderen heeft de Europese Commissie ook de European Critical Raw Materials Act in het leven geroepen. Een zware opgave omdat Europa aan de ene kant sterk afhankelijk is van andere landen voor kritieke grondstoffen en aan de andere kant veel meer nodig gaat hebben in de komende jaren.

Daarbij erkent de commissie dat de Europese Unie nooit zelfvoorzienend zal worden in zijn grondstoffenverbruik. Naast meer eigen productie zal de import ook diverser moeten. De Unie zal zich daarom gaan inspannen om betrouwbare internationale partners aan zich te binden via een nog op te richten Critical Raw Materials Club.

Tegelijk mikt de Europese Commissie erop om tegen 2030 voor geen enkele strategische grondstof voor meer dan 65 procent van het jaarlijkse verbruik afhankelijk te zijn van één land. Ongeacht of het gaat om het winnen, verwerken of recyclen van de grondstof. Daarvoor zal de financiering en het vergunnigstraject ook worden versoepeld.

Daarbij wil de commissie dat Europese lidstaten met nationale programma’s komen voor het verkennen van geologische hulpbronnen. Van het jaarlijkse Europese grondstoffenverbruik moet tegen 2030 minstens 10 procent worden gewonnen op Europees grondgebied, minstens 40 procent moet Europees worden verwerkt en tenminste 15 procent gerecycled.

“Deze wet zal de raffinage, verwerking en recycling van kritieke grondstoffen hier in Europa aanzienlijk verbeteren. Het is in ons wederzijds belang om de productie op een duurzame manier op te voeren en tegelijkertijd te zorgen voor het hoogste niveau van diversificatie van toeleveringsketens voor onze Europese bedrijven”, aldus Von der Leyen.

Voor bepaalde grote Europese bedrijven gaat dit ook betekenen dat zij zich zullen moeten onderwerpen aan stresstesten. De Europese Commissie wil namelijk voorkomen dat partijen die van strategisch belang zijn voor de toevoer van grondstoffen voor onder andere de energietransitie failliet gaan en de voortgang in de toekomst kunnen vertragen.

Ten slotte zullen nationale overheden ook met plannen moeten komen om afval in te zamelen dat rijk is aan kritieke grondstoffen. Hetzelfde geldt voor afval rondom huidige en historische mijnbouwactiviteiten. In Nederland zijn onder andere Holland Solar en Stichting Open bezig met het opzetten van een recycle-infrastructuur voor zonnepanelen en wordt de productie van circulaire zonnepanelen in toenemende mate gestimuleerd via het Nationaal Groeifonds.

De Europese Waterstofbank
Tegelijk met de Net-Zero Industry Act en de European Critical Raw Materials Act heeft de Europese Commissie ook meer duidelijkheid verschaft over de werking van de Europese Waterstofbank. Deze bank gaat dit najaar van start met enkele pilotveilingen van duurzame waterstofproductie.

Geselecteerde projecten zullen maximaal tien jaar een vast subsidiebedrag ontvangen met kilogram geproduceerde waterstof, zonder dat deze direct groen moet zijn. Later zal er ook een Europese veilingplatform worden geïntroduceerd waar Europese waterstofproducenten hun productie eenvoudig kunnen verkopen.

Al deze plannen zullen binnen afzienbare tijd worden besproken door het Europees Parlement en de Europese Raad. Wanneer deze in meerderheid voor de plannen stemmen zullen deze ook daadwerkelijk in werking treden.

Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie
Het kabinet wil dat de Nederlandse industrie sneller schoon gaan produceren en zijn negatieve impact op de leefomgeving gaat verminderen. Hiervoor neemt het meer regie met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie. Op dit moment nemen te veel partijen een afwachtende houding aan ziet Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat.

“Als je als bedrijf bijvoorbeeld wil investeren in een grote elektrische oven, dan wil je weten of er netcapaciteit is en er voldoende groene energie beschikbaar is. Andersom willen netbeheerders eerst weten hoeveel nodig is voor ze de infrastructuur aan kunnen leggen. Zo wachten we op elkaar en kunnen we niet vooruit. We nemen sneller, betere besluiten en zorgen dat ze op de juiste manier en in de juiste volgorde worden uitgevoerd.”

Meer regie betekent concreet dat minister Adriaansens een stuurgroep heeft opgericht met daarin het kabinet, medeoverheden, bedrijfsleven en netbeheerders. Zij moeten vraag en aanbod meer bij elkaar gaan brengen en de daarvoor noodzakelijke besluiten in de juiste volgorde inplannen. Hiervoor wordt een routekaart ontwikkeld.

“We werken hard om de energietransitie te versnellen. Hoe eerder de industrie toegang tot schone energie heeft, hoe beter. Want wanneer we dit voor elkaar krijgen, profiteren andere sectoren mee. We werken bijvoorbeeld aan het netwerk voor groene waterstof, opslagcapaciteit en netversterking van elektriciteit, en productie van veel wind- en zonne-energie”, aldus Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie.

Hiervoor heeft Jetten ook een strategische samenwerking gesloten met Diego Pardow, de Chileense minister van Energie. Chili heeft de potentie om enorme hoeveelheden zonne-energie op te wekken en deze in de toekomst kosteneffectief te verschepen. Nederland en Chili gaan groene waterstofhubs ontwikkelen en deze via waterstofcorridors en (haven)infrastructuur aan elkaar verbinden.

De stuurgroep gaat zich in eerste instantie richten op de vijf industriële clusters: Noord-Nederland, het Noordzeekanaalgebied, Rotterdam-Moerdijk, Zeeland-West-Brabant en Chemelot in Limburg. Hierdoor kunnen meer industriële partijen profiteren van dezelfde netverzwaring en -uitbreiding, sluit het programma aan bij de waterstofbackbone die Gasunie ontwikkelt en is de hoop van het kabinet dat de clusters meer innovatieve energietechnologiebedrijven kunnen aantrekken.

Het verbreken van de huidige impasse zal een flinke klus worden voor de stuurgroep. Uit een uitgebreide analyse van Warmte365 blijkt dat de grootste industriële bedrijven van Nederland tot 2030 vooral willen inzetten op het afvangen en opslaan van hun emissies en niet zozeer op het terugdringen van hun daadwerkelijke uitstoot door bijvoorbeeld het elektrificeren van hun productieprocessen.

Uit een recente quickscan van VNO-NCW blijkt dat inmiddels meer industriële bedrijven met elektrificatie aan de slag zijn of gaan. Van de 130 respondenten bevindt echter minder dan de helft zich in de industriële clusters en slechts vier respondenten zijn dusdanig groot dat zij tot de grootste industriële bedrijven van Nederland behoren. Van de kleine en middelgrote industriële bedrijven gaf 79 procent aan te willen elektrificeren met industriële warmtepompen, elektrische boilers en gebruik hernieuwbare elektriciteit.

Dat het ook anders kan laat zinkproducent Nyrstar zien met zijn eigen zonnepark bij de fabriek in Budel op het industrieterrein. Het park levert jaarlijks zo’n 56 gigawattuur en geeft Nyrstar de mogelijkheid om veel goedkoper te produceren. De zinkproductie kan namelijk snel worden opgeschaald op zonnige uren, waardoor het bedrijf groene zink kan produceren zonder het elektriciteitsnet zwaar te belasten.