Zo kunnen zonneparken de biodiversiteit in Nederland verbeteren

09.05.2023 Brendan Hadden

Zo kunnen zonneparken de biodiversiteit in Nederland verbeteren

De natuur in Nederland staat onder druk. Zonneparken kunnen die druk verhogen, door nog meer van de schaarse ruimte voor de natuur in te nemen en leefomgevingen te vervangen. Maar ze kunnen ook een deel van de oplossing zijn, als de juiste methodes worden toegepast en het juiste beleid wordt geïmplementeerd.

Dit is het eerste deel van een reeks over natuurinclusieve zonnestroom. Natuur en schone energie hebben vaak dezelfde voorstanders, maar clashen op één cruciaal vlak: ruimte. Groepen als SolarPower Europe en Holland Solar roepen dan ook op om zo min mogelijk de een ten koste van de ander te laten gaan, en zonneparken zoveel mogelijk te combineren met andere functies. In dit eerste deel kijkt Solar365 naar natuurinclusieve zonneparken.

Bij de meeste mensen roept het woord ‘zonnepark’ simpelweg een beeld op van een kaal grasveld vol zonnepanelen. Dat is niet gek, want in de praktijk blijkt er vaak ook niet veel meer van te komen. Geen wonder dan, dat er steeds meer rechtszaken tegen zonneparken worden aangespannen.

Maar het kan ook anders. Stel je een zonnepark voor waar de panelen tussen bloemrijk grasland staan, en je bijen hoort zoemen die van- en naar de bijenhotels die er staan vliegen. Of waar kikkerpoelen met natuurvriendelijke oevers zijn gecreëerd. Misschien zie je de graafsporen van een das, die in de buurt zijn burcht heeft gegraven. En in het voorjaar komen vogelaars op het park af omdat er een nestkastje staat waar een bedreigde trekvogel broedt.

Dit zijn allemaal bestaande voorbeelden waar je over kunt lezen in de brochure met voorbeeldprojecten van Holland Solar. Toch zijn deze projecten de uitzondering, niet de regel. Volgens Sven Stremke, landschapsarchitect en onderzoeker aan de Wageningen University & Research, is het aantal “multifunctionele zonneparken in Nederland op twee handen te tellen”.

Verschillende partijen hebben geschetst wat er moet gebeuren om zonneparken te gaan ontwikkelen die de natuur behouden en herstellen, in plaats van verder onder druk zetten. In dit artikel gaan we drie belangrijke elementen bij langs: het kiezen van een gebied, het ontwerpen van een natuurinclusief zonnepark en het implementeren van beleid dat natuurinclusieve ontwikkeling stimuleert.

Een das in een zonnepark 

Waar bouw je een natuurinclusief zonnepark?
Of een zonnepark de natuur bevordert of verdringt is voor een groot deel afhankelijk van waar het geplaatst wordt. Komt het bijvoorbeeld op de plaats van een kwetsbaar natuurgebied, of een groot maaigrasveld?

In het rapport Solar, Biodiversity, Land Use: Best Practice Guidelines geeft SolarPower Europe een handreiking aan ontwikkelaars voor het kiezen van een geschikt gebied voor een zonnepark. Ze onderscheiden hierin een aantal types landgebruik, en geven aan wat de impact van zonnepanelen op die gebieden zou zijn.

Het interessantst zijn de gebieden waar een zonnepark een positief effect kan hebben op de biodiversiteit. De grote kansen op dit vlak liggen volgens SolarPower Europe bij agrarisch land. Met name op land waar één type gewas wordt verbouwd kunnen zonnepanelen een route naar een meer divers verdienmodel zijn, waarmee het economisch rendement van het land niet achteruit hoeft te gaan en de biodiversiteit kan worden verbeterd.  

Bossen en natuurlijke moerasgebieden zijn daarentegen uitermate ongeschikt voor een zonnepark, omdat de functie als natuurgebied niet gecombineerd kan worden met zonnepanelen. Hier zou een zonnepark de biodiversiteit dus beschadigen. Ook zouden ontwikkelaars die op gebieden naast dit type land willen bouwen een beoordeling moeten laten doen van de impact die dat zou hebben op de biodiversiteit.

Kunstmatige landschappen (direct door mensen gemaakt) zijn ook geschikt. Veel gebieden in- en rondom transportfaciliteiten (treinrails, havens, parkeerplaatsen) hebben van zichzelf een lage biodiversiteit, waardoor een zonnepark weinig schade zouden aanrichten. Hoewel je de biodiversiteit hier met een zonnepark misschien niet altijd verbetert, is het winst in de zin dat het land een dubbele functie krijgt en er dus meer ruimte overblijft voor de natuur.

Hoe ontwerp je een zonnepark dat goed is voor de biodiversiteit?
Na het kiezen van een geschikte locatie zijn er nog verschillende maatregelen die projectontwikkelaars kunnen nemen bij het ontwerpen van hun zonnepark, om de natuur de ruimte te geven en de biodiversiteit te verbeteren.

In een ‘position paper’ van de Natuur en Milieufederaties (NMF) en de Universiteit Wageningen (WUR) wordt uitgelegd wat ‘natuurinclusief ontwerp’ inhoudt. De onderzoekers schrijven:

“Dat gaat verder dan een enkel bijenhotel of nestkast – een echt natuurinclusief ontwerp bevat een set van inrichtings- en beheermaatregelen, gebaseerd op een grondige gebiedsanalyse, gericht op het verbeteren van de leefomstandigheden van een aantal specifieke soorten en de algehele kwaliteit van het ecosysteem.”

Die “grondige gebiedsanalyse” is nodig omdat biodiversiteit van gebied tot gebied enorm kan verschillen en een compleet andere aanpak kan vereisen. Een groot deel van het slagen of falen hangt dan ook af van locatiegebonden maatregelen, en kennis van de soorten in het gebied. Een goed voorbeeld hiervan is een zonnepark van Lightsource BP in Zaragoza (Spanje), dat samenwerkte met een lokale NGO om een nieuwe nestkolonie voor de Kleine Torenvalk te creëren.

Holland Solar en SolarPower Europe noemen wel enkele algemene maatregelen die de zonneparkontwikkelaars kunnen nemen. Zo is het qua inrichting belangrijk extra ruime tussen de rijen panelen te laten en waar mogelijk stroken met bloemen en kruidenrijk grasland te planten voor insecten. Hierbij is het belangrijk vooral met inheemse soorten (die van nature voorkomen in het gebied) te werken. Daarnaast helpt het om rekening te houden met fauna, door kunstmatige verlichting tot een minimum te houden en hekwerk te gebruiken waar klein wild (fazanten, hazen, vossen) nog wel doorheen kan.

©Lightsource BP | Een Kleine Torenvalk bij het zonnepark van Lightsource BP in Zaragoza, Spanje

Normering nodig
Natuurinclusieve zonneparken gaan niet vanzelf de norm worden. Hoewel er goede voorbeelden zijn die laten zien dat natuurinclusief ontwerpen mogelijk is, is het nog erg afhankelijk is van de goede wil van initiatiefnemers. Sven Stremke (WUR), zei tegen de NOS: “We hebben met elkaar afgesproken dat zonneparken multifunctioneel moeten worden, maar we hebben geen beleid en subsidieregelingen die daaraan tegemoetkomen.”

Een voorbeeld van een oplossing is de ontwikkeling van het EcoCertified Solar Label door een groep belanghebbenden waaronder Holland Solar, TNO en WUR. Het label, dat in 2023 moet worden uitgebracht, garandeert de meerwaarde van zonneparken voor de biodiversiteit en de samenleving. Het is het resultaat van een vier jaar lang onderzoek naar de natuurontwikkeling in verschillende zonneparken. Dit type label zou volgens de onderzoekers van de WUR en de NMF de basis kunnen zijn voor het verlenen van vergunningen, net als het Energielabel dat is voor gebouwen.

Volgens het rapport van WUR en de NMF is het ook essentieel dat er financiële steun komt voor het ontwikkelen op een natuurinclusieve wijze. Ze geven aan dat ontwikkelaars van bestaande succesprojecten zeggen dat hun projecten bij minder geschikte omstandigheden niet rendabel waren geweest. Als oplossing stellen ze een ‘kwaliteitsbudget’ voor, dat ontwikkelaars de mogelijkheid geeft de natuur mee te nemen bij het ontwerpen van hun projecten.

'We weten steeds beter wat we wél willen, en we krijgen steeds meer van wat we níet willen'
De onderzoekers van WUR en de NMF waarschuwen voor de effecten van het huidige stelsel:

“Het huidige subsidiestelsel stimuleert ontwikkelaars om de grootste CO2-reductie te leveren voor de laagste kosten, en dat is dus wat ze doen: zo min mogelijk euro’s uitgeven per ton CO2. Investeringen in natuur, landschap en andere lokale kwaliteiten zijn kostenposten die laag moeten blijven.”

Een nuttige vergelijking is misschien daarom de landbouw. Die sector laat zien dat de goede wil van een aantal initiatiefnemers niet genoeg is om natuurbehoud een prioriteit te maken, als die goede wil gepaard gaat met te lage opbrengsten. Na een jarenlange jacht op schaal en lage prijzen ten koste van de natuur staat de landbouw nu onder druk, omdat er wordt verwacht dat ze de schade beperkt houden tegen dezelfde prijzen.

Verschillende groepen hebben laten zien dat zonneparken als ze op de juiste manier worden ontwikkeld de mogelijkheid hebben om biodiversiteit te bewaren of zelfs verbeteren. Maar de praktijk wijst uit dat alleen het hebben van die kennis niet genoeg is, zolang het niet rendabel is om kennis van natuurinclusief ontwerp toe te passen.

“Kansrijke combinaties met natuur, landschap en landbouw blijven grotendeels onbenut”, vatten de onderzoekers van WUR en de NMF het samen. “Dit kan niet de bedoeling zijn: we weten steeds beter wat we wél willen, en we krijgen steeds meer van wat we níet willen.”