Een heel nieuwe kijk op het energiesysteem: de nieuwe Energiewet komt eraan

02.04.2024 Roland van der Klauw Directeur bij Wocozon

Een heel nieuwe kijk op het energiesysteem: de nieuwe Energiewet komt eraan

De voorbereidingen in de Tweede Kamer zijn in volle gang en na het mei reces zal een start gemaakt worden met de plenaire behandeling van de nieuwe Energiewet, formeel genoemd Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet). Deze Energiewet moet de meer dan 25 jaar oude Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet opvolgen en zal een verandering zijn voor het huidige energiesysteem. Van centraal naar decentraal. Van grote spelers, naar lokale spelers. Het is de bedoeling dat ook met een demissionair kabinet besluitvorming kan plaatsvinden, de energietransitie gaat immers gewoon door.

Deze Energiewet is echt wel een grote verandering in wetgeving en moet Nederland brengen naar 2040 en 2050, waarin we respectievelijk energie- en klimaatneutraal willen zijn. Voor de gebouwde omgeving (wonen, werken, recreëren en mobiliteit) is het streven van het kabinet om deze in 2040 volledig geëlektrificeerd te hebben. Dat is nogal wat.

Tevens is deze wet de nationale uitwerking van de Europese richtlijnen voor ‘Local Energy Communities’. Hiermee worden lokale initiatieven bedoeld die opwekking van energie (stroom en warmte), opslag en buffering van energie en herverdeling van energie zoveel mogelijk lokaal houden, met lokaal eigenaarschap.

Er gaat dus veel veranderen en dat zal voor iedereen zijn gevolgen hebben. Door deze energiewet zal de taak van een woningcorporatie veranderen, zullen energiecoöperaties fors belangrijker worden en de burger krijgt meer zeggenschap over zijn energie.

Interessante hoofdlijnen Energiewet
Lees de tekst van de nieuwe Energiewet vooral zelf (te vinden op website Tweede Kamer: wetsvoorstel 36378), maar hierbij de vijf hooflijnen: Ten eerste mogen personen en kleine lokale ondernemingen samen een energiegemeenschap vormen op buurt- of wijkniveau, mits de feitelijke zeggenschap bij lokale individuen, kleine partijen of lokale overheid ligt. Dat betekent ook veel meer lokaal eigendom voor stroom en warmte in plaats van, zoals nu, bij energiebedrijven. Lokaal warmtenet, buurt energie managementsystemen, buurtbatterijen et cetera.

Ten tweede mogen deze energiegemeenschappen peer-to-peer onderling hun energie (stroom) gaan uitwisselen – door deze te kopen en te verkopen – bij de kleinverbruik aansluitingen zonder dat zij hoeven te beschikken over een leveringsvergunning. Deze peer-to-peer levering moet gefaciliteerd worden door een leverancier van elektriciteit.

Ten derde mogen er meerdere energieleveranciers worden gekozen op een aansluiting, mits men meerdere slimme meters heeft. Daarmee kan je beter inspelen op de markt voor stroom.

Ten vierde moeten grote leveranciers, naast een normaal contract, ook een dynamisch prijzen contract aanbieden. Nu is dat nog vrijwillig, maar straks is het verplicht.

Ten vijfde moeten alle energieleveranciers zowel vast contract van tenminste een jaar alsook een variabel tarievencontract aanbieden, conform het ACM-model. Dus ook mensen met zonnepanelen krijgen het recht op een contract met vaste termijn, dat gereguleerd gaat worden door de ACM.

Kortom, ik zie nu al een grote rol komen voor lokale energiecoöperaties in samenwerking met de lokale woningcorporaties die gemeenschappelijk woningbezit heeft. Als dit jaar de besluitvorming in de Tweede en Eerste Kamer afgerond wordt, dan kan de Energiewet al van kracht worden per 1 januari 2025. De veranderingen kunnen dus al snel komen.

Als dit maar meegenomen wordt
Ik zie in het wetsvoorstel een aantal elementen die beter kunnen. Eigenlijk anders moeten, willen we ons goed voorbereiden op 2040. Het zit in de nuanceringen die voor huurders, koopwoningeigenaren, woningcorporaties, VVE’s en energiecoöperaties van wezenlijk belang zijn.

In het kort gaat het om deze zes aanpassingen in de nieuwe Energiewet die echt nodig zijn: een gezamenlijke aansluiting voor zelfvoorzienende wijken, een gezamenlijke aansluiting voor een VvE, een woningcorporatie moet voor een buurt met uitsluitend corporatiewoningen een actieve afnemer kunnen zijn, deelname van een woningcorporatie in een lokale energiegemeenschap, geen energiebelasting bij peer-to-peer handel achter een gezamenlijke aansluiting en een salderingslimiet voor kleinverbruikers, waarbij het maatschappelijk gedragen voorstel 2.500 kilowattuur per jaar is.

Dit laatste punt ligt natuurlijk politiek zeer gevoelig. Doel van deze wijziging is om duurzame opwekking bij kleine opwekkers – met zes tot acht zonnepanelen – te blijven stimuleren, lees de sociale sector en woningeigenaren met een kleine beurs.

Tegelijk moet het de grote stroomopwekkers, die veelal handelingsperspectief hebben met een elektrische auto, laadpaal en opslagfaciliteit, stimuleren om anders om te gaan met opwek en gebruik in de tijd. Als de energiegemeenschappen – bij voorkeur achter een wijkaansluiting – eenmaal functioneren, zal salderen daar feitelijk niet meer bestaan. Op naar een klimaatneutraal Nederland in 2050.