ETS biedt mogelijkheden voor zonne-energiesector, maar ‘nog echt beginfase’

19.07.2021 Jan de Wit

ETS biedt mogelijkheden voor zonne-energiesector, maar ‘nog echt beginfase’

Begin mei ging de prijs voor het uitstoten van een ton CO2 voor het eerst door de 50 euro-grens heen. Volgens velen een historisch moment dat laat zien dat het Europese emissiehandelssysteem (ETS) begint te werken. Wat zijn de gevolgen voor de zonne-energiesector?

In een serie artikelen probeert Warmte365 te schetsen hoe het ETS in elkaar steekt, wat de gevolgen zijn voor de businesscase voor warmtebronnen en wat de gevolgen van de stijgende emissieprijzen hiervoor zullen zijn. In dit artikel schetst Solar365 de impact op de zonne-energiesector.

Warmte365 beschreef onlangs de werking van het ETS en zijn vier handelsperioden, hoe marktspeculatie ertoe leidde dat de kostprijs van emissierechten fors steeg in korte tijd en hoe de Europese Unie het systeem in de laatste fase wil versterken. Dat de EU hiervoor nu met een suggestie komt om het ETS te versterken en uit te breiden heeft twee oorzaken, een directe en een indirect.

De indirecte oorzaak is dat het ETS in 2021 de vierde en laatste handelsperiode is ingegaan. De periode loopt tot 2030 en moet ervoor zorgen dat de lage prijzen van de emissierechten stijgen om het bijkopen van emissierechten te ontmoedigen.

In 2030 moet uiteindelijk de CO2-uitstoot met 55 procent zijn afgenomen ten opzichte van 1990. Hierin ligt de directe oorzaak van de EU-suggestie, in eerste instantie lag het doel op een reductie van 40 procent. De lat is hoger komen te liggen en het tempo om de uitstoot terug te dringen moet ook omhoog.

Push voor elektrisch rijden
De EU wil dat de Europese scheepvaart zijn uitstoot actief gaat verminderen. In de aangekondigde plannen zal de Europese scheepvaart daarom worden toegevoegd aan het bestaande ETS programma. Een vergelijkbaar doel geldt voor de gebouwde omgeving, algemeen of wegtransport en alle uitstoot van fossiele brandstoffen, én er moet een carbon border tax komen.

Voor wegtransport en de gebouwde omgeving wordt vanaf 2025 een apart ETS opgetuigd waarbij vanaf 2026 ook daadwerkelijk emissierechten komen te vervallen. De EU pleit ervoor dat voor 2030 nieuwe auto’s 55 procent minder CO2 uitstoten en nieuwe busjes 50 procent, in 2035 moeten alle nieuwe voertuigen uitstootvrij zijn.

De verwachting is dat er rond 2030 minimaal 30 miljoen EV’s in Europa zullen rijden en daarom moet er rond snelwegen elke 60 kilometer een laadpaal beschikbaar zijn. Daarnaast moet belasting op biobrandstof lager worden en op fossiele brandstof hoger, schrijft NRC. Als deze maatregelen erdoorheen zouden komen, zou dat een flinke steun in de rug van de elektrische autoproducenten zijn.

Uitstootreductie energieleveranciers
“Met name de gebouwde omgeving lijkt me moeilijk, want waar ga je dat neerleggen”, vraagt Hans van Cleef, senior energie-econoom bij ABN AMRO, zich in gesprek met Warmte365 af. “Het idee is om de emissiekosten te verhalen bij de energieleverancier, maar die gaat dat natuurlijk doorbelasten aan de eindgebruiker. De vraag is hoe eerlijk de politiek dat vindt, omdat hierdoor de kosten voor de consument zullen oplopen.”

Frans Timmermans, Eurocommissaris Klimaat, liet weten dat hij denkt dat mensen dit niet meer dan nu op hun energierekening gaan merken. “Producenten van elektriciteit zijn nu ook al verplicht om CO2-rechten aan te schaffen, dus betalen huishoudens nu ook al voor de CO2-rechten van kolen- en gascentrales”, zo meldt NRC.

Energiebedrijven hebben met 30 procent, op de totale Nederlandse CO2-emissie, een flink aandeel, aldus TNO/CBS. Vooral door elektriciteitscentrales en raffinaderijen is de energiesector nog sterk afhankelijk van fossiele energie. Eneco maakte onlangs bekend met enorme batterijen aan zijn uitstoot te willen werken, met GIGA Storage wordt de grootste batterij van Nederland gebouwd.

De batterij moet na de zomer van 2022 operationeel zijn en jaarlijks ruim 23 duizend ton CO2 gaan besparen. 13 juli meldde Smart Storage Magazine dat de financiering rond is. “Industriële batterijen zijn een eerste stap”, ziet ook Daan Jansen, onderzoeker bij Dutch New Energy Research. “Het biedt mogelijkheden, maar is nog niet op een dusdanige schaal dat het productieprocessen kan elektrificeren.

“Lithium-ion-batterijen en -accu’s komen nu nog het meeste voor. Die zijn heel geschikt voor EV’s, maar minder om op grote schaal toe te passen. Flowbatterijen en Cryogenic Energy Storage lenen zich daar meer voor. Beiden zijn voorbeelden van snel innoverende batterij technologieën met grotere schaal potentie dan lithium-ion. Ze kunnen op veel grotere schaal energie vasthouden, maar staan nog echt in de kinderschoenen.”

Industrieel energieverbruik
Hoewel meer dan 80 procent van het industriële energiegebruik gerelateerd is aan warmtebronnen, ziet TNO kansen voor elektrische alternatieven. De industrie werkt met temperaturen van pakweg 100°C tot 1500°C, de hoge temperaturen zijn elektrisch nog niet rendabel te halen. TNO onderzoekt of dit termijn mogelijk is met biomassa, waterstof, duurzame elektriciteit en metaalbrandstoffen.

In het elektrificeren van andere industriële bedrijfsprocessen is TNO al verder, zoals elektrisch aangedreven efficiënte scheidingstechnologieën (Power2Separate). “Er wordt veel samengewerkt met dit soort bedrijven, omdat zij hele specifieke kennis hebben van dit soort systemen”, aldus Jansen. “Grote bedrijven wachten op opgeschaalde technieken en innovaties, daarna stappen ze pas in.”

Dat is precies de reden waarom het ETS alleen indirect invloed zal hebben op de zonne-energiesector. “Het ETS heeft een direct effect op energieprijzen van grootgebruikers. Maar zolang het niet rendabel of haalbaar is om bedrijfsprocessen te elektrificeren, zal het effect op de zonne-energiemarkt gering zijn”, zegt Jansen.

“Het ETS is opgetuigd om de uitstoot van grote bedrijven terug te dringen, maar grote bedrijven wachten op grote batterijen en opgeschaalde elektrische systemen.” Tegelijk is die invloed er wel. “Bedrijven weten dat ze hun CO2-uitstoot terug moeten dringen en beginnen hun beleid nu ook zichtbaar aan te passen. Maar een groot gedeelte van de productieprocessen is nog moeilijk elektrificeerbaar.

“Op dit moment werkt alleen het afvangen en opslaan van CO2 op grote industriële schaal, maar daar is veel kritiek op, omdat de CO2-uitstoot hiermee niet verlaagd wordt. Toch biedt dit per ton CO2 voorlopig nog meer rendement dan het opwekken van zonne-energie en dat gebruiken in de bedrijfsprocessen. Op wereldschaal stappen steeds meer bedrijven in, maar we zitten nog echt in de beginfase voor de zonne-energiesector”, zo besluit Jansen.