Grote winst PVV is ook wake-up-call voor de energietransitie
23.11.2023 Jan de Wit
De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen zal vermoedelijk ook zijn weerslag hebben op de energietransitie. Behalve de forse winst van de PVV valt op dat Nederland behoorlijk rechts heeft gestemd, ook VVD en NSC hebben veel stemmen binnen weten te halen. Deze partijen zijn geen voorstander van ambitieuzer energie- en klimaatbeleid, evenals hun achterban. De PVV wil het Klimaatakkoord zelfs “direct door de shredder” halen. Of de soep zo heet gegeten wordt valt te betwijfelen, maar het is wel een duidelijk teken dat nut en noodzaak van een snelle energietransitie door een groot deel van Nederland niet wordt gezien.
De redelijk onverwachte winst van de PVV, tien dagen geleden peilde de partij nog niet de helft van de 37 zetels die ze lijkt te behalen, zal ook grote impact hebben op de energietransitie. “De Klimaatwet, het Klimaatakkoord en alle andere klimaatmaatregelen gaan direct door de shredder. Geen miljardenverspilling aan zinloze klimaathobby’s, maar meer geld voor onze mensen”, aldus de PVV in zijn verkiezingsprogramma.
Op de politieke blog StukRoodVlees beschrijven politicologen Matthijs Rooduijn en Simon Otjes dat Geert Wilders niet “hoeft te vrezen dat zijn uitspraken over ‘klimaathysterie’ bij zijn kiezers in verkeerde aarde vallen”. In hun onderzoek scoren PVV-stemmers onder de 4 als het gaat om groene politiek, waar alle niet-PVV-stemmers gemiddeld tussen de 5.5 en 6 scoren.
0 is hier voor industrie en landbouw en 10 is voor klimaat en natuur. Daar valt natuurlijk een hoop tegenin te brengen, zoals dat ook de industrie bezig is te vergroenen. Maar het feit blijft dat de gemiddelde PVV-stemmer ver onder het Nederlandse gemiddelde scoort.
De PVV zelf schrijft in zijn verkiezingsprogramma dat het wil “stoppen met de hysterische reductie van CO2” en dat er “meer geld voor onze mensen” komt, in plaats van miljarden subsidie die naar energie- en klimaatmaatregelen gaan. De partij wil daarom het Klimaatfonds schrappen, de SDE++ en andere klimaatsubsidies schrappen, geen zonneparken en de verlaging van de energiebelasting en de btw op energie. De salderingsregeling wil de PVV dan weer wel in stand houden.
Voor de hand liggende coalitie
Het is gebruikelijk dat de grootste partij nu een verkenner aan gaat wijzen. Deze verkenner zal aan de Tweede Kamer rapporteren wat de mogelijke en meest waarschijnlijke kabinetssamenstellingen zouden kunnen worden.
Op dit moment lijkt de meest waarschijnlijke combinatie te bestaan uit de PVV (37 zetels), VVD (24 zetels) en NSC (20 zetels). Gezamenlijk hebben deze rechtse partijen 81 zetels, genoeg voor een meerderheid in de Tweede Kamer. Op de verkiezingsavond gaf Pieter Omtzigt al aan open te staan voor een kabinetsdeelname, ook met de PVV, mits deze zich aan de grondwet zal houden.
Al tijdens de campagne hield de VVD de deur open voor een hernieuwde samenwerking met de PVV en hoewel Dilan Yeşilgöz hier gaandeweg op terugkwam, lijkt een rechts kabinet wel waar de VVD voor de verkiezingen op hoopte. Het zal echter even slikken worden dat zij daarin niet de grootste partij zijn, zoals de VVD lang voor ogen heeft gehad.
Ten slotte lijkt het voor PVV, VVD en NSC niet onlogisch om ook de BBB uit te nodigen voor verkennende gesprekken voor een mogelijke coalitievorming. De 7 zetels van BBB zijn niet noodzakelijk voor een meerderheid in de Tweede Kamer, maar de 16 zetels die de partij in de Eerste Kamer heeft vormen een aantrekkelijke factor voor de stabiliteit van een rechts kabinet. PVV, VVD en NSC hebben immers maar 14 zetels in de senaat. De 16 van de BBB zijn bij lange na niet genoeg voor de noodzakelijke meerderheid van 38 zetels, maar brengt de mogelijke coalitie wel in de buurt.
Rooduijn en Otjes hebben eveneens de VVD-, NSC- en BBB-stemmers onderzocht. “Op thema’s als klimaat, natuur en milieu, plaatsten mensen die in 2021 op de VVD stemden zichzelf meer aan de grijze dan aan de groene kant van het politieke spectrum (zie Figuur 5). Bij de Provinciale Statenverkiezingen deed de BBB het enorm goed onder mensen die sceptisch zijn over groene maatregelen.”
Mensen die bij de politicologen aangaven hoogstwaarschijnlijk op NSC te gaan stemmen zitten “niet op ingrijpende klimaatmaatregelen te wachten”. Minder dan 30 procent wil strengere klimaatmaatregelen, zelfs als dit ten koste gaat van de werkgelegenheid. Onder niet-NSC-stemmers ligt dat percentage op 45 procent. “Hierin lijk het NSC-electoraat op de kiezers van de VVD, maar minder op die van de PVV, die een grotere weerstand tegen klimaatmaatregelen hebben.”
Geen onoverbrugbare verschillen, concrete maatregelen nodig voor veel Nederlanders
Waar de PVV en NSC elkaar kunnen vinden is dat zij tegen zonneparken op landbouw- en natuurgrond zijn, de PVV is zelfs helemaal tegen. Overigens ligt er al een voorkeursvolgorde zon waarin staat dat zonnepanelen op landbouw- en natuurgrond moet worden voorkomen. Daarentegen zijn beide partijen – en ook de VVD – wel voor het verlagen van de energierekening voor burgers. PVV, VVD en NSC kijken hierbij nadrukkelijk naar het verlagen van de energiebelasting, iets waar BBB zich niet over uitspreekt.
Daarnaast lijkt de isolatie van woningen ook geen twistpunt te worden. VVD, NSC en BBB zijn voor meer isolerende maatregelen, inclusief een sturende rol voor de overheid. PVV spreekt zich hier niet over uit.
De grote vraag lijkt vooral te worden: hoe om te gaan met de grote – en kostbare – maatregelen om vaart te maken met de energietransitie? Waar worden harde keuzes gemaakt, bijvoorbeeld over het uitfaseren van fossiele brandstoffen – en subsidies, en waar wordt de rekening neergelegd? De PVV is hier duidelijk over: die wil alle financiële voordelen voor hernieuwbare energie schrappen en vasthouden aan kolen, gas en meer kernenergie. Behalve als het om de salderingsregeling gaat.
VVD, NSC en BBB kijken hier verschillend tegenaan. VVD richt zich voornamelijk op het ondersteunen van het bedrijfsleven in hun verduurzamingsopgave, zeker wanneer dit “de Nederlandse economie en het verdienvermogen” versterkt.
NSC wil voor de hele energietransitie meer inzetten “op normeren en beprijzen en minder op subsidiëren” en wil daarom ook het Klimaatfonds schrappen en innovaties al dan niet steunen via de Rijksbegroting.
BBB wil met “een Deltaplan” nieuwe activiteiten opbouwen en andere activiteiten om- en, of afbouwen. “De burger moet deze lastenverzwaring wel kunnen blijven dragen. Daarom zetten wij in op een rechtvaardige verdeling van de kosten die samengaan met de klimaatmaatregelen.”
Al met al lijkt de energietransitie niet per definitie vertraging op te hoeven lopen door de rechtse winst. Voor veel van de wat extremere PVV-ideeën die de transitie wel af zouden remmen lijkt ook met de aankomende Tweede Kamersamenstelling geen meerderheid.
Zo is er zo’n 40 zetels die voor ‘weg met klimaatbeleid’ zijn, ongeveer 40 zetels voor ‘ambitieuzer klimaatbeleid’ en zo’n 70 zetels voor ‘bestaande doelen halen’. “Er is dus een significante tegenstem, maar een veel grotere groep die door wil”, concludeert Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE.
“De energietransitie heeft veel baat bij continuïteit. Onzekerheid en zigzag-beleid maakt het moeilijker, langzamer en duurder – en houdt dus vervuiling en afhankelijkheid in stand. Het programma van de PVV zou desastreus zijn voor de transitie maar daar is gelukkig in de verste verte geen meerderheid voor. Wat denk ik helpt, is een sterke focus op de uitvoering van de energietransitie.”
Ook met een rechts kabinet bestaande uit de PVV, VVD, NSC en BBB kan de energietransitie dus doorgaan. Daarbij is het wel essentieel om veel meer burgers mee te nemen, zodat zij ook profiteren van de energietransitie en nut en noodzaak begrijpen. “Zorg voor maatregelen die werken en los praktische problemen snel op; sluit aan bij de praktijk van mensen en bedrijven”, aldus Van der Gaag.