‘Het energiesysteem heeft meer energieopslag nodig, daarvoor moet de businesscase verbeteren’
22.12.2023 Jan de Wit
In de afgelopen jaren zijn er zo’n tien grootschalige batterijprojecten in gebruik genomen. Onlangs plaatste GroenLeven zijn eerste batterijen bij zijn drijvende zonnepark in Sellingen en voegde zich zo aan het lijstje toe met bedrijven die een grootschalig batterijproject hebben gerealiseerd. Desondanks pleit Bram Klein Kranenbarg, strategy en new business manager bij GroenLeven, ervoor om geen transportkosten in rekening te brengen bij energieopslag. “Energieopslag is een belangrijk deel van de oplossing van de netcongestieproblematiek, maar zonder goede businesscase kunnen de benodigde volumes niet worden gerealiseerd.”
Naast het drijvende zonnepark op een voormalige zandwinplas bij Sellingen heeft GroenLeven in totaal acht battery packs geïnstalleerd met een totaal vermogen van 15 megawatt en een capaciteit van 30 megawattuur. Een primeur voor GroenLeven, het is immers hun eerste batterijproject.
In navolging van brancheorganisatie Energy Storage NL pleit Klein Kranenbarg voor het afschaffen van de transporttarieven voor energieopslag. Hoewel TenneT in 2030 zo’n 10 gigawatt aan flexibiliteit via batterijen, waarvan 9 gigawatt stand-alone, nodig denkt te hebben om de betrouwbaarheid van het hoogspanningsnet te garanderen, wil het niet verder gaan dan een korting die kan oplopen tot zo’n 65 procent van het transporttarief.
Daarmee kunnen de transporttarieven voor energieopslag nog altijd oplopen tot meer dan 80 procent van de operationele kosten. Die korting van 65 procent is volgens Energy Storage NL en Klein Kranenbarg onvoldoende om energieopslag in Nederland écht van de grond te krijgen en de benodigde gigawatten te realiseren. De batterijen die nu worden gerealiseerd zouden eerder uitzondering dan regel zijn.
Wat maakte het drijvende zonnepark in Sellingen geschikt om te beginnen met energieopslag?
“We zijn hier begonnen omdat er nog ruimte was voor een batterijaansluiting op het onderstation. Het batterijproject staat op zichzelf, maar werkt eigenlijk samen met het drijvende zonnepark. De netaansluiting is namelijk niet groot genoeg om het zonnepark én de batterij tegelijk te laten invoeden op maximaal vermogen.
Hier is – zeker op zonnige dagen – dus echt een incentive op het elektriciteitsnet te ontlasten en te balanceren met de combinatie van zonnepark en energieopslag. Al met al was dit voor alle betrokken partijen het meest gunstige project om mee te beginnen. Maar uiteindelijk willen we 1 gigawatt aan energieopslag hebben gerealiseerd in 2030.”
Waarom zijn jullie begonnen met energieopslag?
“Het elektriciteitsnet raakt op steeds meer momenten vol en met behulp van energieopslag kan de bestaande netcapaciteit beter worden benut. Wind- en zonne-energie hebben een specifiek en deels onvoorspelbaar opwekprofiel en om dat op te vangen heeft het elektriciteitsnet buffercapaciteit nodig. Netbeheerders vragen daarom om enorme volumes aan opslagcapaciteit.
Daarnaast zorgt de toename van wind- en zonne-energie ervoor dat de pieken en dalen van elektriciteitsprijzen toenemen. Doordat er nu nog te weinig flexibel inzetbaar vermogen in het elektriciteitssysteem zit, ontstaat er een verdienmodel voor batterijopslag.”
Waarom is een nultarief voor transport voor energieopslag zo cruciaal?
“Landen zoals België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kennen al een (gedeeltelijke) vrijstelling op transporttarieven voor energieopslag. Nederland wijkt dus juist af van de norm en daardoor ontstaat er een ongelijk speelveld. Dat is slecht voor het Nederlandse investeringsklimaat.
Dat zie je bijvoorbeeld bij GIGA Storage, die net over de grens in België een batterijproject ontwikkelen. Zij geven aan dat projecten in Duitsland en België op dit moment aantrekkelijker zijn vanwege die transportkosten.
Grootschalige energieopslagprojecten kunnen alleen worden gerealiseerd met behulp van investeerders. Investeerders willen duidelijkheid en mijden risico’s. Dat de netbeheerders hun transporttarieven maar tijdelijk zouden verhogen – vanwege hun hoge energie- en balanceringskosten tijdens de energiecrisis – is voor die investeerders onacceptabel. De hoogte en de onvoorspelbaarheid van de transporttarieven zorgen ervoor dat de potentiële voordelen voor investeerders niet opwegen tegen de risico’s.
Zonne-energieprojecten zijn in Nederland snel goedkoper geworden en konden snel worden geïmplementeerd dankzij de SDE, omdat die als bankgarantie fungeert. Hiermee kunnen banken en investeerders tot op de komma uitrekenen hoe hun businesscase er over de jaren heen uit gaat zien.
Dat betekent een lager risico en dus een lagere risicopremie, minder behoefte aan eigen vermogen van de projectontwikkelaar en geen hoge rendementsverwachtingen van de investeerders. Dankzij de SDE ontstond er een stabiele businesscase voor grootschalige zonne-energieprojecten en de wil om hier ook echt in te investeren.
Er is veel buffercapaciteit nodig om een CO2-vrij energiesysteem te creëren. Die buffercapaciteit komt er alleen als de businesscase rendabel is en de risico's beheersbaar zijn. Daarbij kunnen batterijen de pieken en dalen in vraag en aanbod van hernieuwbare energie opvangen, waardoor er minder netverzwaring nodig is en de totale kosten van de energie-infrastructuur dalen. Toch wordt de batterij in Nederland nog altijd gezien als een netto stroomverbruiker en daarmee onderhevig aan dezelfde transportkosten.”
Het verplichte karakter van batterijen bij zonneparken lijkt te worden losgelaten voor een subsidie voor uitgesteld invoeden. In hoeverre gaat dat de businesscase voor grootschalig zon met energieopslag helpen?
“Om de benodigde opslag op het elektriciteitsnet te realiseren is enorm veel nodig, zoals materialen, mensen en kapitaal. Deze middelen zijn in zekere zin allemaal schaars en wil je zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. Dat lijkt met deze maatregel niet te gebeuren, de batterijen worden hiermee namelijk beperkt tot het leveren van één dienst: uitgestelde levering van zonnestroom.
Uitgestelde levering is niet in alle gevallen de meest effectieve inzet van al die schaarse middelen. Een energiesysteem met veel wind- en zonne-energie heeft ook balanceringsdiensten nodig. Batterijen kunnen beide leveren, maar niet als ze daarin worden beperkt door subsidievoorwaarden.
Als een batterij vrij is om diensten te leveren op alle stroommarkten, wordt door marktwerking de batterij vanzelf ingezet op de plek met de grootste behoefte. Zo worden de schaarse middelen uiteindelijk het meest efficiënt ingezet. Dat geldt overigens ook voor zonneparken in combinatie met energieopslag bij bedrijventerreinen, daar moet je geen batterijen neerzetten die maar één dienst leveren.
Er zijn chiquere oplossingen nodig zodat we de opwekcapaciteit van zonne-energie fors moeten blijven verhogen de komende jaren. Volgens het Nationaal Plan Energiesysteem moeten we tot 2030 gemiddeld ieder jaar 6 gigawatt bijplaatsen, terwijl de ontwikkeling van de opwekcapaciteit van zonne-energie juist terugloopt.”
In hoeverre zou locatie een voorwaarde voor subsidie moeten zijn?
“Subsidies of belastingvoordelen ontregelen per definitie de markt, maar ondertussen hebben we met een energiesysteem te maken dat decennia lang is geoptimaliseerd op fossiele energiebronnen. Om dat systeem in een relatief korte periode helemaal om te gooien naar gedecentraliseerde opwek uit hernieuwbare bronnen, kunnen subsidies helpen om de benodigde technieken op te schalen.
Netcongestie is een lokaal probleem, dus ik kan me best voorstellen dat er subsidies komen die sturen op locatiespecifieke behoeften. Maar er zijn ook andere manieren waarop we lokaal kunnen sturen, zoals meer lokale prijsvorming op de elektriciteitsmarkt.
Daarnaast kunnen de netbeheerders met hun flextenders meer gaan sturen. Onder andere op locatie, waar hebben ze hoeveel energieopslagvermogen nodig? Daarna kun je de markt zijn werk laten doen, want uiteindelijk hebben alle betrokken partijen ook baat bij de juiste hoeveelheid vermogen tegen de juiste prijs op de juiste locatie.”