Het tijdperk van energieopslag is begonnen
28.01.2025 Teun Bokhoven Voorzitter van Uitvoeringsoverleg Klimaatakkoord gebouwde omgeving

2024 ligt met 54 procent groene stroomproductie goed op schema om onze 2030 doelen van het klimaatakkoord te halen. Maar we merken ook nu al dat we niet alle duurzaam opgewekte stroom kunnen inzetten. We zijn vorig jaar een flink aantal dagen duurzaam elektriciteitsgebruik misgelopen als gevolg van de mismatch tussen direct gebruik en duurzame opwekking door met name zon- en windenergie. Die mismatch zal de komende tijd alleen maar groeien. We hebben dus een groeiende behoefte aan meer regelbaar opwekvermogen en anderzijds meer flexibiliteit in gebruik en energieopslag om de mismatch tussen duurzame productie en gebruik te overbruggen. Met deze ontwikkeling gaan we een nieuw tijdperk in bij verduurzaming: het tijdperk van energieopslag. Want zonder energieopslag zal de rentabiliteit van duurzame opwekking verslechteren en dat willen we zeker niet.
10 jaar geleden kreeg de energietransitie tractie en zetten we gezamenlijk de focus op zo veel mogelijk duurzaam opwekvermogen. We kwamen immers van ver. Nederland bungelde achteraan in Europa wat betreft duurzame energie. En dat heeft gewerkt. De hoeveelheid windenergie vanaf de Noordzee en zeker ook de enorme groei van zonnepanelen hebben een fantastische impuls gegeven aan onze ambities.
Maar er gebeurde meer. De energietransitie gaat over meerdere ontwikkelingen die we niet altijd in de beste samenhang hebben bekeken. Zoals het uitfaseren van aardgas in de industrie en de gebouwde omgeving en de transitie naar elektrisch vervoer. Allemaal ontwikkelingen die het gebruik van elektriciteit enorm doen toenemen met piekverbruiken die niet altijd synchroniseren met de duurzame opwekking uit zon en wind.
Congestie is meer dan een symptoom daarvan; het legt pijnlijk bloot dat we voor de groei van duurzaam opwekvermogen niet alleen zwaardere elektriciteitsnetten moeten bouwen, maar ook aanmerkelijk meer flexibiliteit en energieopslag nodig hebben. De groei van duurzaam opwekvermogen wordt daarmee gekoppeld aan de groei van energieopslag.
En dan energieopslag in de brede zin: benutting van (vooral) elektriciteit als er voldoende van beschikbaar is. Bijvoorbeeld door inzet van batterijen voor de opslag van elektriciteit, warmteopslag om voor kortere en langere perioden elektriciteit te gebruiken om de industrie en onze woningen en gebouwen te voorzien van warmte en natuurlijk duurzame geproduceerde (waterstof) moleculen. Een directie koppeling tussen opwek en opslag vindt nu nog sporadisch plaats.
Voor een stabiel duurzaam energiesysteem is opslag echt onontbeerlijk. Denk dan aan windparken op zee met een koppeling aan (flexibele) inzet in de industrie door middel van H2 of warmteopslag, thuis(warmte)batterijen (zowel voor elektriciteit en ook warmte) om vraag en aanbod beter te kunnen sturen en een elektrisch wagenpark dat twee-directioneel kan worden ingezet om pieken en dalen in het net te verhelpen.
Dit alles vraag een bredere manier van kijken naar het energiesysteem van de toekomst. Dus ook een andere manier van kijken waarop we incentives en prijsprikkels gaan inbouwen om de inzet van energieopslag te gaan optimaliseren. Zo blijft de energietransitie telkens weer een nieuw element toevoegen. Daarom is deze transitie zo uniek en vraagt het ons telkens weer creatief naar nieuwe uitdagingen te kijken.